De twaalf patriarchen - pagina 71

DE PATRIARCH ISSASCHAR.

| S

• c*> <x> <*> <*> «J cd *> <*o <*>

>

67 9

<*» c«> o> «> «> o»> <m> <x> cv cap cap cap o» ob c*> c*> nc cap cap cap cap cap cap cap cap ct> cap cap cap cap cap cap cap*

i

g

I

van

Issaschar, ervaren in het verstand dev

tijden, J

§

weten wat Israel doen moest"

'.

nooit

Zoodra

het schip

|

oude ratten, naar men zegt, af, en op ijs waar geen balken onder lagen, zag men hen niet. En zoo lieten ze anderen altoos de spitse af-

I

wierd,

bijten. |

te

Ze waagden lek

|

om

En

iets.

gingen ze er

zij

kwamen

er

als

bij, als

het onder

den wind doorging. Zoo dienden ze den geweldenaar, zoolang tegen hem op te staan gevaar meebracht, en stonden ze op, als de opgaande zon over den anderen kant ging. Eerst dienden ze systematisch onder tribuut. Toen stonden ze met Barak op en wierpen Jabin uit, en toen Isboseth gevallen was, waren onder de eersten uit de Noordelijke zij stammen, om naar David over te loopen. Ze roken toen, om zoo te zeggen, dat wie tegen David ging, er aan moest, en dat er met David te verdienen viel. O, ze waren zoo uitgerekend, die Issascharieten.

|

J

|

i

I

{ i §

§ i

8 %

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen