GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 477

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 477

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ge aan uit de journalen van Joris van Spilbergen waaruit blijkt dat de geloofsbeleving veranderd was sinds de Reformatie. Van Spilbergen raakte in 1602 in Azië in zwaar weer verzeild. Zijn schip was zo lek geraakt dat dag en nacht pompen niet meer hielp. Daarop richtte hij zich tot God ' 'om ons met een ootmoedelick bidden tot sterven te bereyden ende Godt een selighe Ziele te ojferen". Verder van het geloof dat men de goden met schone beloften kan beïnvloeden kan een mens niet raken. Hiermee is overigens nog niet gezegd dat alleen degenen die tot de protestantse religie waren overgegaan zo ver waren. In 1625 werd een prekenbundel speciaal voor zeelieden gepubliceerd door domi-

De zeelieden vermelden dat er gebeden is, maar niet dat er heiligen zijn aangeroepen of beloften gedaan. nee Westerman. In dit boek kan men de passage vinden: "Vele in grooten nooden sullen oeck toesegginghen doen om den armen/ t'huys ghekomen zijnde/ rijckelijck te willen bedenken". Dit lijkt weer op ex voto gewoonten en Westerman spreekt daar geen negatief oordeel over uit. Misschien deed hij dat niet, omdat zijn armenkas wel wat aanvulling kon gebruiken. Een verschil met het geven van votiefgeschenken is er echter wel. De votiefgeschenken werden niet alleen in de kerk gehangen als teken van dankbaarheid en mogelijk als herinnering aan een angstige gebeurtenis. Het was ook de bedoeling om andere gelovigen op de hoogte te brengen van het wonder dat was geschied en daardoor hun geloof te sterken,

U

itgebreid gaat Van der Poel vervolgens in op de functie van het kerkgebouw in de zeventiende eeuw. Ook wanneer er geen diensten werden gehouden was de kerk een plaats waar het goed toeven was. Men kon er wandelen, mensen ontmoeten en schuilen bij regen. Veel orgels in protestantse kerken zijn gered doordat de kerk nog andere functies had dan het bieden van onderdak voor de eredienst. De calvinisten gebruikten het orgel aanvankelijk niet tijdens de dienst, maar omdat het veel publiek trok wanneer het buiten de dienst bespeeld werd, bleef het in de kerk.

34

De gewoonte om de kerk op deze manier te gebruiken bestond al vóór de Reformatie en werd daarna gewoon voortgezet. Ook de gilden bleven de kerken geschenken geven, meldt Van der Poel. Dit is op het eerste gezicht vreemd. Door de Reformatie waren de banden tussen de kerk en de gilden doorgesneden. Maar de gilden hielden het recht om hun leden in speciale gildegraven ter aarde te leggen en op die manier bleef de band bestaan. Gildenborden werden meer dan eens geschonken aan protestantse kerken als kerksieraad. Andere colleges van hoogwaardigheid.sbekleders bleven vergaderen in de ruimten bij de kerk. Voor hen was het daarom van belang dat de kerk een enigszins representatief uiterlijk had. Zij schonken kunstwerken en kunstnijverheid die de representativiteit kon opvoeren. Het ophangen van buitgemaakte vlaggen en andere oorlogstrofeën was niet alleen een gewoonte in de Staten Generaal zoals we weten van de eerste tekeningen van deze vergadering, maar kwam ook in kerken voor. Doel van het ophangen van de buitgemaakte vlaggen was de nagedachtenis aan de gebeurtenissen voor altijd te bewaren. In sommige kerken waren ook schilderijen aanwezig die aan een bepaalde gebeurtenis herinnerden en soms werden curiosa de kerk binngebracht. In Scheveningen werd een walviskaak ingemetseld in de muur en in de kerken van Hollum, op Ameland en in Noordwijk hingen eskimokano's. In veel gevallen wordt daarbij gemeld dat het binnenbrengen van deze voorwerpen in de kerk is 'ter eeuwige gedachtenis'. Volgens Van der Poel moeten we in dat kader ook de scheepsmodellen zien.

D

e scheepjes uit de tijd voor de Reformatie kwamen in bezit van de protestanten toen zij de katholieke kerken overnamen. Na de Napoleontische tijd was de Nederlands Hervormde kerk de erfgenaam van de vroegere calvinistische staatskerk en kreeg vervolgens de kerkinventarissen in bezit. Toen bij de Afscheiding van 1834 groepen de Nederlands Hervormde kerk verlieten werden zij gedwongen afstand te doen van aanspraken op delen van het bezit van de kerk. Nog steeds zijn het de Nederlands Hervormde kerken die veel scheepsmodellen in hun interieur hebben. In de negentiende eeuw verdween de gewoonte om zaken in de kerk op te han-

gen. Het ideaal van de spierwitgekalkte lege kerkmuren kwam toen in zwang. Heel wat, tot dan toe nog gedulde muurschilderingen, zijn in die tijd onder een laag kalk bedekt, Aan een aantal kerkjes in vissersdorpen ging deze trend van eenvoud en soberheid voorbij. De kerkjes waren door hun armoede al zo sober dat het enkele scheepsmodel dat er hing nu niet direct weggehaald hoefde te worden. In deze kleine, vrij arme gemeenschappen zijn in de negentiende eeuw nog enkele schenkingen gedaan. In de twintigste eeuw is, misschien tegen de verwachting in, de gewoonte van het schenken van scheepsmodellen aan een kerk weer toegenomen. Opmerkelijk is in dit opzicht Urk. Deze plaats is geplaagd door een groot aantal kerkscheuringen sinds 1834. ledere kerk kreeg, in navolging van de oudere kerken op Urk, een schip aangeboden van de gelovigen. Deze plaats heeft dan ook een record aantal schenkingen van scheepsmodellen aan kerken op zijn naam. De schenkingen in deze eeuw dateren vooral van na de Tweede Wereldooriog. Van der Poel weet eigenlijk geen goede verklaring voor de bloeiende gewoonten Hij wijt die mede aan de toegenomen reislust en welvaart van de bevolking na de oorlog. Het feit dat men in buitenlandse kerken scheepsmodellen ziet hangen, kan mensen aanmmoedigen in eigen kerk hetzelfde te doen. Vrome overwegingen spelen daarbij volgens de auteur geen rol. Slechts één persoon die hij sprak en die een scheepsmodel had geschonken aan een kerk, gaf toe dat voor hem persoonlijk de schenking wel iets te maken had met dankbaarheid. De vermelding die men in het buitenland echter wel tegenkomt op de schepen 'ter meerdere eer van God' of 'ter ere van Gods huis' is in Nederland niet algemeen van toepassing.

O

ok in de scheepsmodellen zelf is in deze eeuw iets veranderd. Waren voor de tweede helft van de vorige eeuw alle scheepjes in Nederland nog blokmodellen, tegenwoordig zijn het voornamelijk modellen met spanten. Een blokmodel is een scheepsmodel dat gehakt is uit een blok hout. Dat maakt het model zwaar, maar het is een stuk gemakkelijker te vervaardigen dan een model met spanten. De blokmodellen zijn niet altijd even fraai afgewerkt en vaak komen ze niet overeen met het schip waarvan ze een model zijn. De verhoudingen kloppen vaak niet en

VU-MAGAZINE - DECEMBER 1987

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 477

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's