Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 10
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
:
VOORREDE.
VIII
Blijkbaar moesten dus zelfs de Heidensche ambtenaars van het belasting-
wezen
Eome
«beroepene Heiligen die te
hen
deelen in de liefde van de geliefden Gods, de
God
dienaars van
als
waren, toen Paulus hun schreef, toen Nero
als
door de ambtenaars begaan, behoorden zeer zeker den
dienden
de
:
noodzakelijk
liefde tot ;
personen maakt
de
alléén
en het wezen van
liefdeloosheid
om
waarop
mochten maken
aanspraak
recht
onverschillig voor den
naam
meer moest dan
te
niet
den personen zelve, in hunne hoedanigheid van ambte-
naars, van dienaars Gods, te betalen o-oddelijk
te dragen, dien
een juist oordeel over zonden
zelfs
maakt
kwaad. Maar hoeveel
het zedelijk
liefde dringen,
de
naam
ambtelijke beschouwing van waarheid en gerechtigheid ver-
de
volgens
zij
De verkeerdheden,
fakkels gebruikte ter verlichting van zijne tuinen.
krachtens hun ambt volgens
zij
?
En
nu gold voor Hei-
als dit
densche door eene Heidensche macht aangestelde ambtenaars, hoeveel temeer
dan niet voor Voorgangeren der gemeente, wien hare leden (Hebr.
cfold dit
13
:
en onderdanigheid verschuldigd waren, voorgan-
gehoorzaamheid
17)
men
geren die
weg
zich langs den
tot bestuurders
had verkozen
der vrijwillig aanvaarde organisatie zelve
?
Deze beginselen heb ik steeds gevolgd. vele zonden van nalatigheid voor
De Kerkbesturen hebben In
strijd
den wettigen weg
altijd in
wilden
van de
karakter
byteriaal
gaande meerderheid heb
1
bij
(doch
gaven aan wie het confessioneel en pres-
Kerk,
zooals
naar
zich
zij
buiten vertoonde,
Tegen dat onrechtmatig drijven eener blijkbaar
behouden.
weet, heb ik mij
zij
bepalingen ontworpen, en gedeeltelijk ook inge-
1)
die rechtmatigen aanstoot
voerd,
hunne rekening.
met de Eeglementen, die ze moesten handhaven, hebben
ik mij steeds naar
vermogen
verzet.
voorbij-
Zoo ver
ik
dat verzet steeds laten leiden door deze drie onweder-
egbare beginselen
De
lo
wettige
als zoodanig in
weg moet bewandeld worden
hun ambt
te
;
2o
hoorzaamheid aan eenige bepaling, slechts
eene daad
bestuur weerhouden is
van het Bestuur naar
mag
plicht
is,
waken
heeft voor de
plichtbesef
het
om
dit
ik niet
in strijd
;
3o
De
mogelijke onge-
met Gods Woord geoordeeld,
van den persoon zelven, die geen enkel Kerk-
zijn
mag
zijn
eeren en dus te beoordeelen naar de ook voor
hen geldige beschrijving van hunne hoedanigheden
mag
De Kerkbestuurders
jegens den ongehoorzame te doen, wat de plicht zijne eigene
opvatting
den eisch afleiden dat
handhaving der orde,
medebrengt
;
word
;
hij,
uit hetgeen voor mij ten die
zijn plicht
ook tegenover mij verzuimt, indien
ik in zulk een geval getroffen, ik
andere redenen smartelijk, schadelijk,
zelfs
te
zijn
mag
onverdiend achten, maar
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's