VU Magazine 1995 - pagina 168
SMsJ..iJÏ#
7 januari) verklaard dat ze haar reserves heeft over bepaalde delen van Robins reportage. HANS
EN
GRIETJE
Berichten over geroofde organen kwamen voor het eerst in de wereldpers in 1987. Op 2 januari van dat jaar meldde een Hondurese krant dat gehandicapte kinderen aan de Verenigde Staten werden verkocht als bron van 'reserveonderdelen'. Dertien van deze kinderen waren ontdekt in vier casas de engordes ('vetmesterijen' - echo's van Hans en Grietje), aldus Leonardo Villeda Beimudez, leidinggevend ambtenaar van een nationale welzijnsorganisatie. Al op 3 januari herriep hij zijn beweringen: hij had slechts onbevestigde veronderstellingen van maatschappelijk werkers herhaald. Deze gang van zaleen herhaalde zich met berichten uit Guatemala en Paraguay: alarmerende, maar ongefundeerde verhalen, die direct weer worden ingetrokken. Helaas heeft slecht nieuws meer kans om gehoord te worden dan goed nieuws: vaal<: haalden de aanvankelijke onthullingen wel de pers, maar de daaropvolgende ontkenningen niet. Zo publiceerden in 1987 en 1988 Trouw en de VoUcskrant versies van het griezelverhaal zonder foUow-up over de ontkenning. In dezelfde jaren werden de verhalen ook dankbaar opgepikt en verbreid door Sovjetmedia, die in deze periode ook het gerucht verspreidden dat het Aidsvirus een kunstmatige schepping was, per ongeluk ontsnapt uit een Amerikaans laboratorium voor biologische oorlogvoering. Ook het Europees Parlement heeft zich twee maal uitgesproken tegen orgaanroof, de laatste keer in september 1993, toen een resolutie werd aangenomen tegen handel in organen, gebaseerd op een rapport van europarlementariër Leon Schwaitzenberg. In dit rapport beschrijft WETENSCHAP,
CULTUUR
de voormalige Franse minister van Von<:sgezondheid de medische, ethische en sociale consequenties van het tekort aan donororganen en benadrukt hij het bestaan van een orgaanmaffia die niet terugschrikt voor moord. Nu ontkent niemand dat in sommige landen (zoals Brazilië, India en Egypte) mensen uit armoede hun nieren te koop aanbieden: in die zin is orgaanhandel een realiteit. Dat ook de Hans-en-Grietje-variant bestaat, wordt minder algemeen aangenomen. Critici snoert Schwartzenberg echter de mond met: "Een dergelijke handel ontkennen is vergelijkbaar met het bestaan ontkennen van de ovens en de gaskamers in de laatste oorlog." Schwartzenberg betrok zijn informatie over orgaanroof voor een belangrijk deel uit een artikel van de Franse communiste Maïté Pinero in Le Monde Diplomatique (augustus 1992; in Nederland verscheen het een maand later in Mensenrechten-Magazine). Pinero voert hierin een aantal zaleen op die stuk voor stuk door de verantwoordelijke autoriteiten zijn bestfeden, waaronder, alweer, de Hondurese vetmesterijen uit 1987. SCHAARSE
BEWIJZEN
Het idee dat cynische handelaars letterlijk het vlees van kinderen uit de Derde Wereld verkopen, roept sterke gevoelens van afschuw en medeleven op. Dat bemoeilijkt de discussie. Schwartzenberg diskwalificeert sceptici door hen te vergelijken met Holocaustontkenners; niet het gunstigste uitgangspunt voor een gesprek. Transplantatiedeskundigen die ik spreek, ontkennen niet dat orgaanroof mogelijk is. Maar betrouwbare zaleen kennen ze niet, en veel onthullingen zijn te fantastisch om waar te zijn. Dat er een grootscheepse, georganiseerde handel bestaat, beheerst door een maffia, willen zij niet aannemen. &) SAMENLEVING
- APRIL
1995
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995
VU-Magazine | 588 Pagina's