Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 191
:
VAN REFORMATIE DOOR BREUKE MET DE BESTAANDE KERK. plaats kan openbaren, moet gij die kerk zoeken en was pogen, of ge ze met Gods hulpe tot openbaring brengen Drieërlei kan hieruit voortvloeien Of dat ge in de plaatse uwer woning een andere kerk de teekenen der ware kerk niet nagemaakt, maar in het
165
ze er niet,
kondt.
vondt, die leven ver-
dan zou het uw roeping zijn, de broederen dier kerk te smeeken, dat ze u en uw huis in hun gemeenschap wilden opnemen na openlijke belijdenisse van uw geloof. Of wel, dat ge in de plaatse uwer woning zulk een kerk niet vondt, en dan zou het op uw weg liggen met even sterk overtuigden als gij, op grond van uw gemeenschappelijke belijdenis, de kerke Gods in de plaatse uwer woning op te richten. Of eindelijk, bleek dat op den duur onmogelijk, alsdan om te zien en
toont;
om naar elders een kerk van Christus bestaat.
naar gelegenheden,
En en
uw
te verhuizen, naar
een plaats waar
mislukte elk dier drie, zoodat ge blijven moest waar ge waart, gedwongen werdt, zonder kerk voort te leven, dan zou het
dan
roeping
zijn
uw
eigen huiskerk te krachtiger te openbaren, of het
op uw ootmoedig gebed van uw God mocht geschonken worden, dat weer de bediening der genademiddelen u hergeven werd. Maar stel nu tegenover dezen weg der godzaligen eens het hellend pad der oppervlakkige lieden, en zie, wat klove tusschen hen gaapt. Hén hoort ge in schelle woorden afgeven op de misbruiken in den misstand der kerk, maar zonder dat een oordeel Gods hierin gekend of Gods slaande hand gekust wordt. Buiten alle verslagenheid der ziel en alle besef van eigen schuld omgaande, neemt dan dit ijveren veeleer het karakter van hooghartig bedillen aan, en blijft van boete en bekeering verre. Er is dan geen geestelijk onderscheiden, maar een geestelijk veroordeelen. En niet uit drang der ziele, niet met een bloedend hart, maar in opgewondenheid, in overmoed en overspanning, snijdt men, schier zonder gebed of zonder ernst, met een koud woord schrifts den band met zijn oude kerk af, en treedt in u
allengs
onbegrijpelijke
was
te
wisselkleed
Dit
luchthartigheid
bezoedeld
om
wordt
geworden,
de leden
over zie,
naar
men
een legt
nieuwe. het
af,
Het kleed en schiet het
!
om
daarmee over iemands overgang een de Kenner der harten oordeelt, en zelfs de beste heeft zichzelve maar al te zeer luchthartigheid in het reformatiewerk te verwijten, dan dat hij anderen zou mogen oordeelen. Wie de hand in eigen boezem steekt, heeft genoeg aan zijn eigen melaatschheid. Maar wat hier moest geteekend worden, is de tweeërlei aanoordeel
te
niet
vellen.
gezegd,
Alleen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's