Het werk van den Heiligen Geest - pagina 74
Het werk van den Heiligen Geest voor de kerk in haar geheel.
HET HEIR DES HEMELS EN DER AARDE.
36
En is
Jezus op de apostelen blies en
als
minder
dit niet
nu
psalmist
de Heilige Geest
stellig
van
niet
zij
blax^en,
den Heiligen Geest ontvingen, in eigenlijken zin,
maar van den adem
zijns
dan waar de
monds
of zijner
lippen gewaagt.
Men
dus wél doen, met de aloude uitlegging der Schriftuitspraken
zal
spoedig
zoo
niet
theologie
prijs
de
tot
Komt men
geven.
te
slotsom, dat in het
eenmaal met de nieuwere
Oude Testament
eigenlijk
nog geen
Persoonsonderscheiding van Vader, Zoon en Heiligen Geest geleerd wordt,
kan
dan, ja,
in Genesis,
werk des Heiligen
geen
in Job,
bij
den Psalmist en
Geestes sprake
zijn
en het
;
in Jesaja is
ook van
uit dien
hoofde
volkomen natuurlijk, dat de voorstanders dezer nieuwere theologie dan ook uit al deze Schriftplaatsen
weg
meê
niet
den Heiligen Geest wegcijferen. Maar wie dien
opgaat, en nog uit volle overtuiging belijdt, dat de drievul-
Persoonsouderscheiding
dige
Oude Testament op
om
v^oorzichtigheid,
het
de
van
het
goddelijk
Wezen ook
allerduidelijkst uitkomt, die
uitspraken
over den
reeds in het
hebbe dan ook de
Geest des Heeren" nauw-
»
keuriger te bezien, en houde dankbaar vast aan de traditioneele uitlegging, die wel terdege een heenwijzing op het
dan toch
niet in alle,
wege erkennen
En
vatten
in de meeste
's
Heeren
doet.
we nu de
van den Heiligen Geest
bijzondere trekken saam, die voor het eigen werk in
verband met de schepping, ons
uitspraken kenbaar worden, zoo bij
werk van den Heiligen Geest, zoo
van deze Schriftuitspraken, van
blijkt,
in
deze Schrift-
dat het werk des Heiligen Geestes
de schepping meer bijzonder bestaan heeft: l^.mhetbroede?i omzweven
over
nog ongevormde
de
massa
van den aardkloot
Geest het heir des hemels en der aarde schiep de
hemelen versierde
in
het
bezielen
den mensch
;
en
;
van 5.
4.
;
;
2.
dat de Heilige
3^ dat de Heilige Geest
dat het werk van den Heiligen Geest uitkomt
het redeloos dier en in de tot aanzijn roeping van
dat het werk van den Heiligen Geest uitkwam in het
van het bestaan der schepselen naar Gods raad.
leiden
Vatten
we
dit
nu
saam, dan blijkt ons hieruit, dat uit den Heiligen
Geest niet bijzonderlijk de stof en de krachten der schepping voortkomen
;
en dat evenmin de zaden en kiemen des levens, die in de stof sluimeren,
door
een
dragen
;
eigen werk van den Heiligen Geest in deze stof wierden inge-
maar dat omgekeerd het eigen werk van den Heiligen Geest ddn
eerst begint, als én de stof er
aanwezig
zijn.
is,
én in die stof de kiemen des levens reeds
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's