De Drie Formulieren van Eenigheid - pagina 90

LEERUEGELS.

72 heid worden de uitverkorenen

pen en met ongelijke mate,

te

zijnen tijde, hoewel

verzekerd

Kor. 13

(2

verscheidene trap-

bij

diepten Gods curieuselijk doorzoeken,

verborgenheden en

"Niet,

als

zij

de

maar

als

zij

de

5).

:

Woord van God aangewezen,

onfeilbare vruchten der verkiezing,

in

het

waar geloof

in

Christus, kinderlijke

vreeze Gods,

over de zonde, honger en dorst

naar de ge-

daar

(als

zijn

het

:

die naar

droefheid

God

is

met eene

rechtigheid, enz.) in zichzelven

geestelijke blijdschap en

Uit het gevoel en de verzekerdheid van deze verkiezing, nemen

XIII.

om

de kinderen Gods dagelijks meerder oorzaak verootmoedigen, de diepte

wederom

van

Hem,

zelven te reinigen, en

deze

heilige

waarnemen.

vermaking

zijne

die hen eerst zoo

beminnen. Zoó

vuriglijk te

verre

is

God

zichzelven voor

barmhartigheden aan

te bidden,

uitnemend heeft liefgehad, het van daar, dat

door

zij

van de verkiezing en door de overlegging van dezelve

leer

te

zich-

in het

onderhouden van Gods geboden vertragen, of vleeschelijk-zorgeloos zouden

worden

rechtvaardig oordeel dengenen pleegt te ge-

hetwelk door Gods

;

die,

óf zichzelven

vermetende,

óf ijdelijk en

beuren,

van de genade der verkiezing lichtvaardiglijk dartelijk

daarvan klappende, in de wegen der

uitverkorenen niet begeeren te wandelen.

Voorts gelijk deze leer van de Goddelijke verkiezing, naar Gods

XIV.

wijzen raad, door de Profeten, Christus zelf en de het

Oude

in

als

Heilige Schriften

dage

digen

zonderlijk

is

zoekinge

en

Rom. 12:

eerbieding,

3

eenen

zij

levendigen

van

troost

en Hoofdst. 11: 33, 34;

ter

van Gods heiligen

eere

zijn

volk (Hand. 20:

en onverdiende genade van onze verkiezing wijst en

menschen

getuigt, dat niet alle

zijn

verkoren,

wijders

zij

maar sommigen

niet ver-

koren, of in Gods eeuwige verkiezing voorbijgegaan, namelijk die, zijn

gansch

vrij,

welbehagen besloten heeft zij

rechtvaardig, in

en

onberispelijk

de gemeene

ellende

hunne eigene wegen en onder

eindelijk niet alleen

om

zijn

het ongeloof,

te

welke

onveranderlijk

laten,

te

zichzelven door hunne eigene schuld hebben gestort,

ligmakend geloof en de genade der bekeering niet in

27;

Hebr. 6: 17, 18).

ons de H. Schrifture daarmede allermeest aan, wanneer

God naar

bij-

zonder nieuwsgierige onder-

heiliglijk,

van de wegen des Allerhoogsten, tot

ook ten hul-

zij

en plaats in de Kerke Gods (dewelke

voorgesteld worden, met den geest des onder-

toegeëigend)

XV. Deze eeuwige prijst

tijd

in

en daarna in de

is,

alzoo moet

voorgesteld en nagelaten, zijner

en Goddelijke

scheids

naam

te

zoowel

Apostelen,

Nieuwe Testament gepredikt

het

en

in

dewelke

met het za-

begaven,

maar hen

rechtvaardig oordeel gelaten zijnde,

maar ook om

alle

andere zonden,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen