GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 199

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 199

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

NEERLANDS

LANDSCHAP

Levend stuifzand D

it is het Aeckingerzand in het zuidoosten van Friesland. Het is een zeer fraai voorbeeld van één van de laatste resten actief, levend stuifzand die we in Nederland hebben. De meeste stuifzanden in ons land zijn ontstaan tussen de tiende en de twaalfde eeuw. Geologisch zijn ze dus piepjong. In het gebied waar de foto is gemaal<:t zijn aan het einde van de laatste ijstijd, tijdens een koude en droge klimaatsperiode door de wind dekzanden afgezet die zich als grote dekens uitstrekten over het grondmorene plateau van Drenthe. Die dekzanden zijn met bos begroeid geraal<t. In de Middeleeuwen heeft de mens die vegetatie vernietigd, met name door het kappen van bos en overbeweiding door schapen. Karresporen en wegen trokken door het gebied, het dekzand raakte weer in verstuiving en op sommige plekken is het oorspronkelijke oppervlak dus verdwenen. Dat zien we hier goed op de foto aan de verkleuring op de voorgrond: een scheef aangesneden bodemprofiel dat toont hoe het dekzand er vroeger bijlag. Rechts van die bruine band is het dekzand uitgestoven en weggeblazen. Aan de linkerzijde is er juist zand neergelegd op het oorspronkelijke dekzandoppervlalc. De plukjes vliegdennen die we hier zien, fungeren als zandvangers. In de windschaduw

van dit soort bosjes ontstaan zogeheten tongduintjes; opeenhopingen van zand. Deze vliegdennen zijn overigens al voor een belangrijk deel ondergestoven. Als dat nog enige tijd zo doorgaat, dan sterven de bomen af. Weinig landschappen in Nederland zijn zo dynamisch als de stuifzanden. Dit gebied is echter zo klein, dat de omringende vegetatie er langzamerhand greep op krijgt. Het gebied is eigenlijk aan het dichtgroeien; eerst met heide en grassen, vervolgens met vliegdennen. Niet voor niets is Natuurmonumenten bij vele stuifzandgebieden bezig de verstuiving te bevorderen door vegetatie weg te halen. Tegenwoordig kennen we aan stuifzanden een hoge natuurwaarde toe. Nog geen eeuw geleden vond men dit juist woeste grond die zo snel mogelijk moest worden ontgonnen. We noemen dit natuurgebieden, maar strikt genomen zijn het geen natuurlijke landschappen. Je kunt ze beschouwen als de eerste vormen van milieu-aantasting door de mens: micro-woestijnvorming door overbeweiding. In de Sahel zie je dit natuurlijk op een gigantische schaal. Als de mens hier niet was geweest, was dit nog een nette laag dekzand met bos erop. Eduard Koster is hoogleraar geomorfologie aan de Universiteit Utrecht. Interview: Mark Traa.

WETENSCHAP,

CULTUUR

et) SAMENLEVING 16

- MEI

1996

WETENSCHAP,

CULTUUR

&> SAMENLEVING

17

- MEI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 199

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's