GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 27

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 27

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

stria terminalis. Het maakt deel uit van het zogeheten vomeronasale orgaan, een onderdeel van het reukorgaan dat nauw betrokken is bij seksueel gedrag. Heeft de structuur dan iets met ruiken te malcen? Opvallend genoeg verscheen hierover een jaar geleden een publikatie in het Amerikaanse wetenschappelijke blad 'Science'. Het ging over fruitvliegen. De onderzoekers hadden heel gericht één gen uitgeschal<eld bij een groep vliegen. Die werden op slag biseksueel. Het gen, zo bleek later, vervult zijn functie in het reukorgaan van de vlieg. Maar ja, een vlieg. Wat zegt dat over de mens? "De studie ondersteunt het algemene idee dat de hersenen de locus zijn van seksueel gedrag, en dat het brein in vrouwen en mannen een andere 'bedrading' kent die wordt gereguleerd door een genetisch programma. Variaties in de bedrading kunnen variaties in seksualiteit veroorzaken. Wij denken dat die algemene regel ook opgaat voor mensen", zo klonk het commentaar van Dean Hamei, een Amerikaanse onderzoeker die al jaren jacht maakt op het gen voor homoseksualiteit. Ook Balcker verzamelde in dit verband interessante gegevens. Zij liet ATD-ratten en gewone mannetjesratten ruiken aan 'vieze bedding'; strooisel dat urine en uitwerpselen van vrouwtjes bevat. Beide groepen reageerden daarop. Als dezelfde groepen vieze bedding van mannetjes kregen voorgezet, reageerden alleen de ATD-ratten. De gewone ratten vertoonden geen seksueel gedrag. Onder de microscoop volgde Balcker de complete route die een geursignaal in de hersenen aflegt. Bij de ATD-ratten werd dat signaal niet goed doorgegeven, ontdekte ze. Het signaal komt wel binnen via de neus en wordt ook doorgegeven via een aantal hersenregio's, maar op een zeker moment staat het stil. Het wordt niet verder verwerkt. En waar gaat het mis? Uitgerekend in de bed nucleus van de stria terminalis; de hersenstructuur dus die bij man-naar-vrouw transseksuelen kleiner was dan bij homo- en heteroseksuele mannen. Bal<:ker: "Maar mijn bevindingen bij de rat wil ik niet zomaar doortrekken naar de mens. Het vomeronasale orgaan is bij knaagdieren heel belangrijk voor de herkenning van soortgenoten en het opwekken van seksueel gedrag. Bij mensen is dit orgaan duidelijk in regressie. Ik praat dus alleen over ratten, niet over mensen." Hersenverschillen, seksueel gedrag; het verband tussen die twee mag dan allerminst zijn opgehelderd, het onderzoek wordt in ieder geval meer en meer geaccepteerd. Vijf jaar geleden werd er door velen nog woedend gereageerd. "Het aantal belangstellende reacties groeit, terwijl de weerstand vermindert. Ik denk dat men accepteert dat dergelijk onderzoek plaatsvindt", aldus Bakker. Swaab stemt daarmee in. "Op ons laatste onderzoek heb ik alleen nog maar aardige en positieve reacties gekregen. Ik denk inderdaad dat het taboe doorbroken is. Ik vind het alleen jammer dat ik daarvoor nodig was. Ik had liever gezien dat iemand vóór mij dit al had bereikt."

De grootste verrassing moest toen eigenlijk nog komen. Want wat bleek bij verder onderzoek? De ATD-ratten vertoonden toch een lichte voorkeur, die afhankelijk was van de tijd van de dag. Vlak nadat het donker was geworden, vertoonden ze meer vrouwelijk seksueel gedrag en paarden ze vaker met de vastgebonden mannetjes. Aan het eind van de nacht, zo tegen de ochtendschemering, zag Bakker veel meer mannelijk gedrag. De ATD-ratten gingen zelfs vaker ejaculeren. VIEZE

BEDDING

Dat gegeven suggereert een relatie tussen seksueel gedrag en de biologische klok. Swaab reageerde enthousiast op deze recente ontdekking. Logisch, want in 1990 publiceerde hij, samen met collega Hofman, een artikel over die biologische klok (de SCN, ofwel de supiachiasmatische kern) bij homo- en heteroseksuelen. Hoewel de SCN bij de onderzochte mannen en vrouwen geen duidelijke verschillen vertoonde, bleek de SCN van homoseksuelen bijna twee keer zo groot als die van heteroseksuelen. Ook hier geldt natuurlijk weer dat het moeilijk is om een anatomisch verschil te koppelen aan een verschil in functie of gedrag. Het is uiteraard nog maar de vraag of seksuele voorkeur daadwerkelijk iets met die biologische klok te mal<en heeft. Eerder Amerikaans onderzoek wijst wel in die richting. De onderzoekers Hall en Kimura ontdekten twee jaar geleden dat homoseksuele mannen in de regel eerder opstaan en ook weer eerder gaan slapen dan heteroseksuele mannen. De hersenen van homoseksuelen zien er anatomisch anders uit dan die van mannelijke en vrouwelijke heteroseksuelen, concluderen Swaab en Hofman in een uitgebreid overzichtsartikel dat ze vorig jaar schreven voor het blad 'Trends in NeuroSciences'. Hoewel sommige hersendeskundigen ons ervan willen overtuigen dat homoseksuelen een 'vervrouwelijkt brein' bezitten, zijn er ook onderzoeksresultaten die dat tegenspreken. Swaab en Hofman noemen de door hun onderzochte SCN. Voor vrouwelijke en mannelijke heteroseksuelen was die gelijk, maar voor homoseksuelen bijna twee keer zo groot. Observaties aan onder meer de SDN wijzen in een vergelijkbare richting. Vandaar de conclusie van de twee auteurs dat we maar eens moeten gaan spreken van een 'derde sekse'. Homoseksuelen hebben niet de hersenen van vrouwen, noch die van mannen. Ze hebben hun eigen hersenen. En dan de laatste ontdekking van de groep van Swaab, afgelopen november bekendgemaakt. Man-naar-vrouw transseksuelen - ze zijn man maar voelen zich vrouw hebben een bepaald hersengebied dat half zo groot is als bij homo- en heteroseksuele mannen. De omvang bleek gelijk aan het volume zoals dat bij vrouwen wordt aangetroffen. Het gebied waarom het gaat heet de bed nucleus van de

WETENSCHAP,

CULTUUR

&> SAMENLEVING

25

-IANUARI/FEBRUARI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's