GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 189

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 189

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

heeft gekregen. Daar links, het Shellkantoor. De oorspronkelijke zeegroene beglazing is vervangen door spiegelend glas. Vonden ze blijkbaar mooi." Aan zijn stem is te horen dat het zijn smaak niet is. In de Bijenkorf is van het interieur alleen het trappenhuis origineel. Een plastic pop van een dienstertje en een Coca Cola-schildje passen weer wel perfect in de periode die Ibelings beschrijft. "Ja", zegt hij vanachter een kop koffie en een chocolade muffin, "de kleding, de muziek en de meubels uit de vijftiger en zestiger jaren zijn in de mode. Dat geldt niet voor de architectuur. Vreemd, want die is doortrokken van een enthousiasme dat ook nu charmant is." Horizon

vervuiling

De oorzaal< van dat gebrek aan waardering zoekt Ibelings in de ouderdom van zijn studie-onderwerpen, of liever gezegd in het gebrek daaraan. Als we even later over de Lijnbaan teruglopen naar het station, formuleert hij het zo: "Twintig jaar is verouderd, honderd jaar is antiek. Nog even wachten, dan komt de waardering vanzelf. Het dieptepunt hebben we overigens al achter de rug. De architectuur van de jaren vijftig en zestig wordt alweer mooier gevonden, dat merk ik tijdens de stadswandelingen die het NAi voor liefhebbers in verschillende steden heelt georganiseerd. Het zijn nu de zeventiger jaren, de tijd van de knusse woonerven, die het toppunt van lelijkheid worden gevonden." Terug naar De Bijenkorf, waar Ibelings vertelt hoe de vijftigers en zestigers de ruimte gebruikten: "Het was een fascinerende tijd, ondanks de Koude Oorlog. Groei, expansie, toename van de vrije tijd, van het verkeer, alom geloof in vooruitgang. Ruimte, dat zei ik bij het sorteercentrum van de PTT al, was een oningevulde belofte. Nagele in de Noordoostpolder werd in 1952 ontworpen en het dorpscentrum moest volgens architect Van Eesteren een open, groene ruimte zijn waar niets vastlag. Je moest daar kunnen rondslenteren en dan lukte het vanzelf wel om contact te leggen met dorpsgenoten. Zoals de mensen in zuidelijke landen flaneren door de stad." Een jaar of tien later kwam de kentering. De architecten van de jaren zestig wilden meer vastleggen, het invullen van een ruimte wilden ze niet maar aan de gebruikers overlaten.

Daarnaast werd ruimte een steeds schaarser goed en kwam een begrip als horizonvervuiling in zwang. Architecten waren niet langer de apostelen van de vooruitgang, maar ontwikkelden zich tot veranderaars en slopers, die autowegen door kwetsbare woonwijken planden. De architect raakte zijn onschuld kwijt, was niet langer te vertrouwen. De Meerpaal in Dronten, een multifunctioneel centrum waar onder andere grote televisieshows worden opgenomen, is een voorbeeld van die nieuwe opvattingen. Architect Van Klingeren ontwierp oorspronkelijk een grote open ruimte, waar gelijktijdig een heel scala van activiteiten aan de gang moest zijn. Juist als de mensen zich wat aan elkaar storen, geef je ze het idee dat ze bij elkaar horen, vond hij en dat geeft volgens Ibelings aan, dat hij contacten wilde forceren. Inmiddels is De Meerpaal trouwens verdeeld in een stel kleinere, afgesloten ruimten.

gegeten. Aan al die grijze, grauwe tinten is niets te beleven en zeker nu de bouwkunst van een jaar of dertig, veertig geleden langzaam maar zeker in de versukkeling raakt, is het treurnis alom. Maar ook dat ziet Ibelings anders: "Daarnet stonden we voor het kantoor van de Levensverzekeringsmaatschappij Utrecht. Oud, de architect, heeft blauw in de gevel verwerkt. Dat doorbreekt de eentonigheid, net als die twee beeldhouwwerken tegen het dak." Terug op het Stationsplein praten we over de vraag of Nederland er na de tentoonstelling van Ibelings in het NAi, er bedreigd cultuurgoed bij heeft: de architectuur van de jaren vijftig en zestig. Om maar eens wat te noemen: de flats van de Bijlmermeer worden grondig gerenoveerd, de vleugel van het Groninger stadhuis uit 1962 is al tegen de vlakte en de ruime pleinen van Nijmegen staan op de nominatie om volgebouwd te worden. Maar Ibelings

De schoenwinkel van HUF, daterend uit 1954. "Het idee om winkels neer te zetten met flats erboven was ook betrekkeliik nieuw.'

Versukkeling Ruimte, veel ruimte en een vleugje optimisme, dat tekent de architectuur van de periode die Ibelings in het NAi tentoonstelt. Maar van kleur hadden de a r c h i t e c t e n destijds w e i n i g kaas WETENSCHAP, CULTUUR é> SAMENLEVING - MEI 1996

7

loopt niet met tranen in de ogen door de stad. Er is, zegt hij, ook in Rotterdam veel verdwenen of verknoeid. Dat houd je niet tegen, een stad verandert nu eenmaal. Gelukkig was het een periode waarin veel werd gebouwd en er is genoeg over. Alleen: ook overvloed is eindig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 189

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's