Tweeërlei vaderland - pagina 10

6

Door het geloove

is

een inwoonder geweest in

hij

't

Jant der belofte,

in een vreemt lant, ende heeft in tabernakelen ge woont

als

ende

verwachtede

Door

ende

boven den

sij

zijn

oock

menighte

Dese

van

éénen, als

hebbende,

maer

waren.

dat

een

lijck

sy

om

hebben dat

is,

om

haren

weder

te

dat

als

over-

Daerom

soo

vele

in

het zant dat

is.

sij

gasten ende vreemdelingen op

sulcke dingen seggen, betoonen klaer-

die

Ende indien

sy dies vaderlants

welck sy uytgegaen waren, sy souden

Maer nu

keeren.

zijn

genaemt

te

worden

tijt

gehadt

sy begeerigh na een beter,

Daerom en schaemt hem Godt

na het hemelsche.

Godt

ende

zaet te :

van verre gesien, ende gelooft, ende

deselve

beleden

vaderlant soecken. 't

venstorvenen,

des hemels,

welek ontallijck

Want

hadden van

gedacht

eenen

dat

sterren 't

hebben

aerden

om

gebaert

zij

geloove gestorven, de beloften niet verkregen

't

hebben

ende

omhelst,

ende de

is,

in

zijn

alle

heeft

heeft geacht, die het beloofd hadde.

geboren

aen den oever der zee

ouderdoms

hares

tijt

hem getrouw

mits

hij

is.

het geloove heeft oock Sara selve kracht ontfangen

geven,

Isaac

de stadt die fondamenten heeft, welcker konstenaer ende

bouwmeester Godt

der

met

Want

Jacob, die mede-erfgenamen waren derselver belofte.

haver niet,

want Hij hadde haer een stadt

:

berevt.

En in

op

nu, neemt ook zei ven

M. H.

den toon der Patriarchen, de

Psalm 89 het 7 e en 8 e

lippen, en heft aan van

Hoe Zij

zalig is het volk, dat naar

wandlen, Heer

zullen in uw'

Zij

Uw Uw

!

in

naam

't

onbezweken trouw

licht

zich al

goedheid straalt hun

toe,

zal

eer ik tot mijne rede

uw klanken van

't

hoort

Gij toch, Gij vrije

Wij steken

!

den dag verblijden.

uw macht

schraagt hen in

't

nooit hunu' val gedoogeu,

En

hun roem, de kracht van hunne

kracht,

gunst alleen wordt d' eere toegebracht 't

Door U, door

Want God

zijt

is

hoofd omhoog, en zullen

U

alleen,

om

't

ons ten schild in

onze Konin»;

is

van

Isrels

vers:

godlijk aanschijn voort.

Maar uw gerechtigheid hen naar uw woord verhoogen.

Uw

kom,

Pelgrimslied van Gods heiligen

liet

d'

eerkroon dragen

eeuwig welbehagen 't

;

strijdperk van dit leven

God

gegeven.

lijden,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen