GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 29

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 29

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ook de andere media; wie leest op zaterdag nog alle bijlagen van de Volkskrant? Niemand toch? Het medialandschap raakt overvol. En dat is moordend voor de consument. Men selecteert niet langer doelbewust, maar pikt zo hap-snap hier en daar iets mee. Het kan niet anders dan dat zoiets ook de wijze van kijken naar kunst en cultuur, waar het aanbod overigens even overweldigend is, diepgaand beïnvloedt. Wat kunst betreft - en dat geldt de beeldende kunst, de literatuur en andere cultuuruitingen in gelijke mate ~ rent men van het ene hoogtepunt naar het andere, zonder dat er een moment van bezinning mogelijk lijkt, en zonder dat men zichzelf rekenschap geeft van mogelijke verbanden tussen het een het ander. De hedendaagse cultuurconsument gaat zich in toenemende mate te buiten aan speeltuingedrag: net een kind dat, losgelaten in de speeltuin, van de ene attractie naar de andere rent. Dat de gemiddelde omlooptijd van culturele produkten niet meer dan twee maanden bedraagt, bevestigt deze gedachte.

J

e kunt niet zonder meer zeggen dat er minder gelezen wordt dan vroeger; er wordt anders gelezen, minder intensief, en men maakt een beperktere keuze uit het aanbod. De bestsellers krijgen daarin een steeds groter aandeel. Van de meeste literaire uitgaven worden zelden meer dan tweeduizend exemplaren verkocht; voor poëzie is dat nog veel minder. Alleen het handjevol boeken dat in een of andere boekentop-tien terechtkomt, steekt daar maar dan meteen ook vaak met kop en schouVU-MAGAZINE—JANUARI 1989

Prof. dr. J.L. Goedegebuure (1947) is hoogleraar in de taal- en literatuurwetenschap aan de Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg. Op 17 november j.l. hield hij daar de diesrede, getiteld 'Afscheid van het lezen?' Goedegebuure schrijft literatuurkritieken in de Haagse Post. In boekvorm publiceerde hij onder meer 'Decadentie en literatuur'. Komend voorjaar verschijnt bij de Arbeiderspers een bundel essays over de Nederlandse literatuur in de afgelopen twintig jaar. Interview: Gert J. Peelen Foto: Ronald Hoeben

ders - bovenuit; tien-, twintig-, soms zelfs honderduizend verkochte exemplaren zijn dan geen uitzondering. Ook hier speelt echter de televisie weer een doorslaggevende rol. De verkoop van een boek wordt allang niet meer bepaald door Hteraire kritieken in de dag- of weekbladen, maar door het feit dat zo'n boek te zien is geweest bij Sonja of bij Adriaan van Dis. Veel van die goedverkopende titels worden aangeschaft om aan de conversatie te kunnen deelnemen. Je moet met die boeken gezien kunnen worden; The embarrassement of riches, De naam van de roos, ze horen op je salontafel. Maar ik heb er, eerlijk gezegd, weinig fiducie in dat die boeken ook daadwerkelijk gelezen worden. Ik geloof er niets van. Met die goed verkochte biografie van Sartre, door Annie Cohen-Solal, ben je minstens een week lang iedere avond van acht tot twaalf zoet. Wie doet dat nog? Men ruikt er hooguit aan, of leest hier en daar een stukje. En zo ontstaat een wanverhouding tussen het gewicht - of er ook sprake is van kwaliteit laat ik even in het midden - van zo'n boek en n'importe

welke cukurele manifestatie, en de manier waarop daaraan aandacht wordt besteed door het publiek waarvoor ze bedoeld zijn.

H

et zal niemand verbazen dat men mij, omwille van mijn cultuurpessimisme en dat is het -, wel een elitair standpunt verwijt. Aan mij dus de taak te bewijzen dat, in mijn geval, literatuur een waarde heeft die uitstijgt boven het esthetisch gehalte ervan. Ik leg dan vooral de nadruk op literatuur als kennisbron; een middel datje bepaalde inzichten verschaft. Literatuur heeft in dat opzicht duidelijke raakvlakken met geschiedenis, met filosofie, zelfs met religie. Literatuur kan dienen om iets meer over jezelf en je plaats in het bestaan te weten te komen; niet alleen in het perspectief van het hier en het nu, maar vooral ook vanuit het perspectiefvan het verleden. Literatuur van enige waarde is altijd geworteld in de geschiedenis en legt heel dikwijls ook rekenschap af

die manier kan literatuur genoten worden als iets waarmee je enig historisch besef krijgt aangereikt: enig zicht op het feit dat er meer is dan de waan van de dag, en op wat ons, vanuit het verleden, mede bepaald heeft. Literatuur biedt de mogelijkheid dat te reflecteren. Negatief geformuleerd geldt als argument voor de autonome waarde van de literatuur, dat zonder dit fenomeen de wereld op den duur nog uitsluitend zal bestaan uit de actualiteit; er blijft dan niets anders over dan wat zich via de publiciteit op een bepaald moment aandient. Daarna komt wel weer wat anders. En omdat je je er zo weinig intensief mee bezig hebt gehouden, ben je het ook meteen weer vergeten. Daarmee gaat ook het laat ik het maar even zo noemen - culturele erfgoed verloren. Het is er wel, ergens opgeslagen in musea en stoffige bibliotheken, maar het wordt niet meer geactiveerd, omdat het niet langer als

'Er blijft niets anders over dan wat zich via de publiciteit op een bepaald moment aandient,' van de positie van de auteur, van mensen in het algemeen, ten opzichte van de eigen geschiedenis. Ter illustratie van die stelling neem ik altijd graag het werk Harry Mulisch als voorbeeld. Daarin wordt het lot van de individuele personages steeds afgezet tegen de geschiedenis als een soort totaliteit van het menselijk zijn, van de menselijke kennis, van menselijke waarden. Op

maatschappelijk relevant wordt ervaren. Dat erfgoed is daardoor in hoog tempo aan het fossiliseren. Ik vind het verdwijnend besef van historische continuïteit dat van deze fossilisering het onmiskenbare gevolg is, tamelijk bedreigend. En dat dan niet alleen voor de cultuur in het algemeen of de literatuur in het bijzonder, maar voor de samenleving als geheel.

9

27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 29

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's