GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 457

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 457

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VOORUITGANG beschimpingen van voorbijgangers en aan hun aandrang tot het werpen van straatvuil, eieren, en rotte vis. O o k de oorsprong van "het blok aan het been" wordt duidelijk bij het zien van het zware houten blokmet-kettingen waarvan men het been van een veroordeelde, bij wijze van schandstraf, voorzag. De overgang van schandstraf naar lijfstrafwas niet zo heel groot voor een zestiende- of zeventiendeeeuwse rechter. Desondanks gaat er een huivering door het vertrek bij het zien van de fors uitgevoerde merkijzers die, in roodgloeiende toestand, dienden om er veroordeelden mee te brandmerken en aldus te voorzien van een levenslang stigma in de vorm van bijvoorbeeld het stadswapen. Radikaler nog dan dat was uiteraard de doodstraf die onder meer met de eveneens in dit vertrek geëxposeerde zwaarden of bijlen kon worden uitgevoerd. "We weten het niet zeker", zegt de gids op een samenzweerderige toon die de indruk wekt dat hij zich geschied-wetenschappelijk gezien nu even op glad ijs gaat begeven, "maar het vermoeden bestaat dat met die bijl die u daar rechts ziet, Johan van Oldenbarneveldt onthoofd is." "Maak het kort", sprak, naar wij allen weten, de historische figuur in kwestie tot zijn beul. Een heel begrijpelijk verzoek. Want dat dit type terechtstelling niet door iedere scherprechter even pijnloos en efficiënt werd uitgevoerd, leren wij uit het verhaal over Evert Janse. Deze beul werd vanwege zijn slordige wijze van onthoofden door veroordeelden gevreesd, en door het publiek veracht; zozeer zelfs dat hij om die reden in 1523 is vermoord. Janse's opvolger mocht op zijn beurt de moordenaar onthoofden. De debutant kon het, volgens de overlevering, wèl snel en vakkundig. Onthoofden was al met al een milde manier om een doodvonnis tenuitvoer te brengen. Het kon altijd nog erger, zo blijkt als wij ons aandachtig luisterend rond het 'radbraakkruis' scharen: een massief eiken speculaasplank met gespreide armen en benen, en een kuiltje in het hout op de plaats van het hoofd, waarop de beul in vroeger eeuwen de ter dood veroordeelde vastbond om hem met een gietijzeren honkbalknuppel al zijn botten te breken, alvorens hem,

met een dito hamer, in de hartstreek de genadeklap toe te dienen. Ondanks de suggestie die de naam 'Gevangenpoort' wekt, werd gevangenisstraf slechts bij hoge uitzondering opgelegd, en dan nog vrijwel alleen aan personen uit de hoogste standen, die financieel in staat werden geacht zelf te voorzien in de hoge kosten van hun onvrijwillig verblijf in deze, uit circa 1350 stammende, 'Voorpoort van den Hove van Holland'. De machtigen en weigestelden werden, al dan niet in het gezelschap van een persoonlijke bediende, ondergebracht in bijvoorbeeld de 'ridderkamer' (het vertrek waarin Cornells de Witt verbleef voor hij in 1672 samen met zijn broer Johan naar buiten werd gesleurd om door het door Willem III en zijn oranjekliek opgestookte gespuis op beestachtige wijze te worden afgemaakt. Het gewone volk, kortom, werd óf veroordeeld tot een lijf- of schandstraf, óf verdween als ordinaire dwangarbeider langdurig achter de tralies van het rasp- of spinhuis. De Gevangenpoort telt, afgezien van de kamer waarin gegijzelden werden vastgehouden zolang hun schulden niet waren voldaan, dan ook eigenlijk maar drie cachotten. In elk daarvan moesten gemiddeld zo'n vijftien man samen één stinkend secreet en één vochtige, beschimmelde ruimte van vier bij vier delen. Wie daar zat was trouwens vaak geen gestrafte, maar een verdachte die de misdaad die hem ten laste was gelegd, nog niet bekend had. Zonder zo'n bekentenis was het, volgens de rechtsregels uit die tijd, niet mogelijk om een verdachte te veroordelen. De rechters hadden er dus alle belang bij om een verdachte snel tot bekennen te dwingen. Werd met een eerste verhoor m de 'examineerkamer' het gewenste resultaat niet bereikt, dan bracht men de verdachte over naar de pijnkelder, waar de beul met zijn scala aan folterwerktuigen hem voor een 'scherper examen' wachtte. De rondleiding voert uiteraard ook langs deze krap bemeten kelder, waarheen de gids ons met veerkrachtige tred is voorgegaan. Daar legt hij de werking uit van pijnbank, been- en handschroef, en van de heel speciale marteling die ook de reumatische Cornells de Witt heeft

moeten ondergaan, waarbij de verdachte eerst wordt opgehesen om daarna, met gewichten verzwaard, rechtstandig en blootsvoets te worden losgelaten boven een putje met harde metalen uitstekels. De gids raadt andermaal de kinderen in het gezelschap aan het hier getoonde en gehoorde maar snel weer te vergeten. Maar de fascinatie voor al die gruwelijkheden staat m de ogen van het grut te lezen. Geen van de bezoekers kan er trouwens aan ontkomen. Want hoe groot de historische waarde van dit eeuwenoud gebouw ook mag zijn - dit m o nument waar tal van historische kopstukken als de gebroeders De Witt, Witte de With, Reinier van Oldenharneveldt (zoon van Johan), maar ook Coornhert, en martelaren als Jan de Bakker, ooit tegen hun wil verbleven -, de aantrekkingskracht van de Gevangenpoort op het grote pubhek blijkt toch vooral te worden bepaald door de straf- en folterwerktuigen die hier in hun authentieke entourage getoond worden. Was de mens van vier-, vijf- of zeshonderd jaar geleden gewelddadiger en wreder dan die van nu? Dat valt, gezien het bloed dat dagelijks, in elk journaal opnieuw, bijkans uit de beeldbuis druipt, ten zeerste te betwijfelen. Maar wel is er, voor de gewetensvolle bezoeker die na een uurtje griezelen en gruwen weer oog in oog staat met het Den Haag van vandaag, het knagen van een plaatsvervangend schuldbesef; een zekere wroeging vanwege een kennelijk instinctmatige aandrang tot het begaan van wreedheden jegens de eigen soort. In dat licht vormt een bezoek aan de Gevangenpoort één grote aansporing om lid te worden van Amnesty International, al was het maar uit zelfbescherming. Is die stiekeme fascinatie voor het geweld, gecamoufleerd door dat flinterdunne laagje historische interesse, tenminste nog ergens goed voor.

Rijksmuseum Gevangenpoort, Buitenhof 33, 's-Gravenhage, is elke dag geopend. De rondleidingen beginnen op werkdagen op elk heel uur (in juli en augustus ook op de halve uren) tussen 11.00 uur en 17.00 uur; op zaterdag en zondag tussen 13.00 uur en 17.00 uur).

15 v u MAGAZINE DECEMBER 1993

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 457

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's