GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 467

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 467

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

De meeste wetenschap bestaat bij de gratie van de generalisering. Sommige wetenschappers zijn daar niet gelukkig mee. Zoals de Italiaanse historicus Carlo Ginzburg. Bij het type kennis dat hij voorstaat passen andere middelen: 'een goede neus, een scherp oog, intuïtie'. KOOS NEUVEL

Sherlock Holmes en de geschiedenis

I

n het begin van Umberto Eco's roman, De naam van de roos, die zich afspeelt in de veertiende eeuw, trekken William van Baskerville, een Engelse monnik, en zijn jeugdige assistent Adson naar een Italiaanse abdij. In die buurt treffen zij een aantal verwoed zoekende kloosterlingen aan. Voordat de monniken ook maar iets gezegd hebben neemt William het woord, geeft een nauwkeurige beschrijving van een gevlucht paard, weet welke kant het is opgegaan en kan hij zelfs vertellen hoe het paard heet. Adson is stomverbaasd wanneer blijkt dat de monniken inderdaad op zoek zijn naar een paard en de beschrijving ervan ook klopt. William en hij hebben immers helemaal geen paard gezien. Maar aan de hand van allerlei kleine tekens zoals hoefafdrukken, een paar kleine gitzwarte haren die in een tak zijn blijven hangen, legt William vervolgens aan Adson uit hoe de sporen te herkennen, waarmee de wereld als een groot boek tot ons spreekt. Maar hoe kon hij dan weten dat de naam

Sherlock Holmes: spoorzoeken. Foto Kjppa

van het paard Brunello was? William heeft hier een eenvoudig antwoord op; als zoveel monniken, waaronder hoge in rang, op zoek gaan naar een vermist paard, moet het wel gaan om het beste paard van de abt. En hoe kan dat mooiste paard anders heten dan Brunello, als zelfs de rector geen natuurlijker naam vond toen hij over een mooi paard moest spreken? Het Brunello-verhaal is gebaseerd op een stokoud sprookje dat al een aantal malen in een nieuw jasje is gestoken. Het verbazingwekkende van de vertelling is dat de hoofdfiguur door het met elkaar combineren van enkele futiele aanwijzingen iets te weten komt, wat hij normaal gesproken niet weten kan. "pm .^^ In de oudste versie van het sprookje worden de slimme

speurneuzen zelfs gevangen genomen omdat men hen ervan verdenkt zelf de paarden gestolen te hebben. Overigens zijn de voorbeelden van zulke staaltjes van redeneerkunst niet alleen te halen uit half vergeten sprookjes. Ook wie ooit verslaafd is geweest aan de boeken van Karl May of de avonturen van Arendsoog intens heeft meebeleefd, kan er over meepraten. Het waren altijd de indianen die zoveel vaardiger dan de blanken aan de hand van wat vertrapt struikgewas konden vaststellen wie er gepasseerd was en hoeveel dagtochten geleden dat was.

D

eze primitieve, op speculatie berustende kennis lijkt ver af te staan van de methoden van de wetenschap. De Italiaanse historicus Carlo Ginzburg ziet mssen beide benaderingen echter niet zo'n onoverbrugbare kloof. Dat laat hij tenminste zien in zijn uitvoerige essay Sporen dat eerder gepubliceerd is in het tijdschrift Raster en dat nu met andere essays is gebundeld in het boek Omweg als methode (uitgeverij SUN). Ook de wetenschapper blijkt zich vaak als spoorzoeker te ontpoppen. Ginzburg stelt dat men achter de naar aanwijzingen zoekende wetenschapper het oudste gebaar uit de intellectuele geschiedenis kan ontwaren; "Het gebaar van de jager, hurkend in de modder terwijl hij de sporen van zijn prooi onderzoekt." Dat beeld wijkt nogal af van de wetenschapper als koele registrator van de 'objectieve feiten', het beeld van iemand die zijn eigen subjectieve speculaties hooguit in de besloten familiekring botviert. De vooronderstelling achter dit beeld is dat ^ er 'objectieve feiten' bestaan die je eenVU-MAGAZINE - DECEMBER 1987

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 467

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's