Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 163
VAN REFORMATIE DOOR BREUKE MET DE ORGANISATIE.
I37
Wie zonder dit besef zich aan breuke met de bestaande organisatie waagt, verzaakt het geloof aan Gods voorzienig bestel. Immers voor zulk een is het dan, alsof de reformatie der kerk door sommigcr tegenwerking en verkeerden zin ontstaan is,
alleen
God de Heere ons wel een goeden kerkstaat schenken zou, maar de moedwil van die enkelen Hem niet in den weg stond. En de diepste gedachte huns harten is dan, dat zij, als de beteren, die kwaadwilligen nu eens onschadelijk zullen maken, om aldus* weer een goeden kerkstaat voor den Heere in het leven te roepen. Drieërlei zoodat indien
zonden dus voor één. Vooreerst een niet inzien in eigen medeschuld. Ten tweede een zich verheffen boven anderen. En ten derde den waan alsof een goede kerkstaat niet een geschenk van God aan ons, maar van ons aan den Heere was. Belijdt men daarentegen dat een goede kerkstaat een uitnemende genadegift e Gods is, die Hij ons vrijmachtig schenkt, en die wij zonder eenig recht onzerzijds van Hem ontvangen, dan ziet men ook
terstond in, dat, onthoudt de
Heere ons dit goede, er een verhindede zonde der kerk moet liggen, en dat alzoo het kastijden met een slechten kerkstaat altijd een oordeel over ongerechtigheid is. Wie nu dit oordeel Gods in den droeven staat der kerke erkent, kan dan ook niet langer meenen, dat de vroomheid van het eigenlijke volk daarbij slechts slachtoffer van de boosaardigheid der bijring
in
loopers zou zijn maar zal integendeel belijden, dat alle schuld en zonde gemeenschappelijk is; en dat juist het eigenlijke volk, naarmate het meer waarheid gekend en milder genade ontvangen heeft, ;
te gruwelijker heeft overtreden. De liefde is het teederste, en het wild gedierte dat u verscheurt, maar juist de kinderen des huizes zijn het, die die liefde schenden.
juist
niet
Hij die in den Naam des Heeren zich tot reformatie der kerke opmaakt, kan noch zal dit dus doen in hoogheid, veel min in minachtend neerzien op anderen. Eer omgekeerd zal hij zelfs den moed in
zichzelven missen
angstig
om
den Heere nog woesting worde
bekwaam
de hand tot zulk een werk op
of het ook
afvragen,
verder
en
gestraft.
's
Heeren
bitterder
En de
wil
zij,
dat
te heffen zijn
en zich
schuld voor
door deze plage der kerkver-
echte Boetgezant die tot dit
werk
zoo aan toestaan, dat hij niets hoopt, eer verlenging van druk over zijn zonde voorziet, maar nochtans uit loutere is,
zal er
gehoorzaamheid len naar
God de
zelf handelt en
anderen dwingt
om
te
hande-
den Woorde Gods.
zelf
is
bestaande
alleen de auteur
organisatie".
ook van „reformatie door breuke met
Niet alsof
dit
óns van plichtsbetrachting
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's