De Drie Formulieren van Eenigheid - pagina 112
94
LEERKEGELS.
Schrifture deze zekerheid doorgaans trekt, niet uit eene bijzondere en buiten-
gewone openbaring, maar de
uit
de eigene merkteekenen der kinderen Gods en
uit
standvastige beloften Gods; inzonderheid de Apostel Paulus:
zeer
Geen schepsel kan ons scheiden van de
Hem
in
(Rom.
Heer
onzen
8
en Hij in
namelijk uit den
liefde
39); en Johannes:
:
denz elven
Gods, welke
Die
zijne
en hieraan kennen wij,
;
dat
in Chirstus Jezus
Hij in ons
dien Hij ons heeft gegeven (1 Joh. 3
Geest,
Die leeren: „dat de leer van de verzekerdheid
VI.
is
geboden bewaart,
der zaligheid uit haren eigen aard en natuur
is
blijft blijft,
24).
:
der volharding en
een oorkussen des vleesehes,
en voor de godvruchtigheid, goede zeden, gebeden en andere heilige oefenin-
gen schadelijk, maar daarentegen dat het
Want
deze
betoonen,
dat
prijselijk is
de kracht
zij
der
daaraan
werkinge des inwonenden H. Geestes niet kennen,
te twijfelen."
genade en de
goddelijke
en wederspreken den
Apostel Johannes, die het tegendeeel met uitgedrukte woorden leert in zijn eersten Zendbrief:
Geliefden!
geopenbaard loat wij
en
Hem
wij
zijn,
een
rein
die
alhoewel
zij
want
Gods, en het
ivij
Hem
zullen
zien
nog
Hij
gelijk
niet
is;
Daarenboven woorden wederlegd door de voorbeelden
Ouden
Nieuwen Testaments, dewelken,
des
als
van hunne volharding
en zaligheid zeker waren, nochtans in
de gebeden en andere oefeningen der godzaligheid gedurig
VIL
is
weten, dat als Hij zal geopenbaard
deze hoop op Hein heeft, die reinigt zich zelven gelijk Hij
zoo des
Heiligen,
wij kinderen
zijn
maar wij
zullen gelijk wezen,
iegelijk,
(Joh. 3: 2, 3).
is
der
nu
zijn zullen;
Die leeren:
zijn
geweest.
het gelove dergenen, die maar voor eenen
//dat
tijd
ge-
looven, van het rechtvaardigmakend geloof niet verschilt dan alleen in de
gedurigheid." volgens,
stelt
— Want
Christus zelf, Matth. 13
degenen, die maar voor eenen zegt, in
nog
daarbeneven
merkelijk
tijd
;
20 en Luk.
8
:
gelooven, en de ware geloovigen, als Hij
dat genen het zaad ontvangen in eene steenachtig aarde,
eene goede aarde of goed harte
dezen een vasten wortel hebben
dezen hunne
;
13 en ver-
drieërlei onderscheid tusschen
;
dat genen zonder
wortel
genen zonder vruchten
dat
maar dezen zijn,
maar
zijn,
maar
vrucht in verscheidene mate met standvastigheid of volstan-
digheid voortbrengen.
VUL
Die leeren:
//dat
het niet ongerijmd
is,
dat de mensch, zijne eerste
wedergeboorte verloren hebbende, wederom opnieuw, ja menigmaal wedergeboren worde." heid
van
— Want
getuigenisse des Apostels
maar IX.
uit
dezen loochenen door deze leer de onverderflijk-
het zaad Gods, waardoor wij wedergeboren worden, :
Die
tegen het
gij ivederom geboren zijt niet uit vergankelijken,
onvergankelijken zade (1
Petr.
1
:
23).
Die leeren: „dat Christus nergens gebeden
heeft, dat
de geloovigen in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's