Het werk van den Heiligen Geest - pagina 28
Het werk van den Heiligen Geest voor de kerk in haar geheel.
!
XXn
VOORREDE.
wat
las
niet
mits
wen,
minst niet euvel duid,
ia het
ware eerst door Cocceius de Verbondsleer in het merg en been
als
Theologie opgenomen? Uitvoerig
onzer Gereformeerde
met de stukken
is
het tegendeel door mij bewezen. Ik herhaal dit bewijs thans
Böhl dank, dat
liever Dr.
te dezer
hij
mij tot
hield
hem met Hoe
bejegend.
te ernstig voor,
vooral
blijft
geen
mij een raadsel.
of
lettergreep,
Clarissime, et
Neen, ontlokt,
is
meam
Ook op
op de
het
moest
poging
zijn
kaak de
laffe
jokkernij beantwoorden
om
D^t
is;
Juist
van Adams punt,
bij
vernieuwing een woord van protest
dat
hijzelf
ik
hem geen
in
den wortel aan
echter op
dit
rust
mag
stelling niet
laten. Niet, alsof ik
doen opkomen.
hoofdpunt kan ik hem weinig anders bieden, dan
54 bladzijden groot
mij aangevoerde bedenkingen in
te
onder de
kan uitgaan, zonder, ook tegen
is,
wijdt
zijn stelling. hij
In
zijn
ter toetse gebrac-ht.
hij
geen enkele der door
En waar
twaalf stellingen de ongerijyndheden saam
toe Dr. Böhls opvatting leidt, vijfregelig nootje af,
maakt
hij
Zur Abwehr
aan dit hoofdgeschil slechts 9
bladzijden; en zelfs in deze negen bladzijden heeft
had gegeven,
is
de haeresie voleinden zou, die hier in kiem gege-
nadere adstructie van mijn protest tegen
een
Vir
schuld.
waarop
maar omdat zulk een
dat
antwoord ik
uitroep zijn: Infra Tiiam,
stille
Böhls wil en bedoelen, haeresie in de kerk te
in
43),
het tusschen ons gerezen hoofdgeschil, of Dr. Böhl, zonder de
het
is
vermoedde,
toch,
dommer dan
zeggen mag, dat de Christus gelijk een onxer geboren
toerekening
ven
mij als
te stellen (zie p.
waarheid van den Christus en het Verzoeningswerk tasten,
ernst
zijn
dignitatem
eenige punt, dat mij
het
Tot den einde toe heb
een protest mijnerzijds, in teederen en kalmen toon inge-
hij
aankomend student
een
verwacht.
pen een woord gleed, dat
keerde.
met waardeering en met vertrouwen op
achting,
zijnent-
bespreking van zoo ernstige
ik niet, dat er ooit uit mijn
hem
om
iets dergelijks niet
bij
met het wapen van den spot en van
kleed,
kon,
ik alleen, dat ze mij
hebben. Ik had van Dr. Böhl
hem
er
zich laatdunkend of minachtend tegen ik
niet overbodig
Cocceius.
bij
mikpunt koos, antwoord
Ook weet
materie.
wat daarom
iets
;
schimpscheuten en carricaturen, waarvoor Dr. Böhl in zyn Zur
de
bedroefd
wil
Ik
zweren
niets afweten en
van Voetius
Abwehr
en zeg
overmits de meeste Gereformeerden in Duitschland nog altoos
te achten,
Op
niet,
gelegenheid in een kernachtig woord
op het gevaar van het Cocceianisme wees is
hij,
werk gelezen, nog het oude sprookje hebben kunnen vernieu-
dit
hij
wat ik hem
iets
ook geen oordeel over aan matige. Hoe toch zou
zich er dan
hij
had
schreef;
ik
ik mij de moeite te vatten,
waar-
zich van deze twaalf ca^e(;ore;;^«te
en zegt er alleen van
:
>yDie
Gegensdtze, die
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's