GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 149

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 149

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hanne Obbink

Mineke Schipper 'AX^ie ziet? W i e handelt en wie wordt behandeld?' " D a t zijn vragen die j e aan elke tekst m o e t stellen, of het n u o m een literaire of bijvoorbeeld een w^etenschappelijke tekst g a a t . " In gesprek m e t de bezetster van een unieke Leidse leerstoel: interculturele literatuurwetenschap.

"De toekenning van waarden is altijd relatief Ons is altijd met grote stelligheid voorgehouden: dit is het, dit heeft waarde - zonder dat daar noodzakeUijk argumenten voor werden aangedragen. Het lijkt heel vanzelfsprekend om daarin mee te gaan. Het is goed om je van deze vanzelfsprekendheden bewust te zijn en je nog eens opnieuw af te vragen: waarom komt dit mij waardevol voor en dat niet? Het is belangrijk vragen te stellen bij je eigen vooronderstellingen, het is van belang datje voor jezelf redenen kunt formuleren waarom dit of dat zo zou zijn." Prof dr. Mineke Schipper (1938) is hoogleraar interculturele literatuurwetenschap in Leiden. Zij houdt zich bij uitstek met dit soort vragen bezig. Waarom kennen wij aan bepaalde literaire werken waarde toe en aan andere niet? Wat zijn onze criteria? En hoe eenzijdig zijn deze criteria? Zijn deze criteria misschien eurocentrisch, en wat zou er gebeuren als we ook nietwesterse perspectieven in de toekenning van waarden betrokken? 'Wie spreekt er in een bepaalde tekst?' vraagt Schipper zich af om greep te krijgen op het perspectief van een tekst. 'Wie ziet? Wie handelt en wie wordt behandeld?' "Dat zijn vragen die je aan elke tekst moet stellen, of het nu om een literaire of bij voorbeeld een wetenschappelijke tekst gaat. Je kunt die vragen ook stellen als je naar het nieuws op de televisie kijkt. Als er een aardbeving is op een breuklijn die door Amerika en China loopt, dan krijgen wij vooral beelden te zien over 'wat er in Amerika gebeurd is. Dat zegt iets over wat wij als het centrum van de wereld beschouwen en wat als periferie. Meestal stellen we ons daar geen vragen over en vinden we het heel gewoon. Zo kijkje altijd als vanzelfsprekend in een bepaalde richting mee tenzij je je afvraagt: hoe zit het nu?" Schipper zelf is begonnen zich zulke vragen te stellen toen zij, tussen 1964 en 1968, en opnieuw van 1970 tot 1972, in Zaïre woonde en

-werkte. "Ja", bevestigt zij, "je zou kunnen zeggen dat daar begonnen is wat uiteindelijk de rode draad is geworden die door mijn wetenschappelijk werk loopt." Schipper doceerde er Frans aan de Université Nationale de Zaïre en stuitte al snel op een lacune in haar opleiding. "In mijn studie Frans was het woord Afrika nooit gevallen. Dat was heel gewoon, en dat is het vaak nog steeds aan faculteiten waar je westerse letteren studeert - hoewel er inmiddels een heleboel geschreven is door mensen uit andere culturen, in het Frans, in het Engels en zelfs m het Nederlands. Wat ik over Afrikaanse literatuur te weten wilde komen, moest ik zelf uitzoeken. Ik ben meteen begonnen zoveel mogelijk Franstalige romans van Afrikanen te lezen, zodat we geleidelijk konden overschakelen van Molière, Racine en Victor Hugo naar Afrikaanse schrijvers. "Dat was interessant, niet alleen omdat het onbekend was. Zeker in de literatuur die in die tijd verscheen, werd veel geschreven over Europeanen. Zo kv/am ik veel te v/eten over v/at Afrikanen vonden van ons gedrag en over wat zij zich voorstelden als ze aan Europa dachten. Dat vond ik zo boeiend dat ik er het onderwerp van mijn proefschrift van gemaakt hebt: wat is het beeld dat in de Franstalige Afrikaanse literatuur van Europeanen geschetst wordt? "Het was nog helemaal niet gewoon om aan zulke zaken aandacht te besteden. Want het onderwijs in Zaïre was nog steeds op Belgische leest geschoeid. Ik herinner me een docentenvergadering van de letterenfaculteit waarin serieus de vraag aan de orde werd gesteld of studenten geschiedenis wel toegelaten mochten worden als ze geen Grieks en Latijn hadden gedaan. Dat kon dus eigenlijk niet, was de opvatting van de klassiek geschoolde Belgische historici. Die eurocentrische visie was heel normaal. Niemand voelde aan dat het belachelijk was om dit punt aan de orde te stellen. "Van dat eurocentrisnie ben ik me zelf ook pas echt bewust geworden toen ik in die andere wereld terecht kwam. Ik gmg anders naar

15 v u MAGAZINE APRIL 1 9 9 3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 149

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's