VU Magazine 1993 - pagina 394
DEUITSPRAAK OWvu.
-•Wi
^^5 dat -^i^»
^e/
^^^^fr^efc_
^o?^^'•%/s toch «• ^ ^ •
^^aa/ Om. en er ^^^ 6ee^;e
^are
Dichten Zo'n uitspraak m de krant op vrijdagmorgen, zo terloops tussen de bloeddoorlopen verslagen van oorlog en ellende in, brengt klaarheid in het leven. Zoals ook de poëzie doet waarop het citaat betrekking heeft. De woorden zijn gezegd door de vijfenzeventigjarige Vijftiger Bert Schierbeek die in de Volkskrant ondervraagd wordt. Aanleiding tot het vraaggesprek is de verschijning van zijn jongste dichtbundel 'De zichtbare ruimte' (De Bezige Bij, f37,50).
40 v u MAGAZINE OKTOBER 1993
De geciteerde uitspraak is het antwoord van de knoestig ogende maar immer beminnelijke Schierbeek op de onontkoombare vraag wat dichten is: woorden uit hun verband rukken, afstoffen en ze weer terugzetten. In zijn nieuwste bundel zegt hij grootmeester in het maken van dichterlijk proza en prozaïsche poëzie hetzelfde anders, maar ogenschijnlijk even alledaags:
'e' Zegt
7/
Door D. Prinsen de realiteit ontrafelen de rafels weer aan elkaar zetten zodat de scheuren zichtbaar blijven dichten dus
Dichten is: verwarring stichten om ruimte te scheppen. Vooral dat laatste, zoals Willem Hessels, een vooroorlogse collega van Schierbeek het ooit verwoordde:
Het staat er, helder, fris en zonder opsmuk, zoals de gemixte Twents-Groningse komaf van de dichter het hem voorschrijft; Glanerbrug, Beerta, Boekelo, plaatsen die licht, lucht en overzichtelijkheid oproepen. Zonder omhaal van woorden. Want dichten is niet: rijmelend gezwijmel, zweverig gezever, gelikte lulkoek lekkend uit loopse pennen. Dat is niet dichterlijk. Dat is liederHjk. Poëzie is zeker ook geen boodschappentas; het gedicht is de boodschap. Dichten is het plegen van woordbreuk: het schoppen tegen afgezaagde zinnen, het ranselen van sleetse regels, het trouweloos tikken tegen termen tot ze v/eer als nieuv/ zijn, kersvers, onvermoede glans en perspectief vertonend.
Dichten is dromen met open ogen en zolang kijken, tot de starre wand tussen de dingen wijkt In de open plek die zo ontstaat komt een mens weer op adem. Er is geen zinloze leegte ontstaan, maar een ruimte die, tast- en zichtbaar, diepte krijgt en betekenis ontleent aan de omringende tekst. Praatjes vullen geen gaatjes. Poëzie wel. In poëzie wordt werkelijkheid ontrafeld, worden scheuren gemaakt, en gaten gedicht. En daarom ga ik vandaag nog een mooie, lege plek in mijn boekenkast creëren, voor deze nieuwe Schierbeek.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993
VU-Magazine | 484 Pagina's