GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 269

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 269

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

er niets van, maar op een gegeven moment verandert dat. Als je niet tegen een kind praat, kan het zich niet ontwikkelen."

ernstig gehandicapten, had dergelijk leven er maar beter niet kunnen zijn. En bij pasgeborenen kan een zeer ernstige handicap dan ook een reden voor levensbeëindiging zijn. Maar het gaat nog verder. Eigenlijk kunnen volgens de moderne gezondheidsethiek ook gezonde pasgeborenen geen aanspraak maken op bescherming. Er bestaat immers geen baby die geboren wordt met zelfbewustzijn. Een baby kan geen 'ik' zeggen, en zelfs wanneer het kind voor het eerst 'ik' zegt, is er nog maar sprake van een minimale aanwezigheid van zelfbewustzijn. Consequent geredeneerd bestaat er geen goede reden waarom het doden van kleine kindertjes verboden zou moeten zijn. Ho, stop. Iedereen schrikt op. Zo kan het allemaal niet bedoeld zijn. En er is ook geen ethicus die het zo bedoelt. Die gedachte van een gerechtvaardigde kindermoord druist helemaal in tegen het algemeen bestaande morele gevoel. Vandaar ook dat veel ethici wat geschrokken terugkrabbelen. Niemand wil graag als een onmens te boek staan. Alle liberalen hebben plotseling goede gronden om eventjes geen liberaal te zijn, af te wijken van de eigen principes of die principes een beetje om te buigen. Ze proberen de theorie zodanig uit te breiden of op te rekken dat veel groepen toch weer aan de goede kant van de streep terechtkomen.

Maar al zulke meningsverschillen en debatten vinden plaats binnen een breed gedeelde overeenstemming; een consensus dat het wezenlijke van de mens ligt in het vermogen tot zelfbewustzijn. Binnen die consensus is variatie mogelijk. Het begin van het beschermwaardige, menselijk leven wordt op uiteenlopende punten gesitueerd: bij de conceptie, de ontwikkeling van de hersenen, de levensvatbaarheid van een foetus, de geboorte of misschien zelfs nog later. Maar Reinders is die consensus van de liberale gezondheidsethiek op dit moment aan het verlaten, getuige de oratie die hij in maart dit jaar hield bij zijn benoeming tot hoogleraar ethiek aan de Vrije Universiteit. Hij is dus zijn eigen standpunten aan het verlaten. Niet langer is hij het eens met de eigen opinies die hij nog maar een paar jaar geleden in een boek heeft neergeschreven. Hij is een andere weg ingeslagen. Nu zegt hij dat zijn boek over de bescherming over het ongeboren leven berust op een grote denkfout, een kapitale blunder. Een kapitale blunder? Die blunder bestaat hieruit dat hij, als zovelen, een politiek-filosofisch vertoog - het liberalisme - getransporteerd heeft naar een wereld - die van de gezondheidszorg - waar het niet thuishoort. En hij had gehoopt dat zijn christelijke overtuigingen inpasbaar waren binnen dat liberale model van de gezondheidszorg. Bij nader inzien blijkt dat onmogelijk.

Hans Reinders was zelf zo'n ethicus die de door hem aanvaarde theorie van het zelfbewustzijn wat wilde oprekken. Hij wilde zijn christelijke overtuigingen zodanig formuleren dat ze binnen het liberale model pasten. Nog maar kort geleden, in 1993, schreef hij een boek 'De bescherming van het ongeboren leven'. Hij pleitte daarin voor een uitbreiding van de beschermwaardigheid, niet alleen naar het pasgeboren leven maar ook naar het ongeboren leven. Zijn argument was dat er vanaf de conceptie sprake is van menselijk leven met een potentieel zelfbewustzijn. Het leven groeit naar het zelfbewustzijn toe en verdient daarom bescherming. Zulk leven verschilt van bijvoorbeeld het leven van comateuze patiënten bij wie het zelfbewustzijn voorgoed verdwenen is.

Liefhebben Zo ver wil Goveit den Hartogh beslist niet gaan. De humanist Den Hartogh, hoogleraar ethiek aan de Universiteit van Amsterdam, is een beetje de tegenspeler van de christen Reinders op het strijdtoneel van de ethiek. Voor hem is de geboorte van een kind een cruciaal moment. Dan is er weliswaar nog geen sprake van enig zelfbewustzijn, maar menselijke wezens bestaan ook in relatie tot anderen. Vanaf de geboorte praten ouders en familie met een baby, ze strelen het en verschonen de luiers. Bij een embryo of zygote daarentegen is van een relatie geen spralce. "Kun je een zygote liefhebben?" Onder die retorische vraagstelling hield Den Hartogh in 1993 zijn oratie. Ook zijn antwoord op de vraag naar beschermwaardigheid zit al in die zinsnede besloten. Desgevraagd zegt Den Hartogh dat het bij pasgeborenen noodzakelijk is te anticiperen op de toekomst en je te gedragen alsof ze al verder zijn dan ze in werkelijkheid zijn. "Als je tegen een baby begint te praten verstaat hij

WETENSCHAP,

CULTUUR

et) SAMENLEVING

31

- JUNI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 269

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's