GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 309

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 309

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

van lopen, of van staan, of van een combinatie daarvan, of op dingen met streepjes van een bepaalde breedte (zodat een aantal van mijn badhanddoeken ook zebra's zouden zijn). Net als andere mensen ziet dat kind allereerst een beest, een ding dat in ruimte en tijd continu is, dat zich kan omdraaien zonder daardoor een ander beest te worden, en nog zo wat. Dit lijkt zo vanzelfsprekend dat je mensen in de war kunt brengen door het ze eens flink uitgebreid uit te leggen, maar er zijn veel beoefenaars van de filosofie en de sociale wetenschappen die menen dat het andersom werkt: dat we bepaalde dingen onderscheiden omdat we een taal leerden die dat onderscheid toevallig maakt. Pinker neemt veel tijd om uit te leggen dat dat onzin is - onzin die karakteristiek is voor wat hij het "standaardmodel van de sociale wetenschappen" noemt en waartegen hij wel meer bezwaren heeft. Een veel gebruikt voorbeeld waaruit blijken zou dat mensen zien wat ze door hun taal hebben leren zien, is de eskimo die veel meer soorten sneeuw onderscheidt dan u en ik. Tientallen woorden zou die daarvoor hebben, terwijl wij het met dat ene woordje 'sneeuw' moeten doen. Dat blijkt een mythe die iedereen weer van iedereen overschrijft. Eskimo's kennen niet zoveel woorden voor sneeuw, en de woorden die ze kennen hebben betrekking op onderscheidingen die u en ik m een oogwenk leren maken. Hun wereld is zeker anders dan de onze, maar dat komt door de sneeuw en niet door hun taal. Stom Het taal-is-intelligentie-idee geldt nog eens te minder voor ons vermogen om zinnen te maken. Pinker meent dat dit vermogen voor een aanzienlijk deel is aangeboren, al in onze hersenen is voorgeprogrammeerd. En hij heeft daar een reeks argumenten voor. Er bestaan zeer intelligente mensen die niet kunnen spreken. Mensen die doof geboren zijn, en die niet op tijd een gebarentaal hebben geleerd, zijn niet in staat grammaticaal correcte zinnen te maken. Maar hoe 'stom' we ze ook noemen, met hun intelligentie is niets mis. Een beroerte kan iemands taalvermogen compleet uitschakelen, zonder dat zo iemand verder opeens allerlei dingen niet meer snapt of kan bedenken. Kennelijk zetelt ons vermogen taal te produceren in een betrekkelijk klein en besloten deel van onze hersenen - en niet overal zo'n beetje, zoals het taal-is-intelligentie-idee zou doen vermoeden. Hier valt natuurlijk tegen in te brengen dat Pinker zou moeten aantonen dat niet-sprekenden geen énkele vorm van

intelligentie missen. Dat ze goed kunnen rekenen bijvoorbeeld is geen argument. Maar die tegenzet blaast zichzelf snel op. Wie zo redeneert ondergraaft het idee van 'intelligentie in het algemeen'. Intelligentie wordt iets modulairs en taal zou een van de modules kunnen zijn. Het enige verschil met Pinker is dan nog dat deze de taalmodule geen 'intelligentiemodule' noemt - wie daarover strijdt, strijdt over woorden. Pinker zelf draagt een andere tegenwerping aan. Taal zou het hoogtepunt van intelligentie kunnen zijn, een prestatie waarvoor alle zeilen moeten worden bijgezet. Schakel een stukje hersenen uit en taal is het eerste dat verdwijnt. Maar dan zou elke hersenbeschadiging of andere intelligentiebeperkende handicap tot taalverlies moeten leiden, en dat IS niet zo. Er zijn mensen met een zeer gebrekkige intelligentie die toch zeer geavanceerde en begrijpelijke zinnen spreken. Alleen, die zinnen gaan over niets, of althans niet over iets reëels.

WCS JULI - AUGUSTUS

I996

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 309

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's