GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 377

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 377

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Hengel: een plantje met gele bloemen dat dooi de rups van de bosparelmoervlinder wordt gebruikt als voedsel.

2 w e;

< <<: &. CS

w

s 1-1

hoeven we ons bepaald niet te haasten. Als we terug willen lopen, op weg naar een terras in een dorp in de buurt, stuiten we op een groen autootje waaruit twee sportief gebruinde mannen stappen. Veling kent één van hen, de boswachter die is belast met het toezicht op het leefgebied van de bosparelmoervlinder. Zijn metgezel is 's mans collega uit Appelscha, die op bezoek is om de onderlinge contacten te versterken. Veling raalct direct in een geanimeerd gesprek over het herintroductieproject, het onderhoud van de strubben en over de plannen om een aanpalend stuk land te kopen om het leefgebied van de bosparelmoervlinder uit te breiden. "Niets meer van gehoord de laatste tijd", zegt de boswachter, die zich vervolgensn zich tot de verslaggever wendt: "Zo, je gaat over ons schrijven, hè? Dan zullen we het hier binnenkort wel druk krijgen." Maar dat punt is dus al met Veling geregeld, wat hem tevreden stemt. De beide heren verdwijnen in het terrein. Invriezen In de schaduw van een parasol en met een verfrissing voor zich, vertelt Veling over zijn werk. Hij heeft een dienstverband voor vier dagen per

week waarin hij onder meer studenten begeleidt die onderzoek doen naar vlinders. Maar zes dagen per week is hij op stap voor de vlinders. Vaak ook in de avonduren wanneer hij overal in het land lezingen verzorgt. "Gelukkig is mijn vriendin net zo vlindergek", zegt hij. En relativerend: "Vroeger was ik vogelaar, maar vlinders zijn een stuk plezieriger. Ze vliegen alleen in de zomer en je hoeft er niet speciaal vroeg je bed voor uit. Voor een uur of tien zijn ze doorgaans niet actief." Maar die relativering is schijn. Veling is een bevlogen vlinderaar, dat is aan alles te merken. Wat zou hij doen wanneer een vlindersoort werkelijk dreigt uit te sterven? "De ondersoort batava van de grote vuurvlinder, die in het veengebied op de grens van Overijssel en Friesland voorkomt, gaat achteruit", zegt hij. "Als het zo doorgaat is die over enkele tientallen jaren uitgestorven. We doen er nu natuurlijk alles aan om ze te beschermen, we proberen vooral zijn leefomgeving te behouden. Het is belangrijk dat het lukt, al was het maar om aan te tonen dat natuurbescherming zin heeft. Maar als het toch misgaat zou ik me zelfs kunnen voorstellen dat we de laatste eitjes invriezen en wachten op

WETENSCHAP,

CULTUUR

O) SAMENLEVING

7

- SEPTEMBER

betere tijden. Een pure noodmaatregel ja, dat wel." Veling vertelt dan over de nieuwe Natuurbeschermingswet, die het verbiedt beschermde dieren te vangen: "Een rare wet. Als je een asfaltweg wilt aanleggen door het leefgebied van de bosparelmoervlinder heb je een paar vergunningen nodig. Maar als ik dan voor de bulldozers uitloop en de laatste exemplaren vang om ze te verplaatsen naar betere oorden, dan ben i'k strafbaar." Dus rijst de vraag of Veling bevlogen genoeg is om in zo'n geval de wet aan zijn laars te lappen. "Er zullen mensen zijn die dat doen", antwoordt hij, "overigens zonder veel kans op succes want herintroduceren vereist veel kennis en ervaring. De Vlinderstichting houdt zich aan de wet. Die mag in bepaalde opzichten dan krom zijn, de voordelen blijven groter dan de nadelen." Het aanbod van een tweede verversing slaat Veling af. "Als ik opschiet kan ik op de terugweg naar Wageningen nog langs Dwingeloo", zegt hij. "Even kijken of het veenbesblauwtje nog vliegt." Binnenkort gaat hij met valcantie, naar de Pyreneeën: "Daar zitten vlinders die in Nederland zijn uitgestorven. Ik ga er eens lekker de tijd voor nemen. Eindelijk niet die druk van de uren die ik moet verantwoorden aan een opdrachtgever. Rustig genieten van vlinders." De dode bosparelmoervlinder hadden we uit het spinneweb gepeuterd en in zo'n rond plastic doosje gedaan, waarin fotorolletjes worden verpakt. "Deze kun je wel meenemen", had Veling gezegd, "daar is geen bezwaar tegen. Dan kun je thuis eens precies bekijken hoe ze eruit zien." Nu ligt de vlinder op een wit bureau, tussen een computer en een telefoontoestel. De heldere kleuren zijn flets geworden en onder het kunstlicht wekt het beestje alleen nog een vaag medelijden op. Veling had gelijk: levende vlinders zijn een stuk mooier dan dode.

igg^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 377

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's