De Drie Formulieren van Eenigheid - pagina 100

ÖZ

LEERREGELS.

Wel

IV.

waar, dat na den val

is

nog overgebleven de

tucht

zóó

ver

Hem

bekeeren,

dat

hij

gebruikt;

recht

niet

licht

onderscheid tusschen hetgeen eerlijk en

geheel

op verscheidene

houdt,

hetv^^elk

de deugd en uiterlijke

tot

het van daar, dat de mensch door dit licht der

is

komen

natuur zoude kunnen tot

het

en ook betoont eenige betrachting

is,

maar

:

van

den mensch eenig licht der nature

in

behoudt eenige kennisse van God, van

vi^aardoor hij

dingen,

natuurlijke

oneerlijk

is,

ook

in natuurlijke en

veel

ja,

vs^ijze

dewijl

de zaligmakende kennisse van God en zich

tot

bezoedelt en in ongerechtigheid zoo wordt

doet,

hij

burgerlijke zaken dit

meer hetzelve, hoedanig het ook

hem

alle

te

zij,

onder

onschuld voor

God

benomen. V.

Gelijk

met het

het

Wet

dezen toe met de bijzonderlijk

gegeven

licht der

natuur toegaat, zoo gaat het ook in

der Tien geboden, van

want nademaal

:

zij

God door Mozes den Joden

de

grootheid

der zonde wel

ontdekt en den mensch meer en meer van zijne schuld overtuigt, doch het

middel daartegen niet aanwijst, noch eenige krachten toebrengt ellendigheid

geworden

te

kunnen geraken, en dat

zijnde,

zij

den overtreder onder den vloek blijven

mensch daardoor de zaligmakende genade

God door de kracht

God behaagd

Testament

woord of de

het Evangelie van den Messias, waardoor

is

menscheu zoo

in het

openbaard

;

weggenomen van

worden

God

in het

welke

heeft Hij haar aan

zijnde)

verscheidene

in de waardigheid

of in het beter gebruik

van het

welbehagen en de onverdiende ja,

als

Nieuwe

(liet

Oude Testament onderscheid der

meer menschen ge-

de oorzaak niet moet

uitdeelingen

van het ééne volk meer dan het andere,

licht der natuur,

liefde Gods,

maar

waarom ook

in het

gansch vrije

diegenen, wien buiten,

tegen alle verdiensten zoo groot eene genade geschiedt, haar met een

nederig

en

dankbaar

hart

moeten erkennen, maar

deze genade niet geschiedt, moeten rechtvaardigheid selijk

van

zij

in de anderen,

wien

met den Apostel de strengigheid en

Gods oordeelen aanbidden en

die

geenszins curieu-

onderzoeken.

VIII.

worden in

Oude

maken.

VII. Deze verborgenheid van zijnen wil heeft

gesteld

zoo kan de

doen kan, dat

aan weinigen ontdekt, doch in het Nieuwe Testament volkeren nu

laat,

Wet

heeft de geloovige

zalig te

deze

des Heiligen Geestes, en door het

bediening der verzoening, welke het

uit

niet verkrijgen.

VI. Hetgene dan noch het licht der natuur, noch de

doet

om

alzoo door het vleesch krank

zijn

Doch zoo

velen als er door het Evangelie geroepen worden, die

Want God betoont ernstiglijk en waarachtiglijk Woord wat Hem aangenaam is, namelijk dat de geroepenen tot

ernstigl ijk geroepen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen