VU Magazine 1998 - pagina 464
Harm Visser
Decennialang zijn er pogingen in het werk gesteld om de 'geest' te verwijderen uit het domein van de wetenschap. Maar, om het eens paradoxaal te stellen, hoe valt de geest weg te redeneren als alleen dankzij diezelfde geest er überhaupt iets weg te redeneren valt?
Toen de Engelse filosoof Gilbert Ryle in 1949 in zijn 'The concept of the mind' schreef dat het lichaam/geest-probleem gebaseerd was op verwarrend en misleidend taalgebruik en dus helemaal niet bestond, leek dat het begin van het einde van de geest. Uiteraard was niet iedere filosoof en psycholoog het met zijn redenering eens, maar voor de meesten stond het niettemin als een paal boven water: de geest had zijn langste tijd gehad. Hij zou gewoon verdwijnen
88
wcs
NOVEMBER/DECEMBER
1998
De geest achter de horizon van de rationaliteit. Maar zie daar; de laatste tijd lijkt de geest zowaar hard bezig aan een come-back. Het begon allemaal zo hoopvol: in een fysisch universum kan eenvoudig geen plaats zijn voor iets dat niet van materiële aard is. Als de kwestie nu maar strikt logisch en analytisch zou worden aangepakt, dan zou dat weerbarstige fenomeen van de geest vanzelf worden weggeredeneerd. Op zich is met deze veronderstelling niets mis. Het idee erachter is, dat als er geen hogere machten of andere mirakels in het spel zijn, er wel een materialistische verklaring voor de geest móet zijn. Na de oorlog bogen tal van filosofen zich over het vraagstuk: de uitwerking van een materialistische theorie van de geest werd dan ook een van de belangrijkste filosofische programma's. Het sleutelwoord hierbij luidde 'fysicalisme'. Het is een verzamelnaam voor de stromingen die het lichaam/geest-vraagstuk vanuit een materialistisch oogpunt bezien. De fysicalist definieert de vraagstelling als volgt: hoe is het mogelijk dat zoiets als een mentaal ('geestelijk') fenomeen bestaat, gegeven het feit dat alles wat we in het universum tegenkomen een fysische identiteit heeft. Het is van belang hierbij op te merken dat de fysicalist het niet over de 'ziel' heeft. Dat wil zeggen dat 'geest' en 'ziel' niet bij voorbaat identiek zijn. Hoewel het niet erg voor de hand ligt, zou men immers kunnen opperen dat de geest weliswaar een product van de hersenen is, maar dat dit niets zegt over het al dan niet bestaan van een ziel. Natuurlijk is het wat merkwaardig een materialistische theorie te bedenken om daarnaast in een ziel te geloven; niettemin Is het in principe mogelijk. Metafysica De fysicalist heeft die geest op verschillende manieren trachten weg te redeneren. Bijvoorbeeld door - met de behaviorist - te stellen dat het geestelijke kan worden herleid tot beschrijvingen van uitwendige gedragingen. En dan heeft het geen zin meer om nog van het geestelijke te spreken. De afkeer van behavioristen van alles wat met 'geest' te maken had, kwam voort uit hun streven naar een wetenschappelijke filosofie en het vermijden van alles wat met metafysica te maken had. Het spreken over de geest heeft iets vaags, iets dat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998
VU-Magazine | 492 Pagina's