GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 266

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 266

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Draad Ook de gezinssituatie waarin vrouwen verkeren kan als belemmering voor het verrichten van loonarbeid fungeren. Eén element uit de gezinssituatie wordt gevormd door de factor ,,burgerlijke staat". Zo bleek dat van de ongehuwden ongeveer 65 procent loonarbeid verrichtte, vrijwel steeds full-time; van de gehuwden verrichtte 27 procent loonarbeid, waarvan een /jerde full-time, terwijl van de weduwen en gescheiden vrouwen 24 procent loonarbeid verrichtte, waarvan ruim de helft full-time. Een ander element uit de gezinssituatie wordt gevormd door de zorg die betrokkenen zouden kunnen hebben voor(kleine) kinderen. Wanneer we onze aandacht richten op de grootste groep, de gehuwde vrouwen, dan zien we dat het hebben van kinderen niet van invloed is op het al dan niet verrichten van loonarbeid. Wel op de vraag of er full-time dan wel part-time gewerkt wordt: van de gehuwde vrouwen zonder kinderen tot 18 jaar verrichtte bijna één op de drie loonarbeid (waarvan iets meer dan de helft full-time), terwijl van de gehuwde vrouwen die wél kinderen in die leeftijdscategorie hadden een kwart loonarbeid verrichtte (waarvan ook weer een kwart full-time). De leeftijd van de kinderen speelt daarentegen wél een rol. Van de gehuwde vrouwen met kinderen tussen 0-6 jaar verrichtte slechts 14 procent loonarbeid tegen 37 procent van de gehuwde vrouwen met kinderen tussen 7 en 18 jaar. Conclusie: gezinsomstandigheden waarin vrouwen verkeren zijn van invloed op het al dan niet verrichten van loonarbeid door betrokkenen. Gehuwden verrichten minder loonarbeid dan ongehuwden en gehuwde vrouwen met kleine kinderen minder dan gehuwde vrouwen met oudere kinderen. Ook de hoogte van de opleiding speelt bij het al dan niet verrichten van loonarbeid een rol: hoe hoger de opleiding des te vaker wordt er door betrokkenen loonarbeid verricht. En tussen beide belemmerende factoren loopt de factor ,,leeftijd" als een rode draad. Jongere vrouwen hebben in de regel een hogere opleiding dan oudere vrouwen, terwijl een hogere opleiding gunstiger is voor het verrichten van loonarbeid. Zo heeft van de vrouwen tussen 50 en 65 jaar slechts 15 procent middelbaar of hoger onderwijs gevolgd en werkt slechts 27 procent van hen buitenshuis. Bij hun jongere sexegenoten (18 tot 25 jaar)

232

heeft 38 procent datzelfde opleidingsniveau en verricht precies de helft loonarbeid.

Weduwen Leeftijd speelt ook een rol bij de gezinssituatie waarin betrokkenen zich bevinden. Een niet onbelangrijk gedeelte van de ongehuwde vrouwen is tussen de 18 en 25 jaar oud. Vrouwen met kinderen bevinden zich in de regel inde leeftijdscategorieën 25 tot 35 jaar (wanneer de kinderen klein zijn) of 35 tot50jaar(wanneerde kinderen ouder zijn). De weduwen en gescheiden vrouwen zijn vooral te vinden in de categorie 50 jaar en ouder. Het hoeft dan ook nauwelijks nader betoog dat vrouwen voor wie zowel de gezinssituatie als het opleidingsniveau in dit opzicht belemmerend werken, relatief weinig loonarbeid verrichten. Het bleek al eerder, dat van de groep gehuwde vrouwen met kinderen tussen O en 6 jaar slechts 14 procent in loondienst is. De gezinssituatie lijkt moeilijk combineerbaar met het verrichten van loonarbeid. En dat geldt eens te meer wanneer betrokkenen bovendien een lage opleiding hebben: van de vrouwen uit deze groep met alleen een lagere-schoolopleiding — en dat is ruim 40 procent — heeft slechts één op de twintig een betaalde baan buitenshuis, tegen één op elke drie vrouwen met een middelbare of hogere opleiding.

Wensen Uit het laatste voorbeeld blijkt enerzijds, dat verschillende groepen vrouwen in wisselende mate belemmerd worden bij het (gaan) verrichten van loonarbeid, door opleiding en gezinssituatie. Juist blijkt echter anderzijds dat aan de hand van deze kenmerken nauwelijks,,voorspeld" kan worden of vrouwen, die in min of meer gelijke gezinsomstandigheden verkeren en een gelijke opleiding hebben genoten, daadwerkelijk loonarbeid verrichten of niet. Terecht moet de vraag gesteld, hoe te verklaren valt, dat onder min of meer gelijke, beperkende omstandigheden sommige vrouwen wél, andere géén loonarbeid verrichten. Een even voor de hand liggend antwoord op deze vraag zou kunnen zijn, dat vrouwen met min of meer dezelfde belemmeringen soms positief, soms negatief staan tegenover een betaalde baan buitenshuis. Met andere woorden: als je wilt dan doe je 't ook.

^föi^SE

We zagen, dat een kwart van de gehuwde vrouwen met kinderen (tussen O en 18 jaar) loonarbeid verrichtte. Binnen deze groep lag dit aantal op vier van de tien, voor vrouwen die positief stonden tegenover het verrichten van loonarbeid, en op een uiterst kleine drie procent voor vrouwen die er negatief tegenover stonden. De wens om loonarbeid te verrichten lijkt daarmee een belangrijke verklaring voor het daadwerkelijk hebben van een betaalde baan. Maar kunnen we verwachten dat een ieder zich gedraagt overeenkomstig de eigen wensen, wanneer de invloed van de belemmerende factoren is geneutraliseerd? Hoe komt het dan dat binnen de groep die positief staat tegenover betaald werk, toch bijna 60 procent thuisblijft? Niet alleen een positieve houding ten opzichte van loonarbeid is blijkbaar van belang, maar ook bij voorbeeld opvattingen over vrouwenemancipatie in het algemeen (waarvan het al dan niet verrichten van loonarbekJ immers een onderdeel is) en de houding van de eventuele echtgenoot tegen-

vu-Magazine 12(1983) ejuni 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 266

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's