VU Magazine 1989 - pagina 380
Pas tegen het eind van de jaren zestig toonde Duitsland de tekenen van berouw, waar Nederland direct na de Tweede Wereldoorlog vergeefs op had gewacht. Toch ligt de verhouding nog altijd gevoehg. 'Mensen kunnen van elkaar houden, twee staten niet.'
Partners uit noodzaak WIM CREZEE In 1969 legt bondspresident Heinemann, in aanwezigheid van rabbijn Soetendorp, bloemen bij het Joodse Monument in de voormalige Hollandse Schouwburg aan de Amsterdam Plantage Middenlaan. Foto ANP
Al tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde de Nederlandse regering in Londen met de gedachte dat, met uitzondering van de oorlogsindustrie, de Duitse industriële capaciteit niet aangetast zou moeten worden. Een platgebombardeerd Duitsland zou een naoorlogse wederopbouw van ons land niet ten goede komen. Zonder een bloeiend Ruhrgebied zou Rotterdam geen achterland hebben. Zo kwam het dat al snel na afloop van de oorlog intensieve betrekkingen werden aangeknoopt met de voormalige bezetter. In 1955 waren Duitsland en Nederland als partners binnen de NAVO met elkaar verbonden en was het wederzijdse handelsverkeer intensiever dan ooit. De historicus Friso Wielenga beschrijft in zijn vuistdikke studie 'West-Duitsland: partner uit noodzaak', waarop hij enkele maanden geleden promoveerde aan de Vrije Universiteit, de politieke, psycholo26
gische en diplomatieke dilemma's die deze snelle integratie opleverde. Nederland mocht dan in velerlei opzicht weer betrekkingen hebben aangeknoopt met de oosterbuur, de wonden van de bezetting waren echter nog niet geheeld. Wielenga heeft zich vooral toegelegd op de periode 1949 (de oprichting van de Bondsrepubliek en de DDR) tot 1955 (toen beide Duitslanden werden opgenomen in respectievelijk NAVO en Westeuropese Unie enerzijds en Warschaupact anderzijds).
G
enoegdoening voor de geleden oorlogsschade zocht Nederland aanvankelijk via plannen voor annexatie van Duits grondgebied. In 1945 legde minister Van Kleflfens (Buitenlandse Zaken) een wens op tafel van liefst 10.000 vierkante kilometer. Daarmee zou Nederland met een derde vergroot worden. Al snel werd echter duidelijk dat zo'n claim haaks stond op
de internationale ontwikkelingen, waarin aan westerse zijde geen plaats meer was voor annexatie van Duits grondgebied. Nederland speelde na de oorlog slechts een marginale rol in de reorganisatie van Europa, zo wordt duidelijk uit de studie van Wielenga. Uiteindelijk vond in 1949 een voorlopige 'aanhechting' plaats van 70 vierkante kilometer. Economisch gezien waren deze grenscorrecties van geen betekenis; alleen uit verkeerstechnisch en waterstaatkundig oogpunt hadden zij enig belang. Ookfinancieelkreeg Nederland niet wat het wilde. De claim die Nederland had ingediend op de conferentie over herstelbetalingen in 1945 in Parijs loog er niet om; 25 miljard gulden. Het touwtrekken over deze kwestie is tekenend voor de ambivalente houding van Nederland. Enerzijds zag men in dat het financieel uitkleden van Duitsland funest zou zijn voor de handelsbetrekkinVU-MAGAZINE—OKTOBER 1989
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
VU-Magazine | 484 Pagina's