Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 94
HOEDANIG HET AMBT ALLER GELOOVIGEN
68
voor
genade
zijn
te
danken,
en
ambt heeft opgelegd,
een
eerst
IN
DE KERKE CHRISTI
ZIJ.
doordien koning Jezus m ij kerk een ver-
bezit ik alsnu in die
antwoordelijke macht.
ambt der geloovigen bestaat allereerst hierin, dat, waar de ambten wegvallen, het ambt der geloovigen er voor in de plaats trede. In een kerk op een eenzaam eiland, waar pestziekte Dit
regeerende
opeenmaal
ambtelijke personen ten grave sleepte, zouden de geloo-
alle
krachtens hun ambt in
de plaats van deze ambtelijke personen hebben op te treden, en wel door onverwijld het ambtelijk werk te verrichten bij manier van waarneming, en voorts door nieuwe ambtsdragers te verkiezen. Het eene ambt schuift, bij wegvalling, zijn taak altoos op het naastkomend ambt over. Valt de Dienaar vigen
zelven
Woords weg, dan komt de regeerende Ouderling
des
de Ouderling weg, dan neemt de Diaken
valt
ook de
Diaken weg, dan treedt het ambt
Een
we
zijn
aller
in zijn plaats
;
taak op; en valt
geloovigen er voor
ook doorgaat, waar de ambtsdragers niet door sterven of heengaan w e g-, maar door ongeloof en ontrouw afvallen, of door verzuim en hoogmoed te kort schieten een helaas, maar al te breed veld, waarop als aanklacht tegen ambtsdragers en ouders, thans de Zondagschool en zoo menige andere (op zich zelf, onnatuurlijke en dus ongeoorloofde) inrichting staat, maar die als correctief onmisbaar bleken en dankbaar zijn te waardeeren. Toch is deze ambtelijke waarneming van anderer taak slechts een uitvloeisel van de meer algemeene taak, die in het ambt aller geloovigen besloten is, t. w. de plicht, om gestadig en in
plaats.
regel, die, gelijk
zien zullen, dus
;
van belijdenis, kerkregimcnt en eeredienst de bedaden der andere ambtsdragers te controleeren. Nooit mag een geloovige zich bij iets neerleggen, omdat de dienaren der kerk het zóó uitwezen. Dat is Roomsch, niet gereformeerd. In een gereformeerde kerk moet elk geloovige zijn geestelijk oordeel hebben en dat oordeel laten werken; niet uit betweterij of hedilzucht, maar uit geestelijke gehoorzaamheid en dus nooit op grond van zijn opinie, maar uitsluitend naar het geestelijk verstand van den Woorde Gods. Aldus moet al hetgeen in de kerk beleden, beslist of bediend wordt steeds zijn gestadigen steun vinden in de geestelijk verlichte conscientie der geloovigen. Fin ontstaan er nu tusschen deze verlichte zake
rusteloos
in
slissingen
en
;
conscientiën der geloovigen en de beslissing of handeling der Opzie-
ners
strijd,
dan
is
het
ambt
deel te vormen, dit oordeel
geheimelijk lijk
mede
desnoods
als
te deelen,
publiek
aller geloovigen, zich
hierover een oor-
met eerbiediging van het regeerambt dan
als
beklag
in te
eerst
brengen, en einde-
getuigenis algemeen te maken.
Een
zeer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's