Eer is teer - pagina 10

Daarom

smaad,

onverdienden worpen.

U

door

de kraeht,

uw

dezer

in

tegen den

U

als Gij bij

En

terwijl ik

niet verheeld, het

vrome en praktische mannen

vroede,

U

bezitten, tart ik

te

mogen

nogmaals, mij een andere staatkundige volksver-

noemen, die het van de Deputatenvergadering, waarmee

te

een loopje naamt,

Gij

is,

volk minder vreemdeling waart.

het mij een eere reken, in een mate ook door

vertrouwen

gadering

mij

in

tlie

op deze goede, trouwe mannen ge-

zoudt niet gesproken hebben gelijk Gij deedt,

Gij

bestanddeel van

dit

niet al

ik

i)r()te.stccr

in

onbaatzuchtigheid, in ideale bedoeling en

echt nationale samenstelling wint.

Eer

teer

is

!

üoch hiermee na

mijn klacht dan ook ten einde

is

Deputatenvergadering ook

de

haar

l'oorzitter over

de markt waagt, moet tegen een stootje kunnen.

en dat geen minderen dan een Prinsterer

de

buiten

;

digen

vervolgd

afstand,

wordt,

die

gesteld,

felheid,

mijn

Da

een

als ik mij

Cosjta,

gekrenkt

waarmee

haar

slechts

van

mij

Bilclerlijk,

wet

hebben, dan vindt de mindere

epigonen

En

zich

op

dan

Uiv geestelijke voorouders mijn geestelijke vaderen

hoe

herinner,

Gij

den hekel

Wie

ontmoet mijnerzijds geen de minste bedenking.

haalt,

van

want dat

;

in

;

een Groen

en toegetakeld mij een

hunner

verklaring in den eerbie-

grootere

zooveel

voorgangers

scheidt.

Bovendien

de

»peper-en-zoutbus"

mag

op

ik

den

politieken

disch wel.

Nog bang

voor

niet

dat

deftig,

lange jaren waren onze politieke gastmalen zoo er

'^c^iw

kans bestond wakker

te

blijven

bij

den

afgemeten, zvould-be classieken, of gelijk l^ilderdijk het noemde, vglad-

houtschen"

tafelkout.

De

vertoogen

waren

in

die deftige

dagen

wettige afstammelingen van de aloud befaamde Av^/jr-verhandelingen.

Het volk luisteren,

spraak waarlijk

luisterde lüi,

van bij

dan ook

om ook

den

niet.

Men kon er eenvoudig niet naar uw zeldzaam kiesche beeld-

mijnerzijds aan

Diepenbeekschen

proponent

eere

te

bieden,

ja,

die in saaie taaiheid onovertroffen \-ertoogen wreef het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen