Het werk van den Heiligen Geest - pagina 75

;

HET HEIR DES HEMELS EN DER AARDE. den

In

beginne

God den hemel

schiep

en de aarde

37

;

en toen nu die

aarde nog een ongevormde massa was, zóó ongevormd, dat zelfs de wateren

van

het

nog

uitspansel

Oods over

die ivateren.

niet

afgescheiden waren, toen xweefde de Geest

Dit

zweven

uu

het Hebreeuwsch uitge-

in

is

drukt door een woord, hetwelk van vogelen gebruikt wordt, die met uitge-

hun jongen zweven om

spreide vleugelen boven het nest van

teren en te dekken. Dit beeld duidt dus aan,

die te koes-

dat niet alleen de aarde er

was, maar dat ook in die aarde het leven in kiem reeds school, maar dat

nu

de

Geest

Heilige

schuilend

dit

bezwangeren,, uitbracht naar buiten,

Hetzelfde

door

hun

hemelen

ons

leert

Woord

het

33

Ps.

:

6.

Niet door den Heiligen Geest, doch

maan

toen nu die geschapen

heir moesten erlangen, was het o ogenblik gekomen, dat het

niet licht vast te

is

zij,

Maar

de hemelen geschapen.

zijn

te koesteren en te

het alzoo te leiden tot zijn bestemming.

Wat met

eigen werk van den Heiligen Geest intrad.

bedoeld

door het

leven,

om

en starren"

dit heir in Ps.

Er kunnen meê bedoeld

stellen.

het kan duiden op het »heir der engelen"

;

ook doelen, niet zoozeer op het scheppen van de starren,

kenen

aan

maan

zon,

en

van

sterren

als

;

33

:

6

zijn »zon,

en het kan

op het ver-

haar hemelschen luister en god-

delijken gloed.

Doch zonder ons

verdiepen in een onderzoek naar de engere betee-

te

kenis van dit woord, staat toch zooveel vast, dat met schepping van het jheir des hemels" bedoeld

m aar

hemels,

djen jiemel

is,

niet de eigenlijke schepping

h et uitbrengen aan dien geschapen hemel

van de stof des

v_a n_h£tgeen

aan

luister ep frInAd bijzptfp

Gelijk dus Gen. l

:

2 voor deze aarde toont, dat er eerst een schepping

van de materie en haar kiemen, en daarna een ontlokken van een levenstoon aan dit geschapene was, zoo leert ons Ps. 33 eerst

len

wezen

in

en

aard bereid

zijn,

:

6,

dat ook de heme-

en dat eerst daarna de Heilige

Geest hun heir heeft uitgebracht.

Tot

slotsom

gelijke

Job

leidt

26

:

13,

Ook daar

toch wordt onder-

scheiden tusschen de Jiemelen en hun versiering, en wordt niet de schep-

ping

hemels,

des

maar met name de versiering van de hemelen

werk van den Heiligen Geest voorgesteld. Dit versieren nu in

Gen.

1

:

2

is

als het

weer, evenals

het »zweven", een arbeid, waardoor het vormelooze vor7ïi

erlangt, de materie uitgeeft,

wat

in

haar school, en de geschapene dingen

gedragen worden naar hun bestemming.

En nemen we nu uitspraken treft,

ons

dit

Ps. 104

:

30 en Job 33

werk van den Heiligen Geest,

nog nader

toegelicht.

Immers,

:

4,

dan wordt

in deze beide

voorzooveel dexe aarde be-

van Job vernemen we, dat de

Heilige Geest een eigen werk verricht in de schepping va?i den

mensch

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen