GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 420

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 420

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

vinden wij het belangrijk dat Nederland meedoet aan de top en zijn wij bereid daar een aantal dingen voor opzij te zetten. In het voormalige Oost-Duitsland was het topsportbeleid een middel om als land respect af te dwingen. Ik beschouw topsport grotendeels als een vorm van vermaak voor een breed publiek. Als het publiek daar meer van wil, moet men er maar voor betalen. Als iemand van housemuziek houdt, moet hij daar ook voor betalen. Ik vind dat geen zaak van overheid of universiteit."

22 v u MAGAZINE NOVEMBER 1994

In Enschede zit de zaal afgeladen vol. De sportraad van de Universiteit van Twente viert een lustrum en doet dat met een symposium. De vraag op het symposium luidt: kan wetenschap kampioenen maken? Een interessante vraag, daar niet van, maar die alleen kan niet verklaren waarom 1100 mensen bereid zijn zich een avond lang aan ongemakkelijke stoelen te laten kluisteren. De verklaring voor de massale opkomst ligt in de aanwezigheid van een Echte Held: Johann Olav Koss. Deze schaatsende Noor gaf bij de Olympische Spelen in Lillehammer zijn Nederlandse concurrenten het nakijken, veroverde drie gouden medailles en verbeterde en passant enkele wereldrecords. Het in Enschede verzamelde publiek is niet haatdragend; Nederlandse schaatsfans zijn immer democratisch m hun loyaliteit, zelfs de meest armzalige stumper wordt nog fanatiek toegejuicht. En Koss kan in Enschede al bij voorbaat op een ovationeel applaus rekenen. Het verhaal van Koss is interessant, en niet alleen vanwege zijn heldenstatus. Het is belangwekkend te weten wat een topsporter aan wetenschappelijke kennis denkt te hebben. Doet hij er iets mee, heeft de wetenschap een doorslaggevende rol gespeeld in zijn succes? Koss doet er wat bagatelliserend over. Al die nieuwe schaatspakken, trainingsmethoden, schaatsmodellen, perfecte ijsbanen, hij vindt ze niet onbelangrijk. Alleen zou wat hem betreft ervoor moeten worden gezorgd dat iedereen in gelijke mate van de nieuwste snufjes gebruik kan maken. En o ja, de doping krijgt even een veeg uit de pan.

Schandelijk als wetenschappers zich ervoor lenen om zo aan concurrentievervalsing te doen. Het zijn voorspelbare uitspraken. De eerste sporter die het gebruik van doping in de sport in het openbaar toejuicht, moet nog geboren worden. Niettemin krijgt Koss na deze woorden een klaterend applaus.

^^^^••••B

Psychologisering

Wat is dan wel het geheim van zijn succes? Koss rept met geen woord over trainmgsopbouw, medische begeleiding en andere wetenschappelijke foefjes. Zelfs zijn bijzondere natuurlijke aanleg laat hij buiten beschouwing. Hij heeft het over iets anders: over psychologische gesteldheden. Hij spreekt over teambuilding, wat vreemd lijkt omdat schaatsen een individuele sport is, en ook zijn eigen landgenoten potentiële concurrenten zijn. Voor de Noren lag dat kennelijk anders: gezamenlijk streden zij voor een gouden medaille en wilden ze die Nederlanders wel eens van katoen geven. Een voor allen, allen voor een. Door dat teamgevoel werd Koss zo goed als onoverwinnelijk. Soms kan een schaatser technische problemen hebben. Het loopt niet lekker en hij krijgt de goede slag niet te pakken. Een goede techniektraining lijkt hier niet misplaatst. Maar nee, ook dat soort problemen kunnen op psychologische wijze opgelost worden. Koss zat met de 5000 meter in de knoop. Het lukte hem niet op een lekkere manier de bocht uit te komen. Hij brak zich hierover het hoofd: Wat doe ik toch verkeerd, hoe kan ik het veranderen? Tot zijn coach hem iets toeriep. Hij zei telkens: "Je gaat fantastisch de bocht in." Dat veranderde iets in Koss. Hij begon zich te concentreren op wat wèl goed ging en na verloop van tijd verdween het probleem dat hij de bocht niet goed uitkwam, vanzelf. Natuurlijk, zegt Koss, wisten zowel hij als zijn coach dat het een trucje was. Maar dat trucje hielp wel. Het leveren van een topprestatie is kennelijk iets dat voor een aanzienlijk deel 'tussen de oren' moet gebeuren, zoals schaatscoach Gemser het ooit uitdrukte. Een uitdrukking

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 420

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's