GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 214

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 214

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

208

Brood

dat is de samenvatting aller tijdelijke behoeften; is het enkel daarom te doen ? Daarom is al het tobben en worstelen, het zwoegen en slaven, en het is vaak niets anders als bitterheid. Het dagelijksch brood, daarom heeft de Heere leeren bidden, maar dat is niet genoeg. De mensch zet de grenzen zijner behoeften uit, naar zijn vleeschelijke begeerlijkheden. Het is de hoogste levensvraag. Het eerste, waaraan gedacht wordt, ook als de Heere God soms zoo hoogst ernstig spreekt tot den mensch, als Hij hem soms alles doet tegengaan, en uit de hand slaat, tot zelfs den staf des broods. Maar hij geeft het niet op in zyn ongeestelijk woelen. Evenals de bij, die van de eene bloem op de andere vliegt, wanneer zij geen honig vindt in de bloem, waarin zy ze zoekt; zoo ook de mensch. Hij zal, wat tot het levensbehoud behoort, zoeken overal, tot hij het vindt. En vindt hij het? De Heere spreekt zoo krachtig tot zulken; maar zijn sprake verstaan zij niet, en daarom zoeken zij in deze wereld wat zij nooit aan eenig mensch geven kan. Wat zonder God zoo zwaar valt en zoo schrikkelijk teleurstelt, valt met den Heere zoo licht. Hoe ziet de Heere u, voor wie geen hooger vraag is, dan naar brood ? Geen zucht in uwe ziel; geen gebed in uw hart geen smeeking op uwe lippen, om óen druppel van het water des levens, om dien geestelijken dorst te lesschen; dien dorst, die er is en dien gij gevoelt, maar niet met bewustheid. Daarom staat gij bij elke vermaning des Heeren stil bij wat uw oog ziet, en uw hart begeert; de stoffelijke dingen. Is er dan niet meer in u dien zuurdeesem der farizeën en Herodianen ? Niet meer die eigengerechtigheid, die wereldschgezindheid ? Dat is juist het gevaarlijke, dat de mensch onder al het najagen der tijdelijke dingen meent ook voor den Heere nog iets te zijn. Het gaat, gelijk een Roomsche man eens zeide: »Een mensch heeft twee akkers te bearbeiden, een aardschen en een hemelschen;" maar het zelfbedrog van den farizeër komt hierin uit, dat hij met zgn gansche hart den aardschen akker bearbeidt, en bij gelegenheid ook wel eens naar den hemelschen omziet, en nu meent, dat alles recht gaat. Ziet, dat is niet een gebrek aan geestelijk verstand, dat is ten eenenmale gemis van geestelijk verstand. Dat is een nog geheel verzonken zijn in de dingen dezer aarde een slaaf zijn der zondige werkingen des vleesches, die God buitensluiten, en die de dingen der aarde tot God maken. Zag men toch eens, dat alleen dan, als het licht des hemels, het licht der eeuwigheid, valt op dien aardschen akker en op den arbeid des menschen, de dingen dezer aarde en den strijd dezes levens worden in uwe schatting, wat zij zijn. ;

u

;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 214

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's