Uit de diepte - pagina 30
24 Letten wij nu nog, aan te schroeven op merken wij op dat ze ,
,
om
het recht van dien eisch nog sterker
den inhoud der geboden, dan zijn naar den aard der liefde,
naar den lust der ziele en dies liefdewekken d. Naar den aard der liefde is alles wat Jezus gebiedt. Menschengeboden
zijn dikwerf hard, vernederend, stuitend voor het i'echtsbesef en het vrijheidsgevoel, en beleedigend, ja doodelijk voor de liefde. De wet van Mozes zelfs was in de terugzetting des volks bij den dienst des Heeren en het tusschenschuiven van den priesterstand eene beproeving voor het liefhebbend hart, en in de veelheid harer bepalingen een juk, zwaar om te dragen. Doch al wat Jezus gebiedt is slechts éen gebod: Hebt lief; hebt God lief als uw Vader, die in de hemelen is; hebt Mij lief als uw Heiland; hebt den Heiligen Geest lief als uw Trooster, die wordt, als gij Hem wederstreeft en bluscht hebt mijn lieve discipelen lief als uwe broeders en zusters, uwe medeleden van mijn lichaam ; hebt den naaste lief als uw medemensch, met u uit éenen bloede; hebt uw vyand lief, overwinnende het kwade door het goede; hebt liefde voor uwe ouders, uwe leeraars, uwe kerk,
bedroefd
;
uw
vaderland; leeft in de liefde! dat is het nieuwe gebod des Heeren; en daarom, het kan niet anders wie Jezus waarlijk liefheeft, bewaart zijne geboden. Ziet,
:
Deze geboden
zijn juist
naar den
lust zijner ziele. De
natuurlijke mensch is geneigd God en den naaste te haten; het bedenken des vleesches is vijandschap tegen God; het onderwerpt zich niet aan de wet der liefde, het kan dit ook Doch het wedergeboren gemoed ziet in de zonde den niet. dood, in de zelfzucht de zonde, in Jezus de verlossing en krijgt afkeer van zichzelven, haat tegen de zoude, liefde tot den
Heiland en lust in zijnen dienst. Zoolang de wet als een u vervloekende eischeresse op u aandringt, tracht gij uzelven tegen haar te handhaven, en haat uw hart de wet allermeest in haar Nieuw-Testamentischen luister doch ziet gij u in Christus vrij van haar vloek en vervuiler van haar eisch, dan begint gij haar beminnelijk te achten als de wet uws levens, tot welker vervulling het geestelijk leven dringt; dan wordt met name het gebod van Jezus de lust uwer ziel. »Hoe lief heb ik uwe wet, zij is mgne vermaking den ganschen dag;" ja »zoo uwe wet niet ware geweest mijne vermaking, ik was in mijnen druk vergaan. Ik heb een vermaak in de wet Gods naar den inwendigen mensch." »Zij is mijn gehemelte als honig, ja als honigzeem...." En met ;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
![Uit de diepte - pagina 30](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/uit-de-diepte/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's