GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1984 - pagina 48

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1984 - pagina 48

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

en de groeten va]! Sandino. ^

Refugio De laatste weken lijkt heel Nicaragua wel één groot padvinderskamp. Als de oorzaak daarvan niet zo tragisch was, zou je er vreselijk om kunnen lachen. Overal zijn mensen druk in de weer met pikhouwelen en spaden, met emmers en verbanddozen. In bijna alle wijken en in alle scholen en bedrijven zijn met grote snelheid brigades uit de grond gestampt van mensen die getraind worden in EHBO, brandbestrijding en puin ruimen. Vrouwen hebben zich in een oogwenk georganiseerd in brigades die de kinderopvang regelen in het geval van een invasie. Elke avond trainen nu de volksmilities en in de weekeinden organiseren zij lange marsen, bijna altijd ter herdenking van één of ander historisch feit, variërend van de geboorte van S/mon So//var in 1783 tot de moord op een aantal boeren en militairen in Rfo San Juan een week geleden. Het meest in het oog lopend zijn echter de grootscheepse graafaktiviteiten die sinds twee weken in stad en land ontplooid worden. Op de vele stukken ongebruikte grond van Managua — stille getuigen van de aardbeving van 1972 — zijn mensen in brigades bezig met het graven van bijna twee meter diepe, L-vormige gaten in de soms harde en gortdroge bodem. Onder de brandende zon of in de stilte van de nacht matten zij zich af om ,,refugios", schuilplaatsen te maken, die kinderen, zieken en bejaarden bescherming moeten bieden bij een eventuele luchtaanval. Achter al deze zichtbare aktiviteiten gaan schuil de urenlange vergaderingen waarin de noodplannen, die bij een interventie in wer-

34

king moeten treden, ontwikkeld en uitvoerig bediskussieerd werden. Op een buitenstaander zal dit hele pakket aktiviteiten wellicht wat belachelijk overkomen, maar ik ervaar hoe nuttig dit alles is; nog niet eens zozeer voor de praktische voorbereiding op een invasie, want het nut en de kwaliteit van al die trainingen moeten nog maar blijken — al hoop ik oprecht dat we nooit echt in de praktijk een proeve van bekwaamheid zullen hoeven af te leggen — als wel voor het psychisch welzijn van de mensen in deze spannende tijden. Het brede aanbod van aktiviteiten en fysieke arbeid heeft ertoe bijgedragen dat de spanning, die twee weken geleden bijna niet meer te verdragen was en mensen lam sloeg en hen machteloos en angstig maakte, nu enorm gedaald is. Mensen hebben hun onzekerheid en angsten kunnen omzetten in konkrete aktiviteiten, die hen suggereerden dat ze niet helemaal machteloos zijn bij een invasie. Studerend en werkend, oefenend en gravend konden ze hun angst, minstens gedeeltelijk, te boven komen. En al is er geen reden aan te nemen dat de objektieve dreiging is afgenomen, de subjektief ervaren spanning is in elk geval flink gezakt. Kortom, nog afgezien van het praktisch nut, het psychologisch effekt van deze massale, wat padvinderachtige aktiviteiten is positief. Toch is die toegenomen rust en weerbaarheid slechts één kant van het verhaal. De andere kant is een diepe ervaring die ons wordt opgedrongen door het

leven zelf; het leven, dat hier lijkt te worden samengebald tot zijn naakte essentie. Ordinaire aktiviteiten krijgen hier het karakter van oerervaringen, losse opmerkingen blijken in deze kontekst diepe waarheden te bevatten. Het leven op een vulkaan loutert meedogenloos, illusies en schijnheiligheid worden onbarmhartig ontmaskerd. Het leven zelf drijft ons tot de essentie. Tot deze harde essentie, dat er bij alle moed en strijdbaarheid uiteindelijk geen refugio, geen schuilplaats op deze aarde is: er is geen hogere macht die voor ons in de bres zal springen en ons zal redden uit de klauwen van dood en verderf; wij moeten het zelf doen, wij zijn zelf verantwoordelijk voor alles wat nog komen zal. Er is geen refugio, óók in die zin dat er geen weg terug is. Het revolutionair proces zal niet ophouden tegenkrachten op te roepen die het om zeep zullen willen helpen. Met die tegenkrachten zal niet gemakkelijk een kompromis te sluiten zijn dat de Nicaraguaanse nationale soevereiniteit eerbiedigt. Het wordt letterlijk weer een kwestie van ,,patria libre o morir" (vrij vaderland of sterven), zoals de oude sandinistische leus zegt Zo leven wij voortdurend in een paradox. Vorige week heb ik een avond lang samen met een groepje buurtbewo(o)n(st)ers gewerkt aan het maken van een refugio. Bij het licht van de maan en twee kaarsen hebben we de harde, weerbarstige aarde uitgegraven in de vorm van een meterslange L. Staande in de refugio, die al zo'n anderhalve meter diep was, te midden van stof en zand, terwijl grappen en serieuze verhalen rondom mij klonken, voelde ik ineens de vertrouwdheid en bescherming van de aarde. Hoewel ze weerbarstig is, de blaren stonden me in de handen, zochten wij bijna instinktief haar nabijheid en bescherming. Hier geen schuilkelders in betonnen metrobuizen, sombere parkeergarages en kille bankgebouwen, maar simpel terug naar de aarde. De aarde die een weldadige rust uitstraalde die samen met de lichamelijke arbeid zo heilzaam was voor onze gespannen zenuwen.

Kijkend naar het donkere gat in de grond wist ik dat het een illusie is te menen dat zo'n hol je zal beschermen als de napalmbommen vallen, zoals het eveneens een illusie is dat de Amsterdamse metrobuis je zal beschermen tegen de atoombommen van een kernoorlog. Ik voelde het zo helder, daar zittend op de rand van de refugio: er is geen refugio, er is geen schuilplaats, er is niets en niemand op wie je terug kunt vallen, als de machten van het kwaad (of dat nu B-52-bommenwerpers. Pershing ll-of SS20-raketten zijn) ongeremd hun gang zullen kunnen gaan. Zo leven we in een rare paradox: rust vinden in het graven van een refugio waarvan je tegelijkertijd weet dat die je niet zal kunnen beschermen. Het is niet de enige paradox van dit moment. Progressieve studenten van het seminarie, die op college het traditionele beeld van een almachtig God kristiseren, dat nog overheersend is in hun kerken, en die altijd met de God van de armen in de weer zijn, zingen ineens in de kapel uit volle borst de ene ouderwetse protestantse schlager na de andere, waaruit een godsbeeld spreekt van een almachtige, vijanden vernietigende, eeuwig triomferende God. Emotioneel zoeken ze steun in liederen die ze rationeel zouden veroordelen. Er is geen weg terug. Zonder tovermacht van een hogere macht, of dat nu Moeder Aarde, de God van de armen of de Here der heerscharen is, moeten we vooruit. De enige weg die ik momenteel zie is die van het gezamenlijk bundelen van onze liefde en inzet en vechten om te voorkomen dat de hel losbarst: hier in de vorm van napalmbommen van de Amerikanen, daar als atoombommen (of erger) van diezelfde Amerikanen of de Russen. We hebben geen andere keus, er zal geen refugio meer zijn. Het is inderdaad: patria libre o morir; of in universele termen: één wereld of geen wereld. Er valt niet aan te ontkomen! Ineke Bakker

Maar later, toen ik op de rand van de refugio zat uit te blazen en te kletsen, realiseerde ik mij dat er in wezen geen refugio is

vu-Magazine 13(1984) 1 januari 1984

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's

VU Magazine 1984 - pagina 48

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's