VU Magazine 1993 - pagina 269

E Z o Biljarten Terwijl Postbus 51 bijna dagelijks de stimulerende kreet 'Onderneem het maar!' laat horen (u kent het spotje wel: jongeman kan niet biljarten, wel een beetje hockeyen en is daarom onder muzikale begeleiding van de Dire Straits maar een winkel in

ondernemerschap. Niettemin verwacht een ruime meerderheid aldus in korte tijd rijk te zullen worden. Een boze droom, zo blijkt in veel gevallen; werkweken van tussen de vijfentachtig en de honderd uur (de tijd in het bedrijf gestoken door een bijspringende levenspartner niet eens meegerekend) en een inkomen dat het bij lange na niet haalt bij hetgeen de starter verdiende toen hij nog in loondienst was. De meeste nieuwe ondernemers weten niets van kostenbeheersing, laat staan van failliet gaan. Maar dat laatste, daar komen ze dan in veel gevallen dus vanzelf achter. Die jonge handelaar in sportsokken krijgt straks misschien nog alle gelegenheid zich in het biljarten te bekwamen. (GJP)

<l?^:t/-t:i~\-T~ sportsokken begonnen), blijkt dat bij nader inzien toch niet zo'n heel erg goed advies van de overheid. Van de circa veertigduizend ondernemingen die jaarlijks worden opgericht (dat zijn er zo'n honderdtachtig per werkdag!) wordt zestig procent door een faillissement of anderszins kort daarna weer stop gezet. Robert L. Blom die in het dagelijks leven gebukt gaat onder een baan bij het Nederlands Faillissementenregister heeft het wel en wee van startende ondernemers onderzocht en komt in zijn rapport 'Ondernemer worden, ondernemer blijven' tot deze schokkende slotsom. De schade van dit ondernemersleed, die voor rekening komt van bedrijfsleven en schatkist, bedraagt maar liefst 6,2 miljard gulden. Het advies van de overheid om eigen baas te worden, blijkt vooral gehoor te vinden bij 35-plussers die nog in loondienst zijn, maar met ontslag worden bedreigd, en die in'het geheel niet zijn voorbereid op het zelfstandig

Vrouwenbladen In de nieuwste Margriet staat een interview met de koning van de lach, John Lanting, waarin hij vertelt over de ellende die hij heeft meegemaakt, vooral in en vlak na de oorlog, en hoe die nare tijden hem gelouterd hebben: "als je op sterven na dood bent geweest, als je de andere kant van de scheidslijn hebt gezien, kan datje een hoop durf en levenskracht geven." Dit soort interviews zijn voor de meeste lezeressen de belangrijkste reden om vrouwenbladen te lezen, concludeert Joke Hermes, die onderzocht wat vrouwenbladen voor hun lezerspubliek betekenen. Hermes ondervroeg tachtig fanatieke, Nederlandse en Engelse, vrouwenbladenlezeressen en -lezers. Naast de, altijd goed aflopende, verhalen over mensen die ernstig ziek zijn, gescheiden, getroffen door de dood van een gezinslid of op wat voor manier dan ook proble-

C H T

men hebben, maar die inmiddels vruchtbaar hebben verwerkt, betekenen ook de praktische, huishoudelijke tips veel voor de lezeressen: 'Zo maakt u van een rest bruine bonen een heerlijke salade', 'Zet de schaar in die oude zomerjurk, met een leuke applicatie is hij weer als nieuw'. De mensen die Hermes interviewde vonden het leesgemak ook een belangrijk pluspunt van vrouwenbladen. Met kinderen om je heen die steeds aandacht vragen zijn de korte en aantrekkelijk geschreven stukjes tekst in bladen als Libelle en Margriet ideaal leesvoer, (RB)

Honneopathie Zodra we de resultaten weten van het onderzoek van de homeopathische arts Elly de Lange-De Klerk naar het nut van homeopathische middelen voor altijd-verkouden-kwakkelkinderen met steeds terugkerende bijholte-

en oorontstekingen, kunnen we een definitief oordeel vellen over de waarde van homeopathie, stelde de epidemioloog / Kleijnen, die gespecialiseerd is in onderzoek naar alternatieve geneeswijzen, vorig jaar in dit blad. Kleijnen noemde het onderzoek van De Lange een "toponderzoek" omdat de manier waarop het opgezet en uitgevoerd is volledig beantwoordt aan de eisen die de reguliere wetenschap stelt en omdat het daarnaast ook naar de maatstaven van homeopaten een perfect onderzoek is. Inmiddels is De Lange gepromoveerd en kunnen we dat definitieve oordeel vellen: homeopathische middelen hebben geen effect. De ongeveer negentig proefpersoontjes die met homeopathische middelen werden behandeld waren gemiddeld 41 dagen per jaar ziek. De andere helft die een placebo kreeg was gemiddeld 47 dagen per jaar ziek. Dit kleine verschil is echter niet statistisch significant, dat betekent dat het ook op toeval kan berusten. Officieel zou het gordijn nu moeten vallen voor de homeopaten, maar het statistisch niet-significante, minieme effect dat hun middelen blijken te hebben zal voor veel van hen, ten onrechte, reden zijn om hun tent vooralsnog niet te sluiten, (RB)

ILLUSTRATIES AAD MEIJER

^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen