Uit de diepte - pagina 741
,
Al
Zijn
aard en alles wat
d'
Met 't
wat
al
zich
zij
,
geeft
beweegt en
leeft,
wettig eigendom des Heeren.
Hij heeft
z',
in
haren ochtendstond
Op ongemeten zeen gegrond, Doorsneden met
rivier
en meren.
Verhoogt, o poorten! nu den boog; Rijst,
eeuwge deuren!
Opdat de Koning
Wie 't 't
Is
Is
rijst
moog
omhoog!
rijden.
die Vorst, zoo groot in eer?
is
God,
God
in
d'
almachtig' Opperheer;
geweldig in het strijden.
,
Psalm 24 Gij zijt
opgevaren
vankelijk gevoerd
;
in
Gij
de hoogte
;
Gij
:
1,
4.
hebt de gevangenis ge-
hebt gaven genomen [om
onder de menschen; ja ook de wederhoorigen
,
uit te deeleri]
om
U]
[bij
te
wonen, o Heere God! Psalm 68
:
19.
Deze 68ste psalm is door David gedicht bij gelegenheid van de opvoering der arke des verbonds naar Sion. Die arke des verbonds, met het verzoendeksel daarop, was een allergewichtigst stuk onder Israƫl. Om die arke groepeerde zich de geheele dienst van God. Waar die arke gemist werd, daar ontbrak het middelpunt van alles. Want die arke was de woonstede des Heeren onder zijn volk. In de wolke, die daarop was, gaf de Heere een
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's