GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 165

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 165

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De wetgever en het opsporingsbeleid in historisch perspektief

,Oppakken en insluiten?' door drs. H. A. Diederiks

In deze beschouwing zat ik me geografisch tot Nederland beperken; chronologisch zou ik de afbakening ruwweg willen leggen bij de late middeleeuwen tot in de twintigste eeuw. De Nederlandse geschiedenis vertoont pas een zekere continuïteit vanuit de late middeleeuwen als de handel en daarmee een koopmansklasse en steden hun entree maken. Voor het Nederlandse grondgebied zijn dan vooral de ontwikkelingen van de kustprovincies van belang. Dit is het meest verstedelijkte gebied, waar niet alleen het ontstaan en tot bloei komen van het handelskapitalisme geplaatst moet worden, maar ook de overgang van privaatrechtelijke naar piubliekrechtelijke oplossingen van conflicten. In deze periode sinds de middeleeuwen plaatsen we twee scheidslijnen: in het midden van de zestiende eeuw en omstreeks 1800. Het midden van de zestiende eeuw betekende voor Nederland het einde van een proces van eenwording onder de vleugels van de Bourgondiërs en later de Habsburgers en tevens het begin van een zelfstandigheid in een versplinterde eenheid. Versplintering en particularisme blijven voorlopig in grote trekken de kenmerken van de Republiek der zeven verenigde Nederlanden, niet alleen in staatkundig maar ook in demografisch, economisch en juridisch opzicht. Richten we nu de aandacht op de eerste van de drie onderscheiden perioden: de tijd van de komst van de steden vóór de afscheiding uit het Spaans-Habsburgse Rijk. In hoeverre is hier sprake van strafrecht en van een beleid in deze steden, die we als nieuwe vormen van samenleven kunnen beschouwen? Aangaande het belang van deze steden en hun groei na de tiende eeuw hoeft niet te worden getwijfeld. 'Der moderne Begriff des Staates mit seinen öffentlichen Rechten und Pflichten ist zuerst in den Stadten zum Ausdruck gekommen'. Terwijl het pre-stedelijke strafrecht vooral betrekking heeft op de behan-

vu-Magazine 10 (1981) 4 (april)

deling van onvrijen en conflicten tussen vrijen, op vetes, die op basis van een 'zoen' werden bijgelegd, handelt het in de steden over recht tussen gelijke vrijen, de poorters of burgers. Dit recht vertoont in het begin nog kenmerken van het feodale agrarische recht. Het stedelijk strafproces, zoals dat zich voltrok voor de schepenbank, heeft daarom een accusatoir uitgangspunt. 'Dair men recht doen sal, moet wesen een clagher Dairom, wair gheen clagher en is, dair is gheen rechter. Dit oorspronkelijke karakter gaat verloren mede door de ontwikkeling van de steden zelf. Terwijl deze aanvankelijk nog klein zijn en de burgers elkaar nog goed kennen, er sprake is van een 'quasi-maagschap', quasi bloedverwanten-gemeenschap, waarin conIn maart verscheen bij Uitgeverij Intro uit Nijkerk een bundel lezingen gehou- flicten gezoend moesten worden, als den op de VU-Studium Generale,, Tus- tussen gelijke partijen, gaat bij het sen misdaad en straf". (ISBN 90 266 groeien van de stad — hetgeen inhield 170 46) De bundel ligt bij uw boekhan- dat er vreemdelingen van buiten opgedel te koop voor f 19.50 en bevat on- nomen werden — dit idee van de dermeer bijdragen van VU-hoogleraar maagschap steeds meer naar de achH. Bianchi (kriminoloog), de oud-se- tergrond verdwijnen. Een klager is in het geval van een vreemdeling moeilijk kretaris-generaal van het ministerie van Justitie mr. A. Mulderen de Groningse kriminoloog prof. dr. R. W. Jongman, bekend van onderzoeken naar klasse-justitie. In een voorpublikatie laat VU-Magazine drs. H. A. Diederiks (wetenschappelijk medewerker sociale geschiedenis aan de f^ijksuniversiteit te Leiden en voorzittervan de,,International Association for the History of Crime and te vinden en de stadsoverheid moet Criminal Justice") aan het woord met dan als zodanig gaan optreden. Dat wil zeggen dat we dan in de Noordnederzijn bijdrage overaspekten van de iandse steden in de dertiende en veergeschiedenis van het opsporingsbetiende eeuw het overgangsgebied leid. In zijn inleiding, die we hier weglieten, zien tussen het accusatoire naar het inquisitoire strafproces. De overheid zet hij uiteen dat zijn bijdrage niet neemt bij ontstentenis van een private alleen 'historisch', maar ook 'sociaal klager het initiatief. Dat betekent dat historisch' mag heten. Strafrecht beschouwt hij als een middel tot sociale de overheid actief met het strafrecht van doen heeft, een wijze van handekontrole van een overheersende len moet kiezen en er dus sprake is van groep, die een aantal zedelijke noreen strafvervolgingsbeleid. men aan de samenleving oplegt. De belangrijkste kenmerken van dit strafvervolgingsbeleid zijn terug te voeren op de oorsprong van de stad:

,,Waar geen klager is, daar is geen rechter"

151

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 165

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's