GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 389

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 389

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

petto, en te zamen wekken die de indruk dat Holland er in zijn dertig jaar durende huisartsenbestaan niet beter aan toe is geweest dan veel van zijn patiënten. Een andere aanwijzing dat er wat loos is binnen het medische wereldje, lijkt de invitation conference over dysfunctionerende artsen die eind dit jaar wordt gehouden. Peter Lens, die ten tijde van zijn promotie het verschijnsel 'zieke dokters' bekendheid gaf, is mede-organisator van de bijeenkomst. Zelf was Lens jarenlang huisarts in Haarlem. In de jaren tachtig werkte hij mee aan het AVRO-televisreprogramma 'Vinger aan de Pols'. Inmiddels is hij regionaal inspecteur voor de gezondheidszorg in Noord-Holland. Tegen de verwachting in toont Lens zich allerminst ongerust over de situatie van de Nederlandse huisartsen. Hij wijst op het feit dat de vermeende toegenomen werkdruk aardig wordt gecoinpenseerd door de manier waarop huisartsen zich de afgelopen tien jaar hebben georganiseerd. Er is veel meer overleg en onderlinge steun voorhanden dan vroeger. "Je kunt nog eens uithuilen bij een collega", zegt Lens. "De kwaliteit van de werkomstandigheden is voor de gemiddelde huisarts eerder verbeterd dan verslechterd", zegt hij, en wijst daarbij onder meer op de sterk toegenomen (en sinds I januari dit jaar verplicht gestelde] mogelijkheden tot nascholing. "Maar dan klagen ze weer dat daardoor de werkdruk is toegenomen. Onzin, een deel van de tijd die ze aan nascholing kwijt zijn, wordt zelfs betaald!"

Dysfunctioneren Met de komst van moderne ziekten, moderne patiënten en moderne regelgeving is het interessant te signaleren hoe de huisarts zich probeert staande te houden. Er zijn tekenen die erop wijzen dat de beroepsgroep niet goed raad weet met haar eigen klachten. "Het beoefenen van de geneeskunde kan uw gezondheid ernstige schade berokkenen", schreef het artsenvakblad 'British Medical Journal' bijvoorbeeld kort geleden. Fix the job, not the doctors, luidde de kernachtige conclusie van het verhaal, dat met een aantal onrustbarende onderzoeksresultaten werd onderbouwd. Een kwart van alle onderzochte artsen (huisartsen en specialisten) leed aan stress en zo'n tien procent aan depressies. Oorzaken: de complexe 'psychodynamische structuur' van de arts-patiëntrelatie en de toegenomen werkdruk. Het zaad voor dit ongerief is al gezaaid in de medische opleiding, aldus de auteurs van het artikel. Daar heeft de dokter-inspe geleerd zijn eigen mentale en fysieke klachten te negeren. Dan is er het boek 'A doctor's dilemma - stress and the role of the carer' van de Britse oud-huisarts dr John W. Holland, dat vorig jaar verscheen. Op beklemmende wijze beschrijft Holland hoe huisartsen hun onmogelijke beroep proberen te combineren met een karig sociaal leven. De anekdote van het huisartsenzoontje waarmee dit artikel begint, is opgetekend door Holland. Voor zijn lezers heeft hij er nog veel meer in

Steeds mondiger patiënten? "Prima toch?" roept Lens, die de zelfredzaamheid van patiënten eerder zou willen propageren dan afremmen. "Het kan weleens lastig zijn voor artsen; die moeten tegenover patiënten tegenwoordig vaker dan voorheen verantwoording afleggen over hun doen en laten. Maar dat is toch geen kwalijke ontwikkeling?" Dat de traditionele huisarts, de notabele die vroeger met louter eerbied werd bejegend en geen tegenspraak duldde, aan het verdwijnen is vindt Lens evenmin schadelijk voor het gezag van de huisarts. "Dat type dokter is van z'n voetstuk gevallen", zegt hij. "Maar als je dat als huisarts erg vindt, zegt dat meer over jou dan over je patiënten." Het risico dat patiënten, gewapend met medische informatie uit de krant of uit een programma van Catherine Keijl, de dokter in diens eigen spreekkamer op de vingers denken te kunnen tikken, moet volgens Lens maar voor lief worden genomen. "We hebben ooit eens onderzocht wat het effect is als een leek meekijkt naar Teleac-programma's die waren bedoeld als nascholing van artsen. Dat had in het geheel geen gezagsondermijnende uitwerking. Integendeel zelfs. De gemiddelde leek kreeg alleen maar meer bewondering voor de betrouwbaarheid en professionaliteit van de dokter. Na een uitzending van Vinger aan de Pols waren er de volgende ochtend doorgaans wel wat meer consulten. Maar die leverden soms ook aantoonbaar rendement op: zo konden in een vroeg stadium ziektegevallen worden ontdekt die anders niet of te laat aan het licht zouden zijn gekomen. Dat weegt", zegt Lens met enige nadruk, "ruimschoots op tegen een eventuele, kortdurende overlast voor de huisarts."

WCS SEPTEMBER

1996

29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 389

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's