GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 259

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 259

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

stoffige verzameling geeft een bedompte geur af. "Hij is er niet al te best aan toe", zegt Van Stuivenberg die snel een beestje vermorzelt, dat uit een van de boeken komt vallen. "Stofluizen, museumkevers, houtworm." Hij haalt een boekdeel uit de kast dat van onder tot boven vol gaatjes zit. De boekruggen zijn favoriet bij de houtworm, omdat die bestaan uit het jongste en zachtste hout. Van Stuivenberg: "De verzameling is niet compleet. Maar het is de vraag of ze dat ooit geweest is." Hij wijst op de nummers die in goud gedrukt op de boomschorsen ruggen van de boeken prijken. Het hoogste nummer is 234. "Zoveel delen heeft hij waarschijnlijk nooit gehad." Hetzelfde geldt voor de xylotheken van Franeker en Leiden, waarin ook doorgeteld wordt tot nummer 234. Uit de correspondentie over de Friese xylotheek blijkt dat vanaf het begin boekdelen hebben ontbroken. De brief die de eerste zendmg begeleidt, maakt melding van "de gaapingen welke UEd. in de opeenvolgmg van eenige nommeren der Boekdeelen ontdekken zult." Een probleem vormden, aldus dezelfde brief, vooral "zulke gewassen welker bloem of vrucht van eene weeke substantie is en daardoor voor min vatbaar voor conservatie." Van de vier door Lodewijk Napoleon aangekondigde zendingen is de laatste in elk geval nooit in Franeker gearriveerd, mogelijk omdat de maker aan die laatste lastige boekdelen maar met eens begonnen is.

Lomp Als vader van de drie Nederlandse xylotheken wordt in de bronnen ene Ferdinand Alexander van Schlumbach (1772 - 1835) uit Neurenberg genoemd. Deze voormalige ritmeester uit het Beierse leger zou zich pas op latere leeftijd aan zijn bomenhobby hebben gewijd, een veeleisende bezigheid, waarmee hij aardig verdiende. Een complete xylotheek gold ook aan het begin van de achttiende eeuw al als een kostbaar object. Een vergoedmg van vier gulden per boomboek schijnt heel gebruikelijk te zijn geweest. Boze tongen beweren dat het Schlumbach uitsluitend om het geld te doen zou zijn geweest. Hij raakte zo omstreden dat boswachter Ryss hem de toegang tot de bossen wilde ontzeggen, een

ramp voor de plantenverzamelaar. In bewaard gebleven brieven beschreef de boswachter Schlumbach als een "losbandig, onwetend, aanmatigend en tamelijk lomp mens (...) louter een kruidenverzamelaar." Waarschijnlijk was er sprake van broodnijd, omdat Ryss zelf ook wel wat in de xylotheken zag. De verwijten aan het adres van Schlumbach waren niet mals. Slechts zijn grote schulden zouden hem tot het werk gedreven hebben, niet de liefde voor de natuur. Hij zette de boomboeken gehaast in elkaar, om snel zo veel mogelijk geld te verdienen. Die slordigheid zou je aan de constructie van de kistjes nog kunnen aflezen. Houtrestaurateur Steemers is het daar niet mee eens. "Het is geen kunstzinnig hoogstandje wat hij geleverd heeft, maar de kistjes zitten goed in elkaar. Die man had er echt wel gevoel voor." Hij laat zien dat de constructie van de boomboeken simpel is - nergens verbindmgen, alles is gelijmd - maar wel funktioneel. "Ze zijn met zorg gemaakt." Hoewel het voor de maker zeker van belang is geweest dat zijn boomboeken er mooi uitzagen, werd de xylotheek niet in de eerste plaats omwille van de esthetiek gemaakt, maar vanwege de educatieve waarde. De restauratie van de 148 boomboeken van de Leidse xylotheek neemt flink wat tijd in beslag. "Het project zal zeker een jaar duren. Voor de aanvulling van alle ontbrekende plantdelen hebben we toch al minstens vier seizoenen nodig", zegt restaurateur Peters. Hij vertelt dat de inhoud van de meeste boomboeken incompleet is. Doordat de deksels niet goed sloten of grote barsten vertoonden, zijn er heel wat bladeren, zaadjes en bloemen weggeraakt.

Sober De vraag is of het werkelijk nodig is te streven naar volledigheid. Peters: "Dat is de discussie over de ethiek van de restauratie. Je moet onderscheid maken tussen het pure conserveren enerzijds, en een restauratie, waarbij je dingen gaat suggereren, omdat je denkt dat ze zo geweest zijn. Als een voorwerp voor het archief bestemd is, gaat het uitsluitend om conservatie, maar wanneer je het in een museum wilt zetten, telt het visuele aspekt natuurlijk ook." Maurice Steemers: "Met de xylotheek

hebben we gekozen voor een matige, sobere restauratie. We vullen de boeken aan op basis van de inhoudslijsten. Verder gaan we niet. Als we ergens niet zeker van zijn, dan laten we het liever weg." De aanvulling brengt volgens Steemers specifieke problemen met zich mee. " Z o is er bijvoorbeeld ergens in de Alpen een struik die maar eens in de twee jaar bloeit. Ik wil er best heen gaan hoor. Naast zo'n plant op de loer gaan liggen, wachten tot ie bloeit en dan snel plukken. Maar zoiets kan wel een tijd duren." Voor de aanvulwerkzaamheden heeft Peters de hulp ingeroepen van de 'Vereniging Vrienden van het Hout'. "Die mensen sparen bij het leven. Z o ' n vereniging zoekt ook in het buitenland en heeft toegang tot allerlei privétuinen." De naamgeving van de bomen levert bij het zoeken vaak problemen op. De door Schlumbach gebruikte Latijnse namen zijn in veel gevallen in onbruik geraakt. Pas als de huidige naam van de boom bekend is, kan effectief gezocht \vorden naar ontbrekende delen. Bovendien zit er een aantal boomboeken bij van inmiddels uitgestorven soorten. Peters: "Die kunnen we soms toch nog wel achterhalen. Z o ' n vereniging heeft van alles liggen." "Het is een tamelijk moeilijke restauratie, vanwege de tere inhoud", zegt Maurice Steemers, die in het dagelijks leven vooral meubels restaureert. "Met zo'n boomboek moet je heel voorzichtig te werk gaan om te voorkomen dat je iets plet." Hij vertelt hoe vooral het gebruik van lijmklemmen veel geduld en vakmanschap vergt. H o e lang hij met een boek bezig is durtt hij niet te schatten. "Dat verschilt per boek. Het kost in elk geval een hoop tijd. Ik vraag me soms af of er aan die xylotheek in het verleden ooit zoveel aandacht besteed is als wij nu doen. Waarschijnlijk niet." Als de verzameling boomboeken straks weer in oude luister hersteld is, gaat zij terug naar Kasteel Groeneveld en zal het publiek haar kunnen bewonderen. "Als dat publiek daar plezier aan beleeft, geeft me dat een prettig gevoel", zegt Peters. "En het feit dat we bijdragen aan het behoud van zulke oude dingen, geeft mij weer voldoening", vult houtrestaurateur Steemers zijn collega aan.

v u MAGAZfNE ) U NI 19 9 4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 259

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's