GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1992 - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1992 - pagina 19

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

•xS.,

Mi-

i®ffiKJm^^sfcï««}

de Cruquius over de grootste stoommachine die ooit gebouwd is. En ook het feit dat die ene cilinder acht pompen aandreef waarmee een flinke plas water van 830 miljard Hter over een niveauverschil van vijf meter werd opgepompt en afgevoerd, heet uniek te zijn in de w e reld. Maar dat zijn slechts de dorre, technische details. Liefhebbers van oude stoomtechniek mogen blij zijn dat de mastodont er nog staat - aan de rand van de Haarlemmermeerpolder, bij Vijflhiuizen, onder de rook van Heemstede. Nadat elektrische en dieselaggregaten de stoommachine in efEciëntie hadden voorbijgestreefd, was de Cruquius niet meer nodig om de polderbewoners te vrijwaren van natte voeten. Het gemaal werd met sloop bedreigd tot het een blijvende bestemming kreeg als museum. Wehswaar is daarin de door vrijwilligers glimmend gepoetste machinekamer de grootste trekpleister, maar daarnaast valt in dit 'poldermuseum' heel wat kennis op te doen over het technisch vernuft waarmee de bewoners van dit laag gelegen landje bij de zee, door de eeuwen heen het hoofd boven water wisten te houden. Dat er iets moest gebeuren om de zich verraderlijk uitbreidende waterplas tussen Amsterdam, Haarlem en Leiden in te tomen, werd pas na veel geharrewar rond 1840 besloten. De meren en meertjes hadden zich in de loop der eeuwen, onder invloed van zee- en hemelwater, tot één grote Haarlemmermeer samengevoegd. Ondanks de grote risico's voor de plattelandse oeverbewoners en de scheepvaart ('scheepshel' als vermoedelijke oorsprong van de naam Schiphol, geeft aan dat het er flink kon spoken!) was het water van vitaal belang voor de drie steden: als scheepvaartverbinding, als reservoir van vers water om er de stadsgrachten mee door te spoelen, en bijvoorbeeld ook als visvijver. Koning WiUem I (de link met het koningshuis lijkt niet te vermijden) wist door krachtdadig ingrijpen de door tegengestelde belangen veroorzaakte verdeeldheid te overwinnen. Eigenmachtig besloot hij tot het aanleggen van een dijk om het o m vangrijke meer; de eerste stap op weg naar inpoldering. Dat het drocgmalen uiteindelijk met behulp

van stoom (een dubieuze nieuwhchterij in die tijd) geschiedde, was voor een belangrijk deel ook aan de wilskracht van deze vorst te danken, die, mede hierom, wel is bestempeld als 'de technische koning'. Hij stelde een commissie in die, na afweging van de onderscheiden kosten van wind- en stoomkracht, concludeerde dat het karwei met stoomgemalen net iets voordehger te klaren zou zijn dan met de anders benodigde 160 windmolens. Langs de dijk werd een ringvaart gegraven. Vandaar zou het opgepompte -water worden afgevoerd via de Oude Rijn, langs Katwijk, naar zee. Voor het droogmalen werden drie stoomgemalen gebouwd: de Leeghwater die in 1845 gereedkwam, de Lijnden die in 1848 aan het werk werd gezet, en de Cruquius die in 1849 in bedrijf kwam. Tien miljoen harde negentiende-eeuwse guldens kostte de drooglegging, die in 1852 een feit was. De gemalen bleven nadien verantwoordeHjk voor het op peü houden van het grondwater in de vruchtbare polder, die door ziekte en ongerief trotserende pioniers in bezit werd genomen. Toen de Leeghwater en de Lijnden werden uitgerust met moderne pompen, werd de Cruquius van deze taak ontheven. N a 84 jaar trouwe dienst kwamen in 1933 de acht gietijzeren balansen, die als de vangarmen van een octopus uit de neogotische vensters van de ronde kasteeltoren steken, langzaam maar definitief tot stilstand. De gemalen zijn destijds alle vernoemd naar waterbouwkundigen die ooit plannen in de richting van het droogmaken van de Haarlemmermeer hadden gekoesterd. Naast die van de vermaarde Leeghwater, en de minder bekende Baron van Lijnden, gebruikte men daarom de naam van Nicolaas Samuelsz. de Kruik (1678 - 1754); een cartograaf en landmeter die naar de mode van zijn tijd zijn achternaam latiniseerde tot Cruquius. Zijn ontwerp voor de droogmaking van de Haarlemmermeer stamde al uit 1712. Deze als querulant te boek staande waterbouwkundige schetste zijn plan samen met twee collega's J. Noppen en Melchior Bolstra. Zij raakten in het vergeetboek. Dankzij het verbinden echter van de naam

Cruquius aan het gemaal, leeft deze man nu bovendien voort als naamgever van onder meer een snackbar, een autosloperij en een handel in brandhout, en is zelfs het gehucht dat rond het gemaal verrees, naar hem vernoemd. 'De Kruuk', zoals het gemaal door een groep bezielde vrijwilligers hefkozend wordt betiteld, vormt, naar nu dan officieel is erkend, een mijlpaal in de ontwikkeling van de techniek. Deze vrijwilligers zouden overigens niets liever zien dan dat de immense stoommachine o p nieuw in beweging kwam. Met dat doel voor ogen steken zij hun vrije tijd in het onderhoud en de restauratie van het mechaniek. Of deze reanimatie ooit succesvol zal zijn, is hoofdzakehjk een financiële kwestie; men komt ongeveer één miljoen gulden tekort. Wellicht vormt de onderscheiding als mechanical landmark een nuttig drukmiddel o m dat geld alsnog bijeen te sprokkelen. Maar zeker is dat in en rond de Cruquius nooit meer het gesis van ontsnappende stoom zal weerklinken. Na het buiten gebruik stellen van het gemaal, werden de stoomketels die de cilinder onder druk zetten, afgekeurd en gesloopt. Mocht het er ooit van komen, dan zal een-dieselmotor de zuigers, balansen en pompen in beweging moeten brengen. In het ketelhuis, op de plaats waar tot 1933 de stokers de kolen op het vuur gooiden, wordt nu, met behulp van woord en beeld, met maquettes, en met modellen van windmolens en stoommachines, de ontwikkeling bevattelijk in beeld gebracht, die het inachtige malen van de Cruquius als onbetwist hoogtepunt heeft gehad. Het is een ontwikkeling die aangeeft waarin een klein land groot kan zijn; bovenal hoe dat landje, door middel van handigheid en techniek, erin slaagde steeds meer vaste grond onder de voeten te krijgen. En daarvoor mag best de hoed gehcht. Museum 'De Cruquius', Cruquiusdijk 27, Cruquius, gemeente Haarlemmermeer. Telefoon: (023) 28 57 04. Van 1 april tot 1 december op werkdagen geopend van 10.00 tot 17.00 uur; zaterdag en zondag van 12.00 tot 17.00 uur. Van 1 december tot 1 april alleen op afspraak.

17 v u MAGAZINE JANUARI !<?92

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1992 - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's