GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 215

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 215

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

tot een nieuwe eenheid, een grandioze synthese, waarin elk brokje als een puzzelstuk op zijn juiste plaats valt. Gustave Flaubert heeft met die Encyclopedisten gemeen dat hij alles wat in zijn tijd voor kennis doorging wilde verzamelen en op zijn mérites wilde onderzoeken. Zijn onlangs in het Nederlands vertaalde boek Bouvard en Pécuchet is het resultaat van deze levenslange obsessie waaraan hij vooral de laatste zes jaar van zijn leven onafgebroken heeft gewerkt. Door Flauberts plotselinge dood in 1880 is het boek niet volledig tot voltooiing gekomen. Ter documentatie van zijn roman heeft Flaubert zich misselijk gegeten aan 1500 boeken op alle mogelijke terreinen: landbouwkunde, geneeskunde, religie, literatuur, archeologie, geschiedenis, filosofie en nog veel meer. Zijn boek was bedoeld als variatie op de Encyclopédie, met dit verschil dat bij Flaubert de kennis in duizend kleine stukjes versplintert en de theoretische eenheid, hoeveel kennis er ook verzameld wordt, steeds verder achter de horizon verdwijnt. Met dit verschil ook dat Flaubert zijn kennisverzameling niet ..beschouwde als het summum van wijsheid en verstand: hij had zijn roman de ondertitel de encyclopedie van de domheid willen meegeven. Domheid als centraal thema voor een boek is op zichzelf niet zo uitzonderlijk. Door meer mensen in de negentiende eeuw werd de domheid als een hinderlijke persoonlijke en maatschappelijke kwaal beschouwd; domheid die bestaat uit een gebrek aan kennis en waartegen in principe een eenvoudige remedie bestaat: door onderwijs, wetenschap, het aanleren van rationele denkwijzen zou elke debiliserende virusinfectie moeten afketsen op het resistent geworden maatschappelijk lichaam. De radicaliteit van Flaubert is er echter in gelegen dat hij de domheid niet aan gene zijde van de kennis situeert; de entstof van de wetenschap die immuniteit zou moeten bewerkstelligen, blijkt onzuiver te zijn; op onnaspeurbare wijze wordt het lichaam tegelijkertijd zowel met kennis als met domheid volgespoten. Of zoals Milan Kundera zegt: "Het meest schokkende, het schandaligste in Flauberts visie op de domheid is dit: de domheid vervaagt

VU-MAGAZINE—MEI 1988

niet ten overstaan van de wetenschap, de techniek, de vooruitgang of het moderne, integendeel, met de vooruitgang gaat ook zij vooruit!"

kunnen ontlenen aan de wetenschap, maar de wetenschap staat bol van de tegenstrijdigheden. Men denkt bijvoorbeeld dat de geneeskunde op een systematische wijze te e domheid wordt in Bou- werk gaat maar het blijkt dat iedere vard en Pécuchet in de eer- redelijke definitie van gezondheid en ste plaats belichaamd door ziekte ontbreekt, dat remedies prode twee gelijknamige hoofdperso- blematisch zijn en dat, wanneer ze nen, twee oudere kantoorklerken alle gezondheidskundige adviezen die, nadat ze een erfenisje hebben zouden opvolgen, het leven volstrekt gekregen, zich terugtrekken op het onmogelijk zou worden: "Omdat platteland. Bij alle activiteiten die ze zwarte koffie de zenuwen irriteert, daar ondernemen willen ze zich zo wilde Bouvard zijn kopje koflie na goed mogelijk laten informeren, ze het eten opgeven; maar hij viel na streven naar maximale zekerheid. Ze het eten in slaap en werd angstig voelen bovendien een dringende be- wakker, want lang slapen wijst op hoefte om alles wat ze lezen onmid- een dreigende beroerte." dellijk in de praktijk te brengen. Wanneer ze bijvoorbeeld iets lezen enheid en consistentie zijn in over de functies van het herkauwen, de wetenschap ver te zoeken. malen ze zelf hun voedsel fijn, "verNiet alleen principes en ideomengden het met speeksel, vergezel- logieën blijken een wankele basis te den de spijsbal in gedachten tot in bezitten, Bouvard en Pécuchet kode ingewanden, volgden hem zelfs men erachter dat wat we gewoonlijk met methodische nauwgezetheid en 'de feiten' noemen, van een nauweeen bijna religieuze aandacht tot in lijks minder dubieus gehalte zijn. zijn laatste consequenties." Dat merken ze wanneer ze zich een Daarbij laten de heren het echter beeld van de geschiedenis proberen niet, ze willen een kunstmatige spijs- te vormen. Zo wordt de stichting vertering bewerkstelligen en daartoe van Rome aan verschillende persobrengen zij wat vlees in eenflesjedat nen toegeschreven, lopen de meninmaagsap van een eend bevat, dat gen uiteen over de eeuw waarin Hoflesje dragen ze twee weken lang merus geleefd heeft, en moet volgens onder hun oksel, "met als enig resul- sommige handboeken de geboorte taat dat zij begonnen te stinken". van Jezus vijfjaar eerder worden geDat is het tragisch lot van de experi- plaatst dan men gewoonlijk doet. Er menten van Bouvard en Pécuchet, in worden bovendien telkens weer nagenoeg alle gevallen lopen ze uit nieuwe ontdekkingen gedaan die het op jammerlijke mislukkingen. beeld van de geschiedenis verandeMensen als Bouvard en Pécuchet ren. ontlenen hun overtuigingen aan wat anderen voor ze gedacht hebben, ze denken hetgeen er in de boeken staat rechtstreeks te kunnen overnemen en toepassen. Dat is hun domheid. Tot zelfstandig nadenken zijn zij niet in staat, elke ervaring is bij hen voorgecodeerd. Hetzelfde geldt voor Flauberts beroemde roman Madame Bovary; de hoofdpersoon meet haar eigen leven af aan die van Verder schrijven veel historici niet de romannetjes die zij leest, waarin onbevooroordeeld: zij trachten in de mensen een zoveel avontuurlijker hun werk de belangen van een relibestaan leiden dan zij. Ook Emma gie, een natie of een klasse te rechtBovary probeert haar leven in over- vaardigen. Maar ook de historici die eenstemming te brengen met de door een minder opzichtig gekleurde theorie maar haar experimenten bril naar het verleden kijken kunnen mislukken al even jammerlijk. nauwelijks echt betrouwbaar worDe domheid schuilt evenwel niet al- den genoemd. Elke historicus moet leen in de lezers van de boeken maar immers keuzes maken, hij kan niet evenzeer in de boeken zelf. Bouvard alles vertellen; en aangezien de en Pécuchet denken zekerheid te keuze van de documenten onvermijdelijk gebonden is aan de subjectivi-

D

E

De domheid schuilt niet alleen in de lezers van de boeken maar evenzeer in de boeken zelf.

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 215

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's