GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 39

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 39

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De treinramp bij Hoo-fddorp, 30 november 1992: "oprechte maar overbodige dadendrang".

hier en daar nogal eens wordt toegepast, is volgens De Boer volkomen achterhaald. In principe worden alleen min of meer stabiele patiënten vervoerd naar het ziekenhuis. In veel gevallen zal dit niet het dichtstbijzijnde zijn, omdat dat al een spontaan aanbod van slachtoffers krijgt te verwerken die er op eigen kracht heen gaan. O p het rampterrein zal duidelijk moeten zijn of de capaciteit van ambulances en ziekenhuizen toereikend is. Met een zogeheten gewondenspreidingsplan mag het niet gebeuren dat ziekenhuizen overbelast worden. Bij de Bijlmerramp bleek dat het aantal slachtoffers in geen verhouding stond tot het aantal hulpverleners. Van die laatste categorie waren er veel te veel op het rampterrein aanwezig. Van de zeventig toegesnelde ambulances konden er zestig rechtsomkeert maken. Bij de rampenoefening op Schiphol zag De Boer hetzelfde gebeuren. Het is volgens hem tekenend voor de oprechte maar overbodige dadendrang van de verschillende organisaties voor hulpverlening. Sinds enkele jaren is er de Landelijke Organisatie Trauma-Teams (LOTT), die uitvalsbases heeft in dertig ziekenhuizen. De LOTT-teams bestaan uit een chirurg, een anesthesioloog en twee gespecialiseerde verpleegkundigen. Het is hun taak het rampterrein in zo kort mogelijke tijd vrij te maken van slachtoffers. Voor minder omvangrijke ongevallen zijn naast de traumateams ook zogeheten crashteams beschikbaar, bestaande uit een chirurg of een anesthesioloog en een verpleegkundige. De reguliere ambulancediensten en deze crashteams vissen in dezelfde vijver en volgens De Boer is er sprake van een duidelijke onderlinge rivaliteit.

dustrie, niet of nauwelijks is voorbereid op de medische gevolgen van een chemische ramp. D e Boer b e schouwt dit als het zv/akste punt in de Nederlandse rampenbestrijding. Het gros van de artsen is niet op de hoogte van de ziektebeelden die gepaard gaan met chemisch letsel. Een slachtoffer v/eet doorgaans niet welke stoffen hij heeft binnengekregen. Slechts een handvol specialisten van het Nationaal Vergiftigings Informatiecentrum in Utrecht weet van de hoed en de rand. De Boer: "Artsen en verpleegkundigen op een doorsnee eerste-hulpafdeling in een ziekenhuis hebben geen idee hoe ze iemand met chemisch letsel moeten behandelen. Dat leer j e niet op de universiteit."

Jodium

36 v u MAGAZINE JANUARI 1994

Als het aan De Boer ligt komen de LOTT-teams voortaan geregeld bijeen om zo vaak mogelijk te oefenen. Er gebeuren in ons land te weinig rampen om de praktijk als leerschool te laten dienen. Nederland kent niet de constante waakzaamheid die bewoners van de zuidelijke Amerikaanse staten hebben met betrekking tot orkanen en Japanners inzake aardbevingen. Natuurrampen maken daar deel uit van de plaatselijke folklore: op Amerikaanse boodschappentassen staan tekeningen en in-

structies hoe er moet worden gehandeld bij een naderende orkaan. In Tokyo en in San Francisco lijkt iedereen de big one - de allesvernietigende aardbeving - lijdzaam af te wachten. De medische hulpverlening zal op het moment suprème ontoereikend blijken (daaraan twijfelt niemand), maar is in elk geval bijzonder efficiënt georganiseerd. Misschien is het daarom niet zo verwonderlijk dat Nederlanders zich zo nuchter gedragen. Rampen staan

nog te laag op de politieke agenda ona investeringen te doen, die in de ogen van De Boer allang gerechtvaardigd zijn. Bovendien, zo kon de kersverse hoogleraar uit eigen ervaring vaststellen, heerst er de angst om mensen onnodig te alarmeren. Hoe zouden omwonenden reageren als een petrochemisch bedrijf om de haverklap in het nieuws kwam met juichverhalen over haar veiligheidsbeleid? Een te sterke nadruk op veiligheidsmaatregelen (zelfs in positie-

ve zin) kan een verdachte indruk maken en zelfs een averechts gevolg krijgen. D e Boer was enige tijd geleden voorzitter van een commissie die de omwonenden van de Nederlandse kerncentrales adviseerde jodiumtabletten in huis te halen. "Die aanbeveling is nog steeds niet overgenomen", constateert hij. "Daar heeft de overheid natuurlijk alle recht toe, maar de argumentatie erachter is volgens mij slechts dat door de ver-

strekking van die jodiumtabletten in zekere zin wordt erkend, dat er een fatale technische storing in zo'n centrale kan voorkomen. Z o wordt ongerustheid bij de burger voorkomen, maar wordt hem in feite wel een rad voor de ogen gedraaid."

Cursus Met enige verwondering constateert De Boer dat Nederland, ondanks zijn omvangrijke petrochemische in-

Het lijkt niet raadzaam D e Boer op feestjes uit te nodigen om hem te laten vertellen over zijn vakgebied: de stemming zal onmiddellijk tot het nulpunt dalen. Over De Boers oratie hangt een waas van doemdenkerij. De voorhanden zijnde onheilsscenario's gebruikt hij echter handig om de noodzaak van zijn leerstoel te onderstrepen en zodoende de benodigde middelen bijeen te krijgen. D e tijd dringt; niet omdat er een ramp in aantocht is, maar omdat De Boer vanwege zijn gevorderde leeftijd over vier jaar zijn taak wil overdragen aan door hem opgeleide deskundigen. "Vorig jaar is de Wet Geneeskundige Hulp bij Rampen in werking getreden. Volgens die wet moeten enkele tientallen geneeskundige pelotons binnen vijfjaar een erkende cursus rampengeneeskunde hebben gevolgd. Inmiddels is er al een jaar voorbij en er is nog niets gebeurd. Daar ben ik zo benauwd over. We moeten honderden artsen en verpleegkundigen opleiden. Ik heb er al de ene nota na de andere over geschreven, maar er wordt alleen maar geruzied over geld. O o k dat is typerend voor de Nederlandse mentaliteit. "Een paar dagen geleden stonden er tientallen kilometers file rond Utrecht. D e hele stad en de wijde omgeving zat muurvast. Niemand kon er meer in of uit. Je moet er niet aan denken dat er op zo'n moment een ramp gebeurt in de stad. Denk je eens in wat een chaos dat zal opleveren. Dat is toch heel simpel, om zoiets te bedenken?"

37 v u MAGAZINE JANUARI 1994

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's