De twaalf patriarchen - pagina 40

DE PATRIARCH NAFTALI.

32

Maar licht

ook,

juist

Want

opgegaan.

Jezus'

daarom

is

over

Naftali het heerlijkst

in Naftali zijn verre de meeste

wonderen geschied, en op

Naftali's

bodem

zilveren stem weerklonken, die van Jezus' lippen

schoon

zoo

had

ze

i

l

1 ï

Die

woorden gaf

zielverrukkend, als nooit menschenoor

beluisterd.

en

zin

aard, en dies

wen.

zoo

en

van

heeft die

Want

die

gave voor het schoone lag in Naftali's

mocht Naftali meê aan

toen Salomo

's

Heeren tempel bou-

toekwam aan de stukken

die kunst-

4

schoon vergden, aan de koperen pilaren en koperen zee en

1

de runderen, toen riep

i

verhaalt de Schrift ons, was uit Naftali's stam

En

beseft.

I

geweldenaar

I

die

I

was

I

Hiram

Deborah,

Kon. 7:14).

i

het boeiend woord vooral wierd in Naftali

|

toen Barak, die Jabin en Sisera sloeg, tegen den

i

op

Naftali,

de

i

I

hij

uit Tyrus,

trekken, was

(1

het ook deze richter,

|

Want Barak

f

en Barak zei: Ik zal niet trekken, tenzij

\

schoone woorden geven kan, met

j

moest

met de macht van het woord rekende. uit

1

en Hiram, zoo

De macht van

i

1

2

i

1

\

vrouw

die

mij ga. I i

z

j

Zoo boeit

Naftali.

|

ï

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen