GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 400

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 400

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

intellectueel gelijkgezinde. Dat maakte zijn relatie met haar, die meer dan twintig jaar duurde, overigens niet minder hartstochtelijk. Hoewel ze over de veertig waren toen ze elkaar leerden kennen, gedroegen ze zich als tot over de oren verliefde pubers. Hoe wilde Diderot zichzelf eigenlijk kennen? Zelf liet hij zich vooral voorstaan op zijn edelmoedigheid. Hij stond ook inderdaad hekend om zijn generositeit en hulpvaardigheid, maar hij wilde ook wel heel graag zo bekend staan. Dat was een beetje een bedenkelijk trekje van hem, die trots op eigen goedheid. Hij kon een behoorlijke blaaskaak zijn. Vrijdenker, minnaar, mensenvriend zo kennen we Diderot, Maar dat is toch allemaal niet het meest wezenlijke. Door al die hoedanigheden en eigenschappen ken ik Diderot nog niet echt. Het gevoel van vertrouwdheid die met name zijn brieven aan .Sophie oproepen, komt uit iets anders voort. Het zit hem hierin dat Diderot niets achterhoudt, hij vertelt onophoudelijk over de mensen die hij ontmoet, de kwaaltjes waaraan hij lijdt, zijn verlangen naar zijn geliefde. Niets van zijn leven is geheim. Het gevoel van vertrouwdheid berust erop dat hij je voortdurend in vertrouwen neemt. Diderot is, zoals je tegenwoordig zou zeggen, spontaan; heel spontaan. Hij kan zijn mond niet houden. De ongeremdheid spat van alle bladzijden af die Diderot schreef. Het is ook een zeer emotioneel, soms zelfs sentimenteel soort ongeremdheid. De rationalistische filosoof Diderot laat zich onophoudelijk en ongegeneerd door zijn emoties meevoeren. Hij kon geweldig huilen. Wanneer in een boek een nobele daad werd beschreven, kon je hem al snel met betraande ogen boven de bladzijden aantreffen, net zoals een beschrijving van het kwaad hem met de vuisten kon doen zwaaien. Hij schaamde zich allerminst voor zijn emoties. Op theoretisch niveau verdedigt hij de hevige emoties. In een van zijn brieven vertelt hij aan Sophie een groot bewonderaar te zijn van hevige passies. Als er iets is waar hij een hekel aan heeft is het aan middelmatigheid, lauwheid. Zelfs pure slechtheid is wat hem betreft nog

40

WCS SEPTEMBER

1996

beter dan middelmatigheid. Alleen uit hevige passie komt creatief talent voor. Als Diderot moest kiezen tussen een slechte man, vader en vriend maar ook een subliem dichter te zijn of een goede vader, man, vriend en normale burger dan is de keuze niet moeilijk. Kunst is alleen goed wanneer die hevige emotie oproept, wanneer die enthousiasmeert en meesleept. Diderot bezat zelf een groot vermogen tot enthousiasme. Een tijdgenoot gaf eens een beschrijving van hem: "Het lijkt er op dat het enthousiasme de natuurlijke toestand van zijn stem, zijn geest en zijn gelaatstrekken is. In een onemotionele situatie was hij vaak geremd, onhandig, verlegen, zelfs geaffecteerd; hij was pas echt Diderot, hij was zichzelf, wanneer zijn gedachten hem buiten zichzelf voerden." Zijn enthousiasmerende talent openbaarde zich in de achttiende-eeuwse Parij se salons, waar de intellectuele elite van die tijd bijeen kwam om zich tegoed te doen aan maaltijden en sprankelende conversatie. Als Diderot eenmaal op dreef was, moet het voor zijn salongenoten niet altijd gemakkelijk zijn geweest om hem weer het woord te ontnemen. Niet dat ze dat overigens wilden, want hij was onderhoudend genoeg; net zoals hij op papier, in de brieven, soms van geen ophouden weet. Hij draaft maar door, onverbeterlijke kletsmajoor die hij is.

dynamiek is toch niet helemaal dezelfde als die van veel hedendaagse films, boeken en televisieprogramma's. Die moderne dynamiek is er maar al te vaak een van de angst, angst dat de kijker of lezer zich verveelt; daarom moet diens aandacht met krachtige kicks worden vastgehouden. De consument mag vooral niet de rust tot nadenken krijgen. Diderot kent niet die angst voor de verveling, hij is snel omdat hij zoveel te vertellen heeft, omdat hem telkens weer iets nieuws te binnen schiet. Het is de snelheid van de overvloed, de gedachten buitelen over elkaar heen en dringen voor. Er is van alles teveel. Er zijn teveel intellectuele lekkernijen, zoals er ook vaak teveel culinaire lekkernijen zijn. Die onmatigheid zat in zijn karakter; als hij weer eens teveel gegeten had, schrijft hij herhaaldelijk in zijn brieven, moest hij weer dagen zuchten onder een slechte spijsvertering. Hij is zowel op culinair als intellectueel terrein een gulzige schrokop. Diderot zoekt die snelheid en overvloed nadrukkelijk op. De snelheid belemmert het denken niet, het drijft het denken op. Hoe hoger het tempo, des te spitser de gedachten. Voor Diderot was het schrijven allerminst een moeizaam creatief proces dat vooral bestaat uit zwoegen en zweetdruppels. Nee, het is gewoon opwindend.

Door het enthousiasme ligt het tempo van zijn geschriften hoog. Diderot is een snelle schrijver. Er zit een enorme vaart achter zijn werk. En dat maakt misschien ook wel dat zijn werk zo gemakkelijk, zo moeiteloos overkomt, en hij zo bekend en vertrouwd aandoet. Hij is heel erg een schrijver van deze tijd.

Dat laat zich aan zijn brieven aflezen. Diderot heeft altijd haast. Hij dateert zijn brieven vaak niet, want hij weet niet welke dag het is. Hij heeft geen zin zich in zulke kleinigheden te verdiepen. En wanneer hij zich voorneemt een klein briefje te schrijven dan blijkt het uiteindelijk toch weer een lange lap te zijn geworden. Eenmaal op dreef, is hij niet meer te stuiten.

Videoclip Snelheid, zeggen hedendaagse cultuurfilosofen, is het dogma van de moderne cultuur. In het vervoer, de muziek, de televisie moet alles steeds vlugger; het tempo wordt opgeschroefd. Diderot lijkt als achttiende-eeuwer een ideale auteur voor het videoclip-tijdperk, al schrijvend zapt hij van het ene naar het andere onderwerp. Diderot lijkt een voorloper te zijn van die snelheidsmanie. Maar zijn

Zijn emotionele, snelle denken heeft ook verhinderd dat hij daadwerkelijk een groot filosoof is geworden. Hij had niet de discipline om een consistente visie op mens, natuur en samenleving uit te werken. En dat was misschien maar goed ook. Want wie een consistente visie opbouwt, moet datgene wat niet helemaal in die visie past, negeren of buitensluiten. En het lag niet zo in het karakter van Diderot om iets te negeren of buiten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 400

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's