VU Magazine 1993 - pagina 160
RieKs op aen Akker: "Een taalsprekende zichzelf niets te melden."
computer
heeft
uit
der het taalniveau zit. Bij de computer is dat niet het geval, daar moetje alles tot in de puntjes formaliseren." O p den Akker wijst er op dat de wens de taal te formaliseren een lange traditie kent. "Een filosoof als Lxibniz was ervan overtuigd dat we aUe denken net zo konden formaliseren als rekenen. Bij een meningsverschil kunnen we ons dan even terugtrekken en berekenen wie er gelijk heeft. Maar zo zit de wereld met in elkaar. En dat is misschien maar goed ook." Btig^^^^ii^B?"'
26 v u MAGAZINE APRIL 1 9 9 3
koffiezetten
Daarmee is niet gezegd, vindt Rieks op den Akker, dat pogingen om het natuurlijke taalgebruik te formaliseren, nutteloos zijn. Integendeel, het ideaal van een volmaakte natuurlijke-taalverwerkende computer is misschien onhaalbaar, het streven ernaar is zmnig. "Het feit dat er veel armoede en gev/eld m de wereld bestaat en v/aarschijnlijk altijd zal blijven bestaan, maakt het toch ook niet zinloos om naar de afschaffing ervan te streven? Het ideaal van een computer die natuurlijke taal kan verwerken heeft iets prettigs. Maar ik vind niet datje de verwachtingen moet opkloppen. Je moet realistisch zijn. Ik vind het heel
kwalijk als onderzoekers verwachtingen wekken om maar geld te kunnen krijgen, terwijl ze er m een gesprek met hun buurman over zitten te lachen. Ik denk dat zoiets heel vaak gebeurt." Er is nog een meer filosofische reden v/aarom Rieks op den Akker het onderzoek op het gebied van de kunstmatige intelligentie belangrijk vindt. De machine kan de mens iets over zichzelf leren. "De machine is een soort karikatuur van de mens. De robot is een arbeider. Hij bakt brood maar eet zelf niet mee. Het koffiezetapparaat zet koffie maar lust zelf geen kopje. Dat apparaat is een uitwendige objectivering van ons proces van koffiezetten. Dat is voor ons allemaal heel nuttig. Als je het hele bedrijfsleven nu gaat informatiseren en robotiseren, dan k o men we in zekere zin tegenover onszelf te staan. Door die uit^vendige objectivering nemen we afstand van die manier van mens-zijn die vroeger als ideaalbeeld gold. Dat beeld staat nu tegenover ons. Maar er is kennelijk iets meer en wat dan? Waar gaat het om? "Een docent van mij zei vroeger: als ze aan mij vragen v/at het verschil is tussen een mens en een computer dan zeg ik: machines kunnen geen machines uitvinden. Daar ben ik het mee eens. De mogelijkheden tot programmeerbaarheid zijn zelf niet programmeerbaar. Je kunt het brein misschien opvatten als een informatieverwerkend systeem. Maar het grote verschil is dat een taalsprekende computer uit zichzelf niets te melden heeft. Een kind
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993
VU-Magazine | 484 Pagina's