Het werk van den Heiligen Geest - pagina 150
Het werk van den Heiligen Geest voor de kerk in haar geheel.
!
BUITEN SCHULD EN ZONDE.
112
En
omgekeerd,
maar van
ook
wie
den
verre
persoon des Middelaars
persoonlijk deel aan onze schuld en zonde doet hebben, snijdt de gemeen-
schap met de goddelijke natuur
Vraagt men,
dan
of
af.
de
toch
Heilige
Middelaar zonde voor ons gemaakt een
ja, als
worm
en geen
wing, zoo antwoorden
Want
man
we met
ook
niet
leert,
is
dat de
geivorden,
geworsteld heeft in het diepst der benauallen
nadruk:
Ja, gewisselijk!
God
lof!
zij
indien iets minder ware geschied, zoo ware er voor ons geen behoudenis
Maar,
en
geschiedde
punt houde men streng en onverbiddelijk vast, dit
dit
nemen
zich
daad. Het geschiedde
Wel
is
den Middelaar
borgtochtelijk en raakte niet
Het op
soon.
zonden was een hoogepriesterlijke
van onze
Middelaar tot zonde
de
duidt
zonde
is
onze
dat
aan,
dat
de
Heere
gemaakt, hij
is
maar
nooit,
Christus
nooit.
andere
om
aangetast,
is
Nooit of nimmer heeft
gemeenschap
schap der liefde en der ontferming,
ook niet het
zondaar geweest. Zondaar
persoon persoonlijk door zonde
eigen
eenige
persoonlijk
alles
in zijn eigen i^er-
ijlaatshekleedend.
duizendste deel van één enkel oogenblik,
en
Schrift
en een vloek voor ons
is
hij
met de
gehad, dan eene gemeen-
ze borgtochtelijk, hoogepri esterlij k,
plaatsbekleedend voor ons te dragen.
Maar ook
terwijl zijn ziel
onder dien
toe, ja,
de verzoeking zóó diep in
gleed
»Laat
:
persoonlijk
benauwd werd
last
ziel
tot
den dood
drong, dat het over zijn lippen
dezen drinkbeker voorbijgaan", toch bleef de kern van
Wezen
onvoorwaardelijk
Een
zijn
steeds van alle gemeenschap
zijn
met de zonde volstrekt en
vrij.
eenigszins dieper indenken van de wijze,
waarop
wij persoonlijk
aan
de zonde deelhebben, doet dit nog helderder uitkomen.
Wij
maar
hebben alle
elk
zonde
in
voor ons
onszelf niet een op eigen akker geteelde zonde, is
deelgenootschap aan een gemeenschappelijke
zonde, de ééne, machtige zonde van het gansche menschelijk geslacht, waartegen de toorn
Aan
Gods
rookt.
die zonde erlangen
we
deel niet eerst door een daad van onzen wil
by het opgroeien, maar hadden we reeds zelfs reeds in
ja, j>In
deel, toen wij in
den schoot onzer moeders, tot
zonde ontvangen en geboren"
is
de wieg lagen,
onze ontvangenis.
zelfs in
de ontzettende belijdenis, waarvan de
kerk der verlosten nimmer aflaten kan.
Om
die reden heeft de gemeente des levenden
Romeinen
nadruk gelegd op de openbaring, vervat
in
wezen worden aangaande onze erfschuld.
We
we
in
Gods
steeds zoo sterken 5,
waarin we onder-
hebben niet evïsckidd, omdat
erfzonde verkeeren. Neen, maar omgekeerd,
vangen en geboren, omdat we in erhchuld staan.
we
zijn
in
zonde ont-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's