Uit de diepte - pagina 514

508

waardoor zij onder de bestiering Grods hunne zaligheid werken en volmaken met vreeze en beven." Wy wisten wel, wat wij deden, toen wij de drie Formulieren van eenigheid onderteekenden, waarin onze Dordtsche vaderen (Leerreg. V, 15) schreven: 5>Deze leer van de volharding der ware geloovigen en heiligen, mitsgaders van de verzekerdheid

zelven,

der volharding, welke God tot zijns naams eere en tot troost, der godvruchtige zielen in zijn Woord zeer overvloedig geopenbaard heeft, en in de harten der geloovigen indrukt, wordt wel van het vleesch niet begrepen, en wordt van den Satan gehaat, van de wereld bespot, van de onervarenen en schijnheiligen misbruikt en van de dwaalgeesten bestreden; maar de bruid van Christus heeft haar altijd als een schat van onwaardeerbaren prijs zeer teederlijk bemind en verdedigd. Hetwelk dat zij ook voortaan doe, zal God bezorgen, tegen denwelken geen raad geldt, nog eenig geweld iets vermag." Ook kan die zonde niet worden gepleegd door degenen, die buiten alle aanraking met den Geest zijn gebleven. De heiden heeft een natuurlijken godsdienst; hij weet, er is eene macht boven hem, want de hemelen vertellen hem Gods eere. Hij kan lasteringen spreken tegen zijn Scheppei', maar niet tegen den Zone Gods. De Johannes-jongeren te Efeze hadden gehoord van den Koning, die in het midden was, van het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt; maar niet gehoord, dat er een Heilige Geest was. Zij konden niet zondigen tegen den Geest, veel min dien lasteren, wiens naam hun zelfs onbekend was. aan wie niet Zij alleen kunnen dus tot die zonde vervallen alleen de Vader, maar ook de Zoon, maar ook de Heilige Geest is geopenbaard, die in aanraking, in beroering met dien ziin geweest. Ziet hier, geliefden waarom die zonde zoo boven andere ontzaglijk is. Zg wordt bedreven tegenover zooveel genadelicht. Niet dus is zij onvergeeflijk, omdat de Geest meer is dan Vader en Zoon, maar omdat aan den schuldige zooveel meer geschied, omdat hy tot zooveel hoogeren trap van kennis is is gebracht omdat bet uiterste het allerhoogste van de algemeens genadebedeelingen aan hem heeft plaatsgehad. Wilt gij de beste commentaar op ons tekstvers, lees dan 4—8, waar de apostel ook spreekt van dezulken, Hebr. 6 die onmogelijk zijn te vernieuwen tot bekeering. En wie zijn deze? Die afvallig geworden zijn, nadat zij verlicht zijn geweest, de hemelsche gaven gesmaakt hebben en des Heiligen Geestes deelachtig zijn geworden; of anders in dienzelfden brief hoofdstuk 10 26 27, waar hij spreekt van dezulken voor wier ,

!

,

,

:

:

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen