Bede om een dubbel "Corrigendum," aan A.W. Bronsveld - pagina 10
Wc] (iuariiipê
naar
van
rechten
der
broeder,
zij
Het
U
m-"M-
jijjiilijkc
wegneincu, maar er en
plicht,
«'lic
on-i^i'liik
dan toch
ligt,
dat ik;
uit.
voor de
toe genoodzaakt,
mijn eereplicht jegens den wapen-
;
waarom
dat er
toe,
om
naam
den
Ge des
dat
is,
den verderen
h\\
n^ni
at'dnik.
niet langei'
vertolken.
te is
kom
verzoeken
wilt,
printbijljel
„Heer" toch
U
ik
U
ik
,HEERE"
door
schrijven van geef'
uw
van
herdruk,
„HEER" maar Wel
in
het ook veelszins anders strijdenden, wapenbroeder niet vergat.
eerste corrigendurn
Dat
dat
blijkt
Uzelven
door
er
wetenschap opkomende
mogelijken
door
of
Akkeringa's corrector gelasten
heeren of
voor
i)i(>t
ciscli
het min
ik
Ican
een onbetwistbare fout.
niet altijd o>?ware geruchten
ons oor
zeker neusklankig misbruik, dat door femelende huichelaars
bereikten van
in het uitgalmen van
de slot-e
bij
het schoone woord „Heere" gemaakt
en wordt. Maar ik bid U, wat invloed zou dit op ons oordeel mogen oefenen, waar het een zuiver wetenschappelijke beslissing geldt? De arme kerk van Christus kan nu eenmaal, zoolang ze in het
wierd
midden
wereld
der
afsluiten, en
worstelt,
moet het
bergen; zonder dat het
dak
te
alle
woord en
zich voor booze invloeden niet hermetisch
zich dus wel getroosten, dj^n hypocriet onder haar
klai^k, alle
U of
iemand daarom
term en dogma
te
in den zin zal
willen schrappen of smoren,
waar deze ongoddelijke indringers goddelooslijk hun Eer integendeel zou door
U
gekozen
ik zeggen, dat
ook
komen,
uit
spel
meé
drijven.
een geestelijk oogpunt de
aan ernstige bedenkhig onderhevig was. Lijdt
schrijfwijs
het toch geen tegenspraak, dat de verandering van het oude en plechtige
„Heere" tijd
in het kortere
en min eerbiedige „Heer" herkomstig
is
uit een
en een kring, die aan elk dieper geloof in Gods genade tamelijk wel
gespeend was, dan, dunkt me, zou het eisch van geestelijk eergevoel na taal
den die
terugkeer
elke
van een warmer en frisscher geloof, ook uit de kerk-
teekenen van vroegere oneerbiedigheid te doen verdwijnen.
Maar op het
ik
stem
veld der
U
met over dat punt
toe,
met
„opiniën",
zijn
uit te
op dat terrein zult Ge mij
daad tegen de eischen der Vaste wet en regel gevallen
als
de
ik Aveer
trek ik mij daarom
„de luetenschap der taalkunde" terug.
op het terrein van
En
weiden zou
voetangels en klemmen, afdolen, en
consideratie van dien aard terstond afsnijdende,
ijlings
zijn,
is
zelf
moeten toegeven,
dat,
Ge
U metter-
wetenschap bezondigd hebt. het toch in onze Nederlandsche taal, dat in
hier bedoelde, de achtervoeging van de slot-e zulk een
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880
Abraham Kuyper Collection | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880
Abraham Kuyper Collection | 48 Pagina's