GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 222

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 222

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

ESSAY

Allemaal gelovigen De agnost, die levensbeschouweHil<e bescheidenheid als hoogste maatstaf heeft, is doorgaans slechts toeschouwer bij de strijd tussen theïsten en atheïsten. Nu, naast andere vormen van fundamentalisme, ook een atheïstische variant daarvan de kop opsteekt, wordt hij plotseling van twee kanten bestookt. Manifest van een dood vogeltje. G E R T J.

PEELEN

I

n 'Het Boek van Vicjlet en Dood', de jongste, meest autobiografisch roman van Gerard Reve, belijdt de ikfiguur zijn onvoorwaardelijke liefde voor de natuur en zijn strikt creationistische visie op het ontstaan ervan. "Een vogel zingt om zijn Schepper te Ifjven", zoveel is zeker. En een glimp van het diertje is voldoende om die gedachte te staven: "Als hij niet door het dichte struweel aan onze blik onttrokken is, zien wij hoe zijn vedertjes in bonte kleurenpracht medetrillen met zijn zang, wat mijn woorden duidelijk bevestigt." Maar, aldus de verbaasde verteller, die zich in bet vervolg van zijn monoloog behalve een onvoorwaardelijk creationist ook een begenadigd oudehoer betoont, door een of andere tragische oorzaak is helaas niet iedereen dofjrdrongen van deze absolute waarheid. "Ik stond eens in de vroege zomeravond samen met de cultuurfilosoof Eddy Kleingeld naar zulk een vogelken te kijken en te luisteren, en deze Eddy Kleingeld had een geheel andere opvatting dan de mijne, die dan ook geheel onjuist was. Volgens hem zaten er in het dier, die vogel dus, allemaal klieren die het aan het zingen zetten om zodoende zijn gebied af te bakenen en een andere vogel tot geslachtsverkeer uit te nodigen. Ik geloofde dat niet en U gelooft het natuurlijk ook niet, maar die Eddy geloofde alles, als het maar ergens in stond, al wist hij niet meer in welke krant of peritjdiek het was. Ik zeide dus die vogel heb helemaal geen klieren, daar is hij trouwens veel te klein voor, maar jij hebt wel klieren, gewoon in dat misvfjrmde suikerzieke nichtenlichaam van je want je bent tegen God terwijl die vogel gewoon uit zichzelf, sptmtaan dus, een geheel lied voor God zingt dat niemand hem

geleerd heeft, intuïtief dus, door een diepe vroomheid." De conclusie van Reve's hoofdpersoon is aanstekelijk simpel: "bijna alle vogels [zijn] katholiek [...], zelfs als ze niet zingen", en het slag mensen waartoe Eddy Kleingeld behoort, "noemt [men] atheïsten, wat tegenwoordig gewoon mag."Naast de boude bewering inzake de katholiciteit der avifauna, trekt vooral de constatering in het slot van de laatste zin de aandacht: het is inderdaad al lang geen schande meer iemand 'atheïst' te noemen. Het woord heeft zijn negatieve bijklank goeddeels verloren. Sterker nog: wie elk geloof in Gfjd of goden heeft afgezworen, gaat graag prat op deze vermetelheid, en zal zichzelf daarom bij voorkeur openlijk ook als atheïst afficheren. Ik heb daar alle begrip voor. Het komt bovendien de duidelijkheid ten goede. En atheïsme is tenslotte óók een geloof. Net als gelovigen die andere politieke of levensbeschouwelijke doctrines aanhangen, zal de atheïst het waarschijnlijk met die laatste typering niet eens zijn. Omdat hij zijn wereldbeschouwing als enig htjudbare ervaart, zijn alternatieven bij voorbaat gevonnist als dwaalleer; alleen zijn atheïsme maakt aanspraak op Ultieme Waarachtigheid en is, naar zijn stellige overtuiging, daarmee meteen ook geen geloof, in de ware zin des woords, meer. Dit is - qui s'excuse s'accuse, nietwaar? - reden temeer de atheïst naar bet gelukkig ruim bemeten vak der belijdend gelovigen te verwijzen en hem vriendelijk doch dringend te verzoeken daar te blijven. Tenzij hij onrjmstotelijk kan bewijzen dat zfjn leer echt de enig juiste is. Dat ogenblik lijkt nu gekomen. Natuurlijk, Friedrich

We/FÉNicHAi', CJiji.ïijiji' et) SAMENLEVING 40

- MEI ri;'^6

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 222

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's