GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 382

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 382

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

376 Zoo handelde de Heere met de Arno rieten, natuur zondigden. Want Gods onzienlijke dingen worden van de schepping der wereld aan uit de schepselen verstaan en doorzien, en de heidenen hebbeu het werk der wet geschreven in hunne barten. God liet ze wonen in dat land, totdat de mate hunner ongerechtigheid vervuld was. Maar anders met Israël. sMijn zoon, mijn wederkeeren."

die tegen het licht der

eerstgeborene,

is

Israël."

En

een

zoon kastydt

de

Vader.

Zoo deed God met Jakobs zaad. Hunne overtredingen bezocht Hij met de roede, en hunne zonden met plagen. Eerst het rijk der tien stammen door Salmanasser weggevoerd naar Assyrië; later Juda te Babel in ballingschap.

Maar

Moab? Moab

rust geweest. Van

is van de dagen

zijnejeugd aan

ge-

dat bij zijn land daar aan den oever der Doode zee ingenomen, en zijn sterke steden van zijne jeugd aan is hij gerust geweest. gebouwd heeft Geen overweldiger is in zijn land gekomen. Het is alles voor hem voorbijgegaan. God bezocht zijn volk om hunne zonden met plagen. Assyrië en Babyion waren een tuchtroede in zijne hand. Maar af,

;

Moab

heeft

van

zijne

jeugd aan

veilig

gewoond. Hij heeft zich

groot gemaakt tegen den Heere. Israël in zijn ongeluk is hem wel tot belaching geweest. Hy trok het zwaard wel tegen anderen. Maar in zijne landpale is geen krijgsgeschrei gehoord, noch verwoesting gezien. Daardoor heeft Moab dan ook zulk een gevoel van veiligheid verkregen. Hij kan zich maar niet voorstellen, dat de verwoesting ook tot hem genaken kan. Hij heeft zijne gruwelijke afgoden gediend. Hij heeft Israels God voor niets geacht; en diens volk een beschimping. Maar hij voer immers wel bij zijn god Kamos, wiens dienst eigenUjk bestond in begeerlijkheid der oogen, begeerlijkheid des vleesches, en grootschheid des levens. Zoo is hot geleidelijk van zijne jeugd aan gegaan, van den tijd af, dat hy een volk werd. De zonde is in hem, met den voorspoed, gegroeid. Hij kent eigenlijk geene vreeze. Hij is gelijk aan de goddeloozen, wier voorspoed Asaf is van zijne in Ps. 73 zoo raadselachtig was.

wel

Moab

jeugd aan gerust geweest. zyn er aan Moab gelijk. menschen Hoeveleu onder ons is niet, dat de voorspoed op zichzelve of een kalm vlottend leven den mensch goddeloos maakt. Och neen, de goddeloosheid is van den beginne aan in ons harte. Evenmin maakt de tegenspoed den mensch godzalig of vroom. Menig mensch ondervindt veel wederwaardigheden en is daarbij als een voortgedrevene zee, en zoekt het her- en derwaarts, maar ,

Het

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 382

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's