GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 500

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 500

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Dat denkbeeld is zo diepgeworteld in onze cultuur. Zet de televisie maar aan en bekijk al die leuterprogramma's. Wie zijn emoties uit, bevrijdt zich daarmee van zijn problemen, luidt steevast het advies. Misschien dat dit stoom afblazen niet altijd zo slecht is, maar het kan ook heel verkeerd uitpalcken. Ik ken iemand met driftbuien. Hij zegt dat zo'n driftbui best mag, want dan klaart de lucht op en is hij er van af. Dat vind ik heel egoïstisch gedacht, want ondertussen is de sfeer voor anderen wel bedorven. Dat jij er van af bent, is niet het enige dat telt." Volgens Russelman is alles wat Freud gedaan heeft, doordrenkt van bitterheid jegens de westerse cultuur. "Hij zag het geweten als een bedreiging, als een bron van agressie en wreedheid. Traditioneel vieren joden altijd het feest van 'de vreugde der wet'. Maar bij joden als Marx en Freud slaat dat helemaal door naar de andere kant. De wet en het geweten moeten worden bestreden. Om problemen op te lossen, dient men de normerende werking van het geweten te versoepelen. Ik vind dat je dan helemaal op de verkeerde weg bent. Freud zadelde zijn patiënten op met haat en rancune jegens de maatschappij. Ik denk dat je mensen daarmee grondig beschadigt." "Een tijdje geleden", zegt Russelman. "vertelde iemand mij dat ze in psychoanalyse ging. Dan denk ik: weer een mens verloren. Zo jammer vind ik dat. Afraden is zinloos, want ze doet het toch. Je staat machteloos. Het is onmogelijk iets tegen die Freudianen uit te richten, ze gaan gewoon door en luisteren niet. Ze richten zich op de zwakste groep van de samenleving - de mensen met psychische problemen - en daaruit recruteren ze hun nieuwe aanhang; het is een fuik." Russelman windt zich steeds meer op. "Ik weet niet of u wel eens te mal<:en hebt gehad met mensen die op de rand van de geschiftheid vertoeven, maar ik kwam ze vroeger vaal<; tegen. Als je met dat soort mensen aan de praat raal<t, kun je direct horen bij well<:e therapeut ze zijn geweest. Het is een rare ervaring om iemand over zijn hoogstpersoonlijke problemen te horen praten, en precies te kunnen horen uit wellc boekje van Freud dat komt. Dan praten ze gewoon hun therapeut na." Die verering van Freud stuit Russelman nog het meest tegen de borst. "Zijn grootheid mag nooit worden aangetast. Die band met Freud is zo immens sterk. Misschien dat die vergoddelijking iets te mal<:en heeft met de ervaring van de psychoanalyse. Wie daar op de bank ligt, wordt teruggevoerd tot zijn kindertijd. Ik vermoed dat je jezelf dan steeds kleiner, en Freud steeds groter voelt worden. Ik kan het alleen maar zo verklaren."

mig en stijlvol. Jammer dat bijna niemand er meer gebruik van maalct. De divan blijft meestal leeg. Er zijn in Nederland niet zo heel veel pral<:tizerende psychoanalytici. En degenen die er nog zijn hebben maar weinig 'echte' patiënten. De clientèle bestaat voor een groot deel uit leerlingen die zich tot analyticus laten opleiden en daartoe zelf een therapie volgen. Het is een klein kringetje geworden. De socioloog prof. dr Paul Schnabel noemde de situatie waarin de psychoanalyse in Nederland verkeert, er een van 'oude adel': het klinkt heel deftig maar maatschappelijk stelt het nog maar weinig voor. De 'neergang' van de psychoanalyse als therapie, is voor een deel eigen schuld, zou je kunnen zeggen. Psychoanalyse is ongehoord intensief. Een echte analyse vindt vijf keer per week plaats. Daar moet een patiënt maar de tijd voor kunnen vrijmal<:en. En het kost bovendien nog een aardige cent. Ook Harry Stroeken heeft zich moeten aanpassen. Sinds nog maar een jaar is hij vrijgevestigd clinicus en zijn patiënten kunnen zich doorgaans zo'n dure therapie niet veroorloven. Hij ontvangt ze daarom hooguit een of twee keer per week. En ze strekken zich daarbij niet meer uit op de divan, maar nemen plaats in de stoel tegenover de analyticus. Bovendien rukken andere therapievormen op, ten koste van de psychoanalyse. De tijd dat de psychoanalyse zo ongeveer het alleenrecht had in de psychotherapie is al lang voorbij. Er bestaat een veelvoud van elkaar beconcurrerende en aanvullende therapievormen, en de psychoanalyse is van alleenheerser een kleine medespeler geworden. Groot nadeel in de concurrentiestrijd is, dat de Freudiaanse therapie relatief moeilijk en diepgaand is. Andere therapieën beloven op een simpeler wijze minstens zo goede, zo niet betere resultaten. Nog niet zo lang geleden was vrijwel elke hoogleraar psychiatrie psychoanalytisch geschoold, tegenwoordig komt dat veel minder voor. De biologische psychiatrie is meer in zwang. Deze vorm van therapie zoekt de oorzaalc van ziekten als depressie of schizofrenie niet zozeer in de jeugd maar in de hersenen; de afwijking is niet psychisch maar lichamelijk van aard. Die diagnose heeft als voordeel dat jarenlange, soms diep ingrijpende psychotherapie overbodig is. Het simpelweg toedienen van medicamenten volstaat. Harry Stroeken heeft weinig moeite met die ontwil<:kelingen. Hij is niet tegen psychofarmaca. Bij mensen met depressies hebben anti-depressiva vaal< een heel goed resultaat. En als een kortdurende behandeling minstens hetzelfde resultaat oplevert als jarenlange psychoanalyse, vindt hij het zeer begrijpelijk dat mensen daarvoor kiezen. Toch, vindt Stroeken, is de mogelijkheid om in psychoanalyse te gaan, een niet te versmaden luxe. "Een Franse analytica heeft eens gezegd: psychoanalyse is de methode van alles zeggen tegen iemand die naar alles luistert. Dat vind ik een aardige definitie omdat in bijvoorbeeld het gezin dit vaal-c niet mogelijk is. Soms vertellen mensen iets voor de eerste keer in hun leven en dat kan aangrijpend zijn." Dit vertellen over traumatische gebeurtenissen kan een pijnlijke aangelegenheid zijn. Dat geldt ook als een bezwaar tegen de psychoanalyse: waarom oud leed opralcelen, maal<:t dat de zaal<; allemaal niet veel erger? Stroeken: "Als iemand bijvoorbeeld uit een concentratiekamp is gekomen, kan hij

E E N LEGE DIVAN

Als ik de pralctijkruimte van dr Hany Stroeken - psychoanalyticus en kersvers benoemd als hoogleraar godsdienstpsychologie in Leiden - betreed, zie ik hem onmiddellijk staan: de divan. Het psychoanalytische attribuut bij uitstek. De divan waarop mensen languit gaan liggen, ogen gesloten of gericht op het plafond, en vrijuit vertellen over hun jeugd, huwelijksproblemen en wat er zoal nog meer dwars kan zitten. De analyticus zit steevast op een stoel achter het hoofdeind van de divan, luisterend, samenvattend, interpreterend. Bij Harry Stroeken hebben de divan en de klassiek vormgegeven stoel van de analyticus een warme donkerrode, stoffen bekleding. Allemaal heel stemWETENSCHAP,

CULTUUR

et) SAMENLEVING

18

- NOVEMBER

199s

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 500

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's